Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het vlugschrift, dat Dr. Wielenga

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vlugschrift, dat Dr. Wielenga

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 6 December 1912.

Het vlugschrift, dat Dr. Wielenga onder den titel Post Tenebras in het licht zond, is wel reeds met een vriendelijk woord van lof wegens het keurige literaire kleed en de fijne humoristische trekken door onzen recensent aangekondigd, maar verdient toch een breedere bespreking om den inhoud zelf, die voor ons kerkel^k Icvea van actueel belang is. Deze brochure Is toch meer dan een persoonl^'ke confidentie, waarin de schrijver met beminnel^ke openhartigheid ons verhaalt welken innerlijken zielestrijd h^ gestreden heeft, voordat hij bedankte voor de benoeming tot hoogleeraar te Kampen, ze geeft tegel^k het beeld weer, dat de schrgver opving van de huidige verhoudingen in ons kerkel^k leven, bepaaldelijk wat het opleidingsvraagstuk betreft; . en waar dat beeld ons geteekend wordt door een man met zoo fijnen psychologischen blik, met zulk een nobel hart en met zulk een onpartijdig oordeel, heeft deze brochure meer waarde dan een persoonlijke expectoratie en wordt ze een „document d'histoire contemporaine", dat ook voor den toekomstigen gescliiedschrijver beteekenis zal hebben, wanneer hrj het leven onzer Kerken teekenen wil.

Wat de motieven betreft, die Dr. Wielenga bewogen om voor het aangeboden professoraat te bedanken, bl^kt uit deze brochure, dat bq hem geen principieele bezwaren tegen de aanvaarding vanhethoogleeraarschap aan de Theologische School bestonden. Al geeft hij voor zich zelf, „lettende op het karakter en de nooden onzer eeuw", asn de universitaire opleiding (met zuivere handhaving, ten opzichte van de theologische vorming, van het recht der Kerken) de voorkeur, een opleiding aan een Theologische School, die van de Kerken uitgaat, acht hij daarom „volstrekt niet ongeoorloofd of onschrlftuurlijk" (blz. 17). Zelfs gaat h^ nog verder en verklaart, dat naar z^n overtuiging de billijkheid en de trouw aan het in 1892 aangegane akkoord eischt, dat de School der Kerken gehandhaafd zal blijven, zoolang er geen communis opinio desaangaande in onze Kerken gerijpt is. Op dezen grond school er voor zijn gevoel ook niets oneerlijks in, wanneer een man met zijn opvattingen een hoogleeraarsbenoeming te Kampen aannam (blz. 18) Waar een principieele beslissing derhalve niet kon genomen worden moest het pro en contra van deze benoeming worden opgewogen tegen elkander, en dan was er veel wat hem naar Kampen trok. Het professoraat lokte hem aan, vooral de gedachte om zich geheel aan de studie en aan de opleiding van jonge mannen tot het ambt van Dienaar desWoordste wijden. Er was een band van traditie aan Kampen, waaraan zijn vader het beste deel van zijn leven wgdde en waaraan hig zelf zooveel had te danken. Daarbij kwam, dat de leidende mannen In ons kerkelijk leven hem schier eenparig aanrieden te gaan. Maar tegenover dat pro stond een contra, dat niet minder gewicht in de schaal wierp: de hartel^ke band aan de gemeente van Amsterdam, waaraan hij pas zoo kort verbonden was; de moeilijkheid, waarin deze gemeente zou komen, wanneer ze plots twee van haar jongere dienaren verloor, en de evangelisatiearbeid, die, met kracht ter hand genomen, rijke vruchten beloofde. Zoo stond pro en contra tegenover elkander en de evenaar sloeg noch naar rechts noch naar links door. „De blijdschap, de geestdrift, het élan, dat verbonden is aan de stellige wetenschap: ik mag het doen, ik moet het doen I — bleef uit" (blz. 19). Daarom heeft Dr. Wielenga tenslotte bedankt. Gelijk hij zelf getuigt, Is dit besluit niet genomen onder eenige pressie van buiten. Als vrij en onafhankelijk man heeft hij zijn beslissing genomen voor het aangezicht des Heeren. En de verantwoordelijkheid voor die beslissing draagt dan ook niemand dan hij zelf.

Deze rondborstige verklaring stelten we op hoogen prijs, en we danken Dr. Wielenga, dat hij haar heeft afgelegd. Ze heeft de nevelen, die om dit bedanken hingen, opgeklaard en het post teneèras lux geldt in dit opzicht van zijn brochure ten volle. Al is het volkomen waar, dat deze brochure aan hetgeen geschied is, niets verandert, en dat Dr. Wielenga natuurlijk niet verplicht was de redenen van z^'n bedanken publiek te maken, het zou onheusch wezen, nu hij proprio motu aan de Kerken, die tot dit ambt hem riepen, de motieven voor zi^n bedanken mededeelde, hem daarvoor niet openlgk dank te betuigen.

Toch zou de korte mededeellng dezer motieven, die evengoed In een ingezonden schrijven aan een onzer kerkél^ke bladen had kunnen geschieden, de uitgave dezer brochure niet gewettigd hebben. Indien Dr. Wielenga daaraan niet had toegevoegd een photograüsche reproductie van den „kijk", dien h^ mee door al wat In deze dagen van beraad gebeurde, kreeg „op de toestanden in ons kerkelijk leven, speciaal op de positie der Theologische School". In hoeverre ook deze „kijk" Invloed heeft gehad op zijn beslissing, zegt h^ aan het slot zijner brochure zelf. Na eerst te hebben vermeld wat geen, of althans geen overwegende, beteekenis voor hem gehad had, gaat h^ aldus voort:

Doch wel was dene vraag voor mij van overwegend gewicht: Kan ik mijn tegenwoordigen werkkring ruilen voor dien anderen, en — wellicht mijn gansche leven — arbeiden aan een school, die wordt z'erdragen door een meerderheid, die naar eenheid van opleiding snakt, en ^«dragen door een groep van broeders, wier beginsel ik niet waardeeren kan. Zeker, ik zou mij hebben kunnen plaatsen op het standpunt: doe aan de school uw plicht, en arbeid daar uit uw eigen levensbeginsel. Er zijn immers in de kerken ook duizenden, die de school liefhebben en haar steunen, zonder dat zij dit uit dit beginsel doen.

Maar de vraag rees: zal ik steeds sterk genoeg zijn, wanneer de eenheid uitblijft, met die blijmoedigheid en energie te werken, die voor zoo verantwoordelijke taak van noode is? Zal ik dat kunnen doen in een stad, die (om nn maar zacht te zeggen) nog niet opgeklommen is tot een centrum van het cultuurleven onzes tijds? Zal ik, ondanks den invloed der omstandigheden, te allen tijde trouw blijven aan mijn beginsel, en als ik het doe, zal ik dan de rust hebben, zonder welke de mensch niet ademen, leven, turen kan?

Zie, deze vraag hield mij in spannbg. En de gewenichte overtuiging, dat ik het /lm doen, kreeg ik niet. Ik begeerde wel, dat ik de blijmoedigheid, die ook dikwijls tot vrijmoedigheid inspireert, ontvangen mocht. In andere omstandigheden zon ik ze misschien ontvangen hebben. Als er niet het sterke contra van mijn tegenwoordig arbeidsveld eenerzijds en anderzijds het contra van de getoonde aversie van sommige leidende mannen der „Wachterpartij" (vergun mij de uitdrukking) geweest was, zou ik misschien overgebogen zijn. Maar nn werd ik voor de beslissing niet rijp. En toen ik mij zelf tot het besluit der aanneming wilde dwingsn, voelde ik dadelijk den terugslag, merkte ik terstond dat dit geen daad was die in mij wortelde. Daarom had ik geen vrede bij dat besluit en vond ik tenslotte alleen rust in bedanken. t j

De nadere uiteenzetting hiervan vormt dan ook den eigenlijken Inhoud der brochure. Daaraan ontleent ze haar beteekenis. Eenvolgend maal komen we op dit historische exposé terug.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Het vlugschrift, dat Dr. Wielenga

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1912

De Heraut | 4 Pagina's