Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MISDEELDEN EN HUN WELDOENERS.

III

DE „SURDUS LOQUENS” 1).

Elisabeth Hoofmap, eenig kind van zeer bemiddelde ouders te Haarlem, die een lief buitenijs, Veenberg genaamd, bij 't tegenwoordige Bloemendaal, bezaten, maakte op zeer jeugdigen leeftijd aardige verzen; om haar dichterlijken aanleg te leiden, moest de conrector van het gymnasium Elisabeth Latijn en Grieksch onderwijsen, dat deze heer met groot genoegen en voldoening vijf jaren deed; en aldus zijn leerlinge van de meesterstukken der klassieken genieten kon.

In een alleraardigst vers soodigt Elisabeth eens haar vriendinnen op „Veenberg", waarvan zij tevens een beschrijving geeft; en van den rijkdom der daar gekweekte vruchten zóo gewaagt, dat wij nu nog wel zouden wenschen van de partij te wezen. Niemand minder dan Ruslands groote czaar Peter kwam daar te gast in 1692, waarop Z.M. ook o.a. op een fraai gedicht ter zijner eere vervaardigd, werd onthaald, 't Volgende jzar verwisselde Elisabeth den naam Hoofman voor dien van Koolaert, doordat zij met den rijken, doch trotschen, spilzieken, Amsterdamschen koopman, Pieter Koolaert in 't huwelijk trad; die een dochtertje had, Hester geheetèn; dit meisje leerde'in die dagen spreken van doctor Johan Conrad Amman. Dat Hester niet als andere kinderen leerde praten, lag niet aan haat liefhebbende, begaafde stiefmoeder, nïaar, het arme kind was dooi geboren.

Doctor Amman, hoewel geboren in Zwitserland, bad zich te Amsterdam als geneesheer gevestigd, reeds op zijn achttiende jaar te Bizel tot doctor bevorderd, ging hij liever in Holland wonen, zóo beroemd in dien tijd vanwege de vele geleerden die aan de verschillende boogescholen de wetenschap dienden. Toen de heer Koolaert van de bijzondere knapheid van den Zwitserschen doctor hoorde, verzocht hij hem het oaderwijsen zijner kleine Hester te beproeven.

Wijd en sijd werd Ammans roem verbreid; Hester had geleerd, „de woorden van iemands lippen af te lezen, aldus te h o o r e n met het oog, en terens kon zij door spreken haar eigene gedachten uitdrukken". In een schoon vers dankt Elizabeth Koolaert den genialen doctor op zijn vijf en twintigsten vetjaardag voor zijn „wonderdaden, waarbij bespraakte n in verwondering opgetogen, sprakeloos staan." Oaie, zelve zoo beroemde professor, Boerhave, noemt doctor Amman „een zeer beroemd man".

In het huwelijk getreden, gevoelde Amman geen lust om naar zijn vaderland terug te keeren, zelfs toen men hem daar een professoraat aanbood; lis ver sleet hij op zijn landgoed „Warmond", bij Leiden, zijn dagen in wetenschappelijke studiën en onderzoekingen. D44' schreef hij ook het boekjs „Surdus Icquens" waarin hij verhaalt hoe hij Hester Koolaert en nog een vijftal andere doofstomme kinderen had leeren spreken.

’t Was dit boekje, in 't Latijn geschreven, in 1779 in het Fransch vertaald, dat onzen abt De l'Epée er toe bracht, om ook te beproeven zijn doofstommen te leeren spreken; De l'Epée beschouwde dit onderwijs, meer als een toegift bij het leeren voor zijn kinderen; doctor Amman rekende het als zijn doeL

Ammans Latijnsche boekje kon lang niet door allen gelezen worden, daarom leende hij 't oor aan den goeden raad van Pieter Koolaert en gaf het in het HoUandsch uit. Kon men in andere landen het Latijnsche boeksken in veler handen vinden, in ons vaderland werd het niet minder druk gelezen, zoodat de HoU laodsche uitgave in veertig jaren zeven drukfcen beleefde)

In de Cevennes, een Fransch gebergte, vond men eenmaal een verwilderden knaap, die in een der bergholen bij zeer nat of koud weder een schuilplaats zocht, anders in de boomen of op den grond sliep en van wilde vruchten en planten leefde. Hoe dit kind daar gekomen was wist niemand, h ij kon er niets over mededeelen, daar hij wel geluiden maakte en die der dieren nabootste maar niet spreken kon. Een priester ontfermde zich over den zwerveling en smaakte na enkele jaren de voldoening, dat de gevonden knaap, een gewoon sprekend en ordelijk levend man werd. Hoe had de geestelijke dit bereikt? Hij stelde zich voor, dat, (afgedacht van zijn kracht en gestalte, ) hij den jongen als een klein kind moest ontwikkelen, hem leeren eten, drinken, spreken, gekleed worden, en zich gedragen als de menseben, die hem omringden.

De verwilderde knaap bezat de organen der menschen, doch wist ze niet te gebrniken; evenzoo zei doctor Amman bezit een doofgeboreae mits zijn spraakwerktuigen welgevormd blijken, de middelen om te leeren spreken, maar wat het hoorende kind leert door het oor moet het doove leeren door het oog.

Amman bedacht, even als dePonce, enBonet en De l'Epée het voor hun kweekelingen gedaan hadden, de wijze waarop hij Hester en later nog vp kinderen onderwees; doch hij gebriiikte geen gebarentaal, noch vingeralphabet. Hij besloot dadelijk Hester te leeren een bepaald geluid te geven; daartoe legde hij de hand van het meisje op zijn eigen strot, en beduidde haar de trillingen, die zij daar gevoelde na te maken. Zoodra zij dit had aangeleerd, onderrichtte Amman het kind om de klinkers enz. na te zeggen, en opdat zij de bewegingen der spraakwerktuigen gemakkelijker kon nabootsen nam de doctor een spiegel te baat. Tevens schreef Amman dan de geleerde, nagesproken letters op, liet die oplezen en naschrijven.

De onderwijzers der doofstommen van onzen tijd doen ca twee eeuwen evenzoo; en aldus leeren die bekbgelijke misdeelden spreken, lezen 'en schrijven tegelijker tijd. De vernuftige doctor Iserde Hestertje het lezen zooals wij cü lezen leeren. In zijn tijd zelfs nog tot de helft der negentiende eeuw onderwees men het lezen door spellen; zoodat als een kind bijv. baas moest lezen 't letterlijk las: b e e-a a-a a-e s, baas; en dit sc'areef Amman „zou als Hester aldus sprak, zeer misselijk luiden."

„Omdat de meeste menschen dikwijls even E vlug, en daardoor slordig, spreken als schrijven, h is het voor de doofstommen meestal moeielijk d door het afzien de lieden te begrijpen". Een M lesja voor ons om toch goed, verstaanbaar en duidelijk ons uit te drukken, ook voor „hoorenden".

In zijn „Surdus Icquens" wijst doctor Amman er uitdrukkelijk op, dat het groote doel van zijn onderwijs is, de ongelukkige dooven het

1) »Surdiis Sprekende". Icquens" beteekent: »De doove B k grootste geschenk, dat de Schepper den mensch gaf te leeren gebruiken, nl. de spraak. Wanneer de Zwitsersche doctor, uit liefde tot de wetenschap Hollander geworden, in zijn boekje de beginselen waarnaar hij handelde heeft medegedeeld en uitgelegd, eindigt hij met den wensch: „dat het voor den verstandigen lezer genoeg zal zijn". Wij allen zullen ons nu maar tot de verstandige lezers rekenen en voor de zoo uiterst verstandige, hoogst geduldige, onvermoeide, trouwe onderwijzers der doofstommen den inhoud van de „Surdus loquens" verder overlaten.

Nadat het echtpaar Koolaert een twintig jaar „vroolijk en prachtig" geleefd had, Pieter Koolaert toch dacht de begaafdheden zijner echtvriendin het best te eeren door het geven van schitterende feesten, raakten zij met Hester en Petronella Elisabeth (de halve zuster van Hestei) in kommervolle omstandigheden en daar Koolaert na zijn eigen en Elisabeths bezittingen verbruikt te hebben, ook gevoelige verliezen in den handel leed, togen zij metterwoon naar Lisse. Dit dorp verliet het viertal in 1721 voor de stad Cassel, waar de landgraaf Koolaert tot handelsdirecteur benoemd had.

Als men Elisabeths „Gebed in Onzekerheid" leest, wordt men getroffen door haar ootmoedig vertrouwen op Gods voorzienigheid en haar dankbaarheid voor een inkomen van / 1600 aan die post verbonden. Zeker genoot Hester dubbel van het onderwijs haar door doctor Amman geschonken, nu zij in den vreemde leefde. Na deo dood baars vaders bleef zij met innige liefde bij haar stiefmoeder wonen, en deelde met haar een inkomentje van / 200 's j tats, en een gift van / 1000, Hester door bloedverwanten beschikt. Gelukkig dat Elisabeths eigen dochter weldra in 't huwelijk trad en haar zeventigjarige moeder en Hester kon ondersteunen.

De eerste school voor doofstommen werd door den abt De l'Epée gesticht, het invoeren der spreekmethode naar de vernuftige vinding van Amman geschiedde door onze oostelijke buren, die Ammans leerwijze dan ook de Duitsche methode noemen; half hebben zij gelijk, daar Amman te Schafftiausen in Duiisch-Zwitserland geboren was.

Guyot, predikant der Waalsche gemeente te Groningen, toog naar Parijs, omdat hij bij gerucht iets over den arbeid van De l'Epée ver nomen hebbende, innig medelijden voor de doofstommen in zch voelde ontwaken. In zijc woonplaats wedergekeerd, ontwierp hij een plaD tot stichting eener inrichting, doch begoc. alvasi met éen daar misdeelden te onderwijzen. In 1890 vierde het Doofstommen-Instituut te Gro Dingen zijn eeuwfeest.

De Duitscher Hirsch, vroeger onderwijzer vaa doofstommen te Aken, begon in 1847 te Ra: terdam doofstommen te onderrichten naar de door Amman uitgedachte en beoefende leerwijze. Sedert wordt te Groningen en ook in het R.-K. doofstommen-gesticht te St.-Michielsgestel de spreek-methode gevolgd.

Wie veel van reizen hcudt moet vooral een bezoek brengen aan het oude, berpemde Dord recht; veel schoons, merkwaardigs en kostbaars is daar te zien; maar laat de reiziger of reizig ster vóór alle dingen een bezoek brengen aan „Effatha", het instituut töt bevordering van Christel ij ke opvoeding en onderwijs aan doofstomme kinderen en jongelieden.

Gelijk in de dagen van Elisabeth Hoofman, zullen wij „bespraakten" in verwondering opgetogen „sprakeloos" staan, als wij hooren ec zien hoe die kinderen klein en groot ons be grijpen, als wij langzaam tot hen spreken; ali" wij lezen hoe zij in hun opstelletjes bewijzen te begrijpen wat hun werd onderwezen; als de esne, 't voornaamste van Rusland met aanwijzing op de kaart u laat hooren, en eeo ander geregeld de zendingsreizen van Pauius verhaalt en 't merkwaardigste meedeelt daarbij voorgevallen.

Onder de armen zijn de meeste doofstommen, zij kunnen het verblijf te Dordrecht niet bekostigen, wie onder de sprekende èn hoorende lezers voelt nu geen lust om in zijn of haar omgeving werkzaam te worden, teneinde de noodkas (waaruit de armen geholpen worden) te helpen stijven?

Wijlen de Roomsche abt en de Waalsche predikant kunnen ons ten voorbeeld strekken! Laten zij ons niet beschamen I De heer G. Vetter, penningmeester der Noodkas, Voor straat 197 te Dordrecht, neemt volgaarne elke inschrijving, elke gift aan; en willen de rijkeren onder ons doen, wat De l'Epée aan de Russische Keizerin vroeg, een doofstom kind naar „Eff*tha" zenden, dan wil het hoofd der school, de heer A, Kes, Bleekersdijk 47 Dordrecht, dien keizerlijken of koninklijken weldoener alle inlichtingen omtrent de plaatsing van zulk een ongelukkige geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 augustus 1912

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 augustus 1912

De Heraut | 2 Pagina's