Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kindernen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kindernen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GOEDE DEEL.

XXVI.

HOE BET GING.

„En hoe gaat het au Freuger? "

„Dat koa wel beter, edele heer. Maar kom biaaeal Ik zal mija vrouw roepea".

Otto trad de woaiag ia, ea aam plaats ia het I voorhuis. Terwijl hij daar een poosje alleeazat, scheen het hem als wat hij weer een jonge kaaap, die liep te spelea ia de bosschea en veldea. Hij keade hier ieder hoekje. Ook binaea, ia de woaiag had hij zoo menig prettig uurtje doorgebracht, als ... .

Maar de man daar biaaea keerde terng, ditmaal vergezeld vaa zija vrouw, die met tranen vaa vreugd, dea zooa van haar vroegeren heer weder ia haar woaiag zag.

„Ea hoe gaat het au 7" vroeg Otto aog eens,

„Zoo als ik zei, aiet goed", was het aatwoord. „Die treurige oorlog heeft alles ia verwarriag gebracht. Ik hoor dat zelfs oaze keurvorst u afgezet. Ia allea gevalle spelea de Beierea thani hier dea baas, en dat is in alles te merken".

„Maken zij het u op mija goederea ook lastig? ", vroeg Otto.

„Zeker; de heerea vaa Amberg (daar zetelde destijds de regeering) doen alsof zij ook hier heer en meester zijn. Een paar weken geleden is oas allea aaagezegd, dat we biaaea zekeren tijd oas moetea voegea bij de Roomsche kerk. Ook moetea reeds vele leeraars verdreven zijn".

„Ea als ge au aiet vaa geloof wilt veraaderea? "

„Daa moetea wij het laad verlaten. Iets aaders blijft oas aiet over",

„Maar dat is oajjehoordl" riep Otto, Op oaze goederea zija wij toch vrij te latea woaen die wij wUlen".

De boer haalde de schouders op. Hij wist hoe weiaig waarde ia die woordea lag en ging voort:

„U zult het mij, hoop ik, niet kwalijk nemen, dat ik straks wat onbeleefd was, maar ik herkende u niet, en wij moetea ia dezea oagelukkigea tijd heel voorzichtig zijn. Gedurig zwerven hier personen rond, die uit Amberg zijn afgezonden om ons te bespieden. Wij mogen geen vergaderingen meer houden, en als men vermoedt dat ergens in huis een Bijbel of een gezangboek is, bestaat er veel gevaar dat het geroofd wordt. Wij worden in stilte nagegaan. Nu en dan heb ik ook bezoek gehad van een priester, die ons wilde overhalen tot zijn kerk toe te treden. Gij kunt dan, zei hij, mstig blijven wonen en onze vorst zal voor n alles doen wat hij kan. Uw keurvorst Frederik heeft het toch verloren. Hij is in een ver land, en komt zeker niet terug, althans niet hier, "

„En wat hebt ge den priester geantwoord, Freuger? "

„Wel, dat ik geen eakele redea zie om het geloof te latea varea waaria ik tot aog toe vrede heb gehad, ea ook aiet vooraemeas bea dat te doea. Hij zou nog wel eens terugkomen, zei hij, maar dit is zeker: als wij niet toegeven, mogea we hier aiet blijven. En hoe ons dat bedroeft, zult u kunnen begrijpen."

Nu, dat was ook zoo, en Otto, die belangstellend geluisterd had, vroeg:

„Weet ge ook hoe anderen gedaan hebben? "

„Ja wel, " zei Freuger. „Menigeen heeft zija huis en land liever dan zijn geloof, en zoo hebben daa, aaar ik hoor, reeds velea dea vinger in het wijwater gedoopt. Zij meenea daar aatuurlijk aiets vaa, maar de priesters zija er mee tevredea. Zij kuaaea blijvea woaea; mea laat hea verder met rust, ea helpt hea voort als zij soms door dea oorlog geledea hebbea. 't Is als de Heere Jezus zegt ia de gelijkenis: als er verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, worden zij terstond geërgerd."

„De zaken staan slecht, vriead Freuger, " zei Ouo. „Eveawel ik zal aog doea wat ik kan. Gij hebt u christelijk ea moedig gedragea, doch oaze vijanden onizien niets. Dat blijkt wel in Bohemen. Maar wie weet, of God nog niet voorziet, en is het Zijn wil dat we gaan, beter het land verloren dan het geloof."

Nog een poosje bleef de jonker vertoeven. Hij bezocht de voor hem zeer wel bekeade vertrekjes, waaruit het huis bestoad en waarvan hij al de hoekjes kende. Nog stond er deonde kast met mooie steenen, schelpen, houtsoorten en andere merkwaardigheden uit bosch en veld. Hoornen van herten versierden den muur, en Otto kon zich nog goed herinneren hoe hij er bij was geweest dat Freuger eea stuk wild . schoot. Hartelijk aam de jonge landheer eindelijk afscheid.

Den avond vaa deazelfdea dag zatea twee maaaea ia druk gesprek ia eea toreakamer vaa het slot. De eea was Otto, de aader zijn oude leermeester Becker. Oak de laatste was, althaas aaar het uiterlijk, in dea loop der jaren vrij wat veranderd en geenszins meer de krachtige man van vroeger, 't Was met hem, zijn oudea, vettrouwdea vriead, dat Otto wilde raadplegea over hetgeea te doea stoad.

„Er zal met groote voorzichtigheid moeten gehandeld worden", sprak de magister. „Het is hier de oude strijd tusschea tijdelijk ea geestelijk voordeel, ea daaria zija ook reeds an weer velea bezwekea".

„En zouden zij die de waarheid prijsgeven voor de dwaalleer van Rome, ook werkelijk meenen, dat zij goed handelen. Of verwisselen zij maar van geloof, gelijk men van kleed verandert? vroeg Otto.

„Enkelen doen 't eerste, maar lang niet allen. Gij weet, hoe menigmaal in vroeger ea later jarea het volk er als het ware aaa gewooawas dat geloof te volgea, hetwelk de laadheer beleed. Veel kwaads is daaruit ontstaan. Zoo ook zijn de meeste Evangelischen die tot Rome overgingen in hun hart gebleven wat zij waren. Overal worden de Bijbels en kerkboeken aog zorgvuldig bewaard ea gebruikt ook, AUeea moet dat ia het geheim geschieden, want anders nemen de priesters de boeken weg".

„Hebt ge nog hoop dat betere tijden aaa> brekea" vroeg Otto.

„Wie zal dat berekenen I Bij den Heere zija alle dingen mogelijk. Onze keurvorst kan nog weer in zijn rechten treden. Nog altijd staan we in het geheim in verbinding met Protestantsche vrije rijkssteden als Regensburg en Neurenberg. Heer Koenraad kan u meer daarvan vertellen".

Nu verhaalde de jonker wat hij dien morgen had vernomen en vroeg den magister, of men het werkelijk wagen zou de Protestantsche bewoners, ook die van Rothenfels, om hius geloofs wil uit het land te drijven.

„Ongetwijfeld", was het antwoord. „Vlei u daaromtrent niet. 't Kan eerlang ook onze beurt worden, jonker, " voegde de leeraar er bij, ea glimlachte droevig.

BRIEFWISSELING.

F, V, K, te G. L. Tea gevolge van een vetgissiag Bchijaea uw vragea aog alt^d" onbeantwoord te zijn gebleven. Is dit zoo, da» hopen we hun nu de eerste beurt te geven.

B. B. te R. Een der beste broaaen voor de keaais vaa de tijdea der „Afscheidiag" 1834 e. v. is thaas het uitstekeade werk: „De Leveasbeschrijviag vaa Prof. A. Brummelkamp", door zija jongste zoon Dr. A. B. Het is tevens een aaatrekkelijk geschreven boek, dat de aandacht boeit. (T& ok, Kampen).

HOOGENBIRK,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kindernen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1912

De Heraut | 4 Pagina's