Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de beide te

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de beide te

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 4 October 19».

Van de beide te Kampen benoemde hoogleeraren heeft alleen Dr. J. Ridderbos vrijmoedigheid gevonden om de benoeming aan te nemen; Dr. B. Wielenga heeft voor het aangeboden professoraat bedankt. De vacature, die door het emeritaat van Prof. M. Noordtzij ontstond, Is daardoor vervuld geworden, maar de vijfde hoogleeraar, die de leerkrachten der Theologische School versterken zou, is nog niet gevonden. En de Generale Synode, wier zittingen volgens een persbericht reeds gesloten heetten te zijn, zal opnieuw, thans voor de derde maal, moeten vergaderen, om een hoogleeraar aan de Theologische School te benoemen.

Er ligt in dezen loop van zaken zeker Iets pijnl^ks. Een benoeming tot hoogleeraar wordt gemeenlek als een eere beschouwd, en het komt dan ook uiterst zelden voor, dat wie aan de Hoogeschool benoemd wordt, voor zulk een benoeming bedankt. Dat dit toch, thans reeds voor de derde maal, geschiedde bij een benoeming aan de Theologische School, Is een feit, dat wel tot ernstig nadenken stemmen mag.

De oorzaak van deze herhaalde teleurstelling mag natuurlijk niet gezocht worden in de veranderde w^ze van benoeming, die ditmaal gevolgd werd. Afgescheiden toch van de vraag, die we thans niet beantwoorden willen, of het op zichzelf wenschel^k is, dat zulk een benoeming door de Synode zelve geschiedt, dan wel door deputaten, die zij hiervoor aanwast, Ugt het toch in den aard der zaak, dat een benoeming door de Generale Synode onzer Eerken uitgebracht, b^ de benoemden zeker niet minder zwaar wegen zal, dan wanneer die benoeming geschiedt door een zeker aantal deputaten. Eer zou omgekeerd kunnen gezegd worden, dat een benoeming door de Generale Synode nog eervoller was en daarin een motief te meer zou lig­ gen om zulk een benoeming met dank­ d baarheid te aanvaarden. En evenmin kan d gezegd worden, dat de Generale Synode in haar keuze zoo ongelukkig is geweest, dat de betrokken personen wel moesten bedanken, omdat z^ voor deze taak niet berekend waren. De Synode heeft beide malen mannen gekozen, wier wetenschappel^ke bekwaamheid en geschiktheid voor hun ambt door ieder worden erkend. Het zou dan ook zeer de vraag geweest zijn, of wanneer Curatoren met Deputaten der Synode de benoeming verricht hadden, de keuze anders zou z^n uitgevallen; de Synode volgde de voordracht door de Curatoren zelf Ingediend, en het is hoogst onwaarsch^niijk, dat Curatoren, wanneer de benoeming aan hen gestaan had, van hun eigen voordracht waren afgeweken. Ook het verwijt, tot curatoren gericht, dat z^ dezen afloop hadden behooren te voorkomen, doordien ze vooraf hadden moeten informeeren, of de bedoelde personen casu quo bereid waren de benoeming aan te nemen, schijnt ons niet geheel juist. Wel is het de gewoonte bij aanzienl^ke landsbetrekkingen, dat de Regeering vooraf den persoon, dien z^ benoemen wil, polst, of hij de benoeming aanvaarden zal, om de Koningin niet publiek aan een weigering bloot te stellen, maar in zulk een geval staat de beneeming vast en hangt het alleen van den betrokken persoon af, of h^ haar ontvangen zal. Hier daarentegen zou zulk een onderhands polsen wel onmogelijk wezen, want de Curatoren kunnen alleen een voordracht opmaken, die uit meerdere personen bestaat, en zijn volstrekt niet zeker, dat de Synode uit deze voordracht een keuze zal doen; want aan deze voordracht gebonden Is de Synode i(.iet. Het komt ons dan ook z^er tw'^felachtig voor, of de personen, die de Curatoren op de voordracht plaatsen wilden, reeds te voren bereid zouden gevonden zijn, over hun al of niet aanneming van een eventueele benoeming zich uit te laten. Het geval van Dr. Wielenga, die tot het laatste oogenblik toe geaarzeld heeft, zelfs aanvankelijk meende de benoeming te kunnen aanvaarden enten slotte toch bedankte, is hiervoor wel het sterkste bew^s.

Ligt de oorzaak van deze voor de Theologische School zoo pijnlqke teleurstelling dus niet in de wijze der benoeming zelve noch in de minder voorzichtige handeling der Curatoren, toch zal, nu de Generale Synode ten derden male bgeen komen moest om een benoeming te doen, de vraag wel met ernst mogen overwogen worden, hoe een nieuwe mislukking te voorkomen is. Het ware ons daarom liever geweest, wanneer Dr. de Moor en Dr. Aalders publiek rekenschap hadden gegeven, waarom zij voor de benoeming meenden te moeten bedanken. Nu mag men vermoeden en gissen, maar zekerheid heeft men niet. Het verbiedt ons daarom, dat Dr. Wielenga, naar we vernemen, van plan is in een weldra te verschenen brochure de Kerken in te lichten, welke motieven hem tot bedanken hebben bewogen. Hoe meer licht over deze zaak komt, hoeveel te beter het ook voor de toekomst zal wezen.

In afwachting van deze nadere toelichting onthouden we ons daarom thans van een nadere bespreking van zijn besluit. Al hadden we ter wille van de uitnemende gaven, hem geschonken, en om den goeden invloed, die van hem kon uitgaan, wel gaarne gezien, dat hg de benoeming had aangenomen, en al zal wel veel hem ge trokken hebben om als hoogleeraar op te treden aan een School, waaraan zrjn vader met zooveel eere gearbeid heeft, — toch voegt het ons de motieven te eerbiedigen, die na veel bangen str^d hem tot bedanken noopten. Is dit bedanken voor de Theologische School een teleurstelling, voor de Kerk van Amsterdam, die plotseling twee van haar jongste en meest gezochte predikanten zou verloren hebben, zal dit besluit wel een bl^de verrassing wezen. Haar wenschen we met deze beslissing van harte geluk.

En aan de Generale Synode, die nu ten derden male zal moeten saamkomen voor dit moeiieke werk, worde in dubbele mate wisheid van boven toegebeden om zulk een keuze te doen, waardoor aan deze spanning een einde kan komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Van de beide te

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1912

De Heraut | 4 Pagina's