Leestafel.

I. DR. B. WIELENGA POST TKNEBRAS .... Open Brief aan een 'vriend te Kampen. Uitgever W. ten Have, voorheen Höveker's Boekhandel, Kalverstraat 154, b. h. Spui. Amsterdam. 1912.

Ia dit goed gestileerde vlugschrift zet DR. WIELENGA de redenen uiteen, waarom hij de benoeming tot hoogleeraar aan de Theologische School te KAMPEN eerst aangenomen en er later voor bedankt heeft. Hij heeft voor cijn brochure den ouderwetschen open-briefvorm gekozen, omdat bij daardoor „eenigszins tegen verkeerde opvatting aangaande de bedoeling van zijn schrijven gewaarborgd wordt".

Dit schrijven draagt in zekeren zin het karakter eener confidentie.

Het getuigt van een persoonlijken strijd en geeft een persoonlijk oordeel.

„Ik heb", zoo verklaart de briefschrijver, „niets anders willen doen dan eenvoudig zeggen, wat er in mij is omgegaan in de dagen van strijd, die aan mijn besluit voorafgingen, en wat mij ten slotte tot bedanken bewoog."

„Nu, na den duisteren deliberatietijd (post tenebras!), gevoel ik behoefte een antwoord te geven, waarin de motieven mijner beslissing naar voren treden."

„Een verantwoording geef ik niet.

„Maar daarom zal men het in mij toch billijken, dat ik gaarne mijn daad door mijn vrienden, ook door de kerken, die mij riepen, recht beoordeeld zie."

Het wil mij voorkomen, dat de geachte schrijver de vervulling van dézen wensch met zijn publicatie bevordert.

Maar men leze zelf dit, met de waardigheid, die aan den ernst der zaak waarom het gaat past, geschreven, hier en daar ook door humor weldadig aandoende, stuk. Wat dien humor betreft denk ik o. m. aan de wijze, waarop W. vertelt van de brieven welke hij ontving om hem op zijn plicht te wijzen en welke plichtvermanende brieven dan niet alleen vaak vlaktegenstrijdige adviezen, maat bij overeenstemmende adviezen, ook vaak vlak< 'tegenBtrijdige motieven gaven voor de oplosiing van het ge val.

Onder die motieven trof mij dat van dien broeder, volgens wien aannemen voor DR. WIELENGA plicht was, omdat hij, als hoogleeraar te KAMPEN, „zou kunnen medehelpen het bestaan der school beter tot een goed einde te brengen, om dan na volbrachten arbeid" (alias moord) teekent W. zelf hier terecht bij aan — . „tot het predikambt wedet te keeren."

„Dit advies kwam niet van de vrienden der school", zet hij tusschen twee haakjes achter zijn vermelding van dit zeker niet chtistelijkgereformeerd ethische motief.

a. DR. P. A. E. SILLEVIS SMITT. STRIJDEN VOOR

HET GELOOF. AfscheidS'predicatie gehouden te Amsterdam in de Keisersgrachtkerk den i3en November rQia. Uitgever W. Ten Have, voorheen Hövekers Boekhandel, Kalverstraat 154, b.h. Spui, Amsterdam 1912.

De prediker laat hier een kott en sober persoonlijk woord voorafgaan. Als hij daarin wijst op de lichtzijde, waatdoot het pijnlijke van de scheiding wordt verzacht, heet het onder meer: wij zijn gewoon, om de terreinen te onderscheiden van Kerk en Universiteit, van dienst des Woords en Theologie^ van het institutaire en het organische leven van de gemeente des Heeren. Maat wij sluiten ook niet het oog voor den nauwen samenhang. Het zijn dezelfde geloovigen en belijders, die in hun kerkelijk leven den Heere dienen naar Zijn Woord en die op het veld der wetenschap de Vrije Hoogeichool hebbea gesticht, die zij de hunne mogen noemen. De tekst van deze afscheidspreek is ontleend aan Judas:3 „U TE VERMANEN, DAT GIJ STRIJDT VOOR HET GELOOF, DAT EENMAAL DEN HEILIGEN OVERGELEVERD IS."

Na een duidelijke en zakelijke toelichting krijgen wij als thema: De gemeente des Heeren geroepen om te strijden voor het geloof, voor welke roeping dan als gronden worden aangevoerd: de waardq, die dit geloof bezit; de gemeenschap, die wij aan dit geloof hebben; en den tegenstand, waartegen dit geloof moet gehandhaafd.

Ook in deze pteek toont Dr. SILLXVIS SMrrr dat meesterschap in de homiletische kunst, hetwelk voor het door hém weldra te aanvaarden professoraat in de „diakonologische" of „ambtelijke vakken" zulk goede verwachtingen geeft.

Wat minder aangenaam aandoet is, dat de anders zoo smaakvolle uitgever, de laatste pagina als advertentie-blad gebruikt heeft.

3. PIERSON'S VLVCHTHEUVELZANGEM. Neerlands Zangbundel voor het Chiistelijk gezin. W. TEN HAVE v/h. Höveker's Boekhandel. Amsterdam i9r3.

Van deze 2^NOEN van den President-Directeur der Heldringgestichten, reeds vroeger door mij hier besproken, is thans een tweede druk verschen die met veertig nieuwe ZANGEN vermeerderd is.

In zijn voorbericht bij den eersten druk schreef Ds. PIKRSON: „Verscheiden zangen zijn bewerkingen van gedeelten der Schrift in meer of min vrijen vorm, terwijl er ook vertalingen in voorkomen vooral van liederen door J.S. Bach gegeven".

P1ERSON zong deze zangen niet alleen voor zijn huis, maar ook voor zijn volk. In een gedicht uit 1880, dat als Opdracht vooraan staat, bidt bij:

Daar trille in haar een sombre bas, Wanneer de vele en zware zonden • Mijns volks uw godiijk hart doorwonden, Waarvoor ons oog te lang gesloten was.

Doch ook:

Maar sla nog hooger toetsen aan, Waar dankbre tonen, vreugdepsalmen En ruischende Evangeliegaiknen Vol teedre melodie in samengaan.

Deze zangen zijn, vooral sedert de goedkoope uitgave, die in tien dagen was uitverkocht, door ons christelijk publiek met sympathie ontvangen.

Het ware te wenschen, dat men er ook sympathie voor kon wekken bij ons niet-christelijk publiek.

Misschien kan deze helpen. nieuwe dink daarbij

Deze druk toch is op zulk 'n wijze ingericht, dat de VLUCHTHEUVELZANGEN er in 6, afzonderlijk te verkrijgen bundels, in verschijnen en wel:

10. de 200 zangen met begeleiding;

20. de 40 nieuwe zangen met begeleiding. (De eerste druk gaf 160);

30. de 200 zangen 2-stemmig zonder begeleiding;

40. de 40 nieuwe zangen s-stemming zonder begeleiding;

50. enkel tekstboekjes der 200 liederen, zonder muziek;

60. verschillende liederen voor school-en Zondagsschoolgebruik, voornamelijk voor de feestdagen^ op losse vellen, enkel melodie zonder begeleiding.

Het wil mij voorkomen, dat, bij wijze van evangelisatie-middel, onder ons lager, maar óók onder ons hooger niet-christelijk publiek, een of meer dezer 6 bundels dienst zou kunnen doen. Dan, boe dit zij, de heer FISRSON en zijn uitgever hebben allereerst aan velen christenen met dezen tweeden druk een dienst bewezen.

„In kringen, waat tot dusver, nevens onze wonderschoone koralen, bijna uitsluitend liederen van SANKEY en soortgelijke bekend zijn, heb ik aldus de van God geroepen kunstenaars trachten te introduceeten, wetende dat zij alleen recht hebben hunne tonen te paren aan 't geen den Christen heilig is", — aldus Ds. PIERSON in zijn „Tweede Voorbericht".

4. J. M. BREDEE'S BOEKHANDEL-EN UITGEVKRS-Mij., Rotterdam, Oostmolenstraat i.

De heer BREDÉE zond ons ook nu weer zijn rijken en fraai geïllustreerden Catalogus van Boekwerken, Uitdeelingskaartjes, Zondaesschoolartikelen, Wandteksten, voor 1Ö12—1913. Met het oog op de naderende Feestdagen en Zondagsschool-uitdeelingen zal men goed doen dezen nieuwen Catalogus te ontbieden.

Uit eenige, bij den Catalogus toegezonden kinderboekjes, als HET BIJBELSCH PRENTENBOEK, tafereelen uit het O. en N. T.; THIRZA of de aantrekkingskracht van het Kruis; HET KERST­ GESCHENK DES KEIZERS ; VEKA Het Gebed eener Moeder; A. C. v. D. MAST Bromvliegje en vlindertje; HERMIKN Door Liefde Gewonnen; — blijkt, dat de heet Bredee ook nu weer gezorgd heeft onze christelijke kinderlectnur van keurige en fleurige en ook, wat inhoud betreft, aanbevelenswaardige werkjes te voorzien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen