Leestafel.

I. ANNUABIUM DER SOCIETAS STUDIOSORUM

REFORMATORUM 1912. Den 9ien Febmati 1886 is de Unie HENDRIK DE CocK opgericht met het doel de studenten v»n de openbare hoogescholen in Nedeiiand. welke tot de toeBmalige Ctwistelijk Gereformeerde Kerk behoorden, in éea corps te vereenigen. Reeds na enkeFe jwen ia het karakter deier Uaie in zooverre gewijeigd, dat alle studenten aan openbare hoogescholen in Nederland, mits lij van Gereformeerde belijdenis zijn, tot dete Uuie kunnen toetreden. De oorspronkelijke naam, die in de kringen der SCHEIDING bezie lende herinneringen wekte, is toen prijs gegeven, ea veranderd in dien van SOCISTAS STUDIOSORUM REFORMATORUM.

De S. S. R. is thans gevestigd te LEIDEN en heeft r-oo f aar, als te AMSTERDAM, UTRECHT en DELFT haar Afdeelingen.

Deze Uaie, die nu reeds 26 jaren bestaat, besloot op hiar laatste L'ïsttum tot de uitgave van een j**rboek en in het onlangs verschenen ANNUARIUM is dit besluit tot uitvoering geko men. Het boek is ia tweeën verdeeld, waarvan het ie. deel handelt over het VEREENIGINGS LEVEN en het ze. deel de BIJDRAGEN bevat, terwijl de praktische zin der tegenwoordige SPES PATRIAE sich ook in dète studenten-periodiek niet verloochent waar lii de laatste acht blad zijden met ADVERTEHTIËN heeft gevuld.

Uit de Rubriek VEREENIGINGSLEVEN blijkt, dat de S, S. R. thans 109 leden telt en ia het laatsie jsar een geheele afdeeliog, nl. in DELFT rijker is geworden. Het tegenwoordig BESTUUR bestaat uit de heeren J. DoNNfR, Praeses; D. J. COUVEE, Ahactis.; N. VAN DER LAAN, Fiscus; F. J. D. BARENDS JR., Assessor I en W. DE BOER, Assessor II.

De verslagen der Afdeelingen wijjien op een bloeiend vereenigingsleven waarin zoowel de vrije gezelligheid als de ernstige studie tot haar recht pogen te komen.

Deze rubriek bevat ook een IN MEMORIAM aan HENDRIK POUV/ELS, student in da Tand-Heelkunde aan de Universiteit te UTRICHT, „die, toen hij in deii nacht vau 6 op 7 Febr. rustig op ïija slaapstede lag, door het gas, dat door de zoldering drong, bedwelmd", om het leven kwam. Herinnerend aan dit zoo aandoenlijk sterfgeval, schtijft de heer K. V(SRHOEVEN) van zija overleden vriend: „Hij durfde voor zijn beginsel uit te komen tegenover de wereld, die met God en Zijn gebod geen rekening houdt. Hij stond zelf in het geloof dat Christus in de wereld gekomen is, om zondaren te redden".

De gtoote beteekecis van 'n ANNUARIUM als dit ligt, althans voor de buitenstaanders, in de BIJDRAGEN. In deite rubriek toch moet uitkomen wat er in den studentenkring, die het uitgeeft, ïit aan schrijverstalent hetzij dan op het gebied der nuttige of der fraaie letteren. Hetgeen dan ook door anderea, door hen, die buiten den studentenkring staan, voor dète rubriek wordt geleverd — gelijk in ANNUARIA en ALMANAKKEN uit de hedendaagsche studentenwereld al meer gebruikelijk is, wil mij voorkomen daarin meet bijkomstig dan essentieel te zijn.

Tot dit bijkomstige reken ik in dit ANNU­ ARIUM drie, lezenswaardige stukken, welke voorafgaan aan hetgeen door de leden zelf van de S. S. R. is geleverd.

Het zijn: de rede door PROF. DR. H. BOUWMAN gehouden, op de 26ste Dies der S. S. R. over: HET CHRISTELIJKE LEVEN J een opstel van DR. J. BRUIN: IS NATUURSTUDIE GEVAARLIJK VOOR HET GELOOFPJ en een verhandeling van DR. J. V D. VALK: VONDEL'S GROOTOUDERS ONDER ALVA OM HET GELOOF VERVOLGD. Stukken, die zeker de waarde van het ANNUARIUM op zich zelf verhoogen. , ,

Wat de H. H. leden van S. S. R. zelf geleverd hebben dunkt mij, dat daarin meer het talent voor nuttige dan voor fraaie letteren uitkomt.

Onder den titel KONING en LANDVOOGD geeft de heer J. C. VERGOUWED? , Cand Ind.-amM. te LEIDEN, een zeer gedocumenteerde Siaatsiechterlijke verhandeling over de positie van de Gouverneur-Generaal en zijn verhouding tot den Koning. ,

Het daarop volgend stuk, is een lezing door den heer D.J. COUVEÉ, 7/4«O/.-5/«< ? . te UTRECHT, gehouden voor de Afdeeling aldaar van de S. S. R, , O/er HENDRIK JOHAN IBSEN. De schrijver heeft blijkbaar voor deze monographie een zee grondige studie van het leven en de werken van den Noorschen dichier gemaakt; toont te bezitten een vrij uitgebreide kennis van de historie der nieuwere letteren en toont ook, dat het hem niet ontbreekt aan wijsgeerigen zin. Hij typeert IBSEN als den „dichter van den wil" en stelt hem aan het slot van zijn studie als den egoïs-//f< : Ae«wilsmen8ch tegenover KANT, den altruistischen wilsmensch en tegenover CALVIJN, den wilsmensch, „die geen roeping innerlijker en hooger achtte, dan die van een ontfermend God in een zondaarshart en geen wil begeerlijker dan die van Gods Zoon: Jezus Christus".

Met zijn van groote akribie en speurzin getuigende, merkwaardige historisch-literaire o studie over den zestiende eeuwschen dichter en schrijver JAN FRUYTIERS EN ZIJN „Der Francoysen ende haerder nagebueren morgcnenwecket" sluit de heer J. ITJESHORST JR. te d DELFT de trits.

Deze drie stukken zouden in iedere studenten-o periodiek, hetzij Almanak of Annuarium een goed figuur maken.

Zij houden, als ik het zoo zeggen mag, de g eer van de S. S. R, op het stuk van wat haar b leden in „nuttige letteren" vermogen óp. s

Wat de S. S. R. op het gebied der „fraaie w letteren" vermag, komt in dit haar eerste d ANNUARIUM nog niet bepaald uit. 'n Verschijnsel, h dat zich, althans gedeeltelijk, laat verklaren uit G de omstandigheid, dat de groote meerderheid o van de 106 leden der S. S. R. tot de beoefe­ i naars der Natuur-wetenschappen behooren. w Natuurstudie en zin voor Belletrie toch, kunnen s wel samengaan, maar doordat „exacte studie" en „dichtende verbeelding" in veler oog een t antithese zijn, komt het tot dit samengaan maar h betrekkelijk zeldzaam. £n toch wees niemand U minder dan nu wijlen VAN 'T HOFF in zijn inaugu-g reele oratie aan de stedelijk Universiteit te o AMSTERDAM op de beteekenis van de phantasie ook voor de wetenschap.

Dan, alles saamgevat, mag de S. S. R., een instituut dat onder ons Gereformeerden aanspraak op sympathie en waardeering heefc, met dit haar eerste ANNUARIUM geluk worden a gewenscht.

De VARIA, voorzoover begrijpelijk voor den buitenstaander, dunken mij van vrij onschuldig gehalte.

Exemplaren van dit ANNUARIUM zijn verkrijgbaar bij den heer D. J. COUVÉE, Jan v. LooDslaan 49 te ROTTERDAM en nij den heer

S. T. HEIDEMA, NASSAUKADE 350 te Amsterdam. a. BLOESEM KN VRUCHT. Belietttistisch Maandblad. Firma Jan Haan. — Groningen.

De Belletiie of de fraaie letteren staat tegenwoordig ook bij het christelijk publiek weer in gunst en eere.

Er wordt ook in de protestantsch-christelijke wereld ten onzent veel gelezen, en niet minder druk geschreven.

Er is weer aan het opkomen een christelijke letterkunde of wilt ge, een beoefening der letterkunde door christenen.

Het verschijnsel is verblijdend, al was het alleen maar als teeken van bewustwording in al breeder kring, dat Religie en Kunst niet vijandig legerover elkander behoeven te staan. ^

Verblijdend ook daarom wijl het samenvalt met de vernieuwing onzer belletrie, die onmiskenbaar van de „beweging van '80", welke in ^aar oorsprong niet christelijk was, is uitgegaan. Het M*andblad BLOESEM EN VRUCHT, tevens > igaan van het CHR. LETTERKUNDIG VERBOND, staat, even als dit VERBOSD zelf, tegenover „de beweging van '80" eenigsïins anders dan sommigen t)elletristen onder de christenen van onzen tijd. Minder waardeerend; vaak zelfs negeerend wat m die beweging, niettegenstaande haar niet» christelijke oorsprong, door andere christenen geafürmeerd wordt.

Zulk een tegenstelling heeft zeker ook haar goede zijde en BLOESEM EN VRUCHT heeft daarom aanspraak op de belangstelling van «Hen, die zich bezig houden met christelijke belletrie.

Ea dat te meer omdat dit tijdschrift, zonder iich veel te verloopen in polemiek, thetisch te werk gaat esk zijn redactie en medewerkers vaak metterdaad toonen, dat men frisch en goed schrijven kan, ook zonder nog bij de „tachtigers" in de leer te zijn geweest.

Van BLOESEM EN VRUCHT verschenen tot dusver nog slechts 9 Nrs. De redactie bestaat uit de H.H. A. J. HOOGENBIRK, J. B. BENNER, G. J. UIT DEN BOGAARD, DR. A. BRUMMELKAMP, J. J. DEETMAN, R. STEENSTRA en P. V. VELDEN,

Het JUNI NC opent met een drietal verzen; het brengt het slot van een studie van Ds. J. H. GEZELSCHAP WZ. : NAPOLEON in SILHOUETTE, waarbij zich aansluit een' fabel: LE CHIEN, LE LAPIN et LK CHASSEUR door Napoleon in zijn jeugd gedicht. Verder zet de heer R. STEENSTRA er zijn verhaal in voort: DE MEESTER UIT HOLLAND en de heer A. HANS zijn studie over: DE.VLAAMSCHE BEWEGING. Volgt een polemiek j« en een versj? , terwijl een overzicht onder den titel VAN RONDOM en een LEESTAFEL dit Nt besluiten.

Het is wenschelijk, dat onder ons ook deze periodiek worde gesteund.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen