Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Naar zijn evenbeeld”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Naar zijn evenbeeld”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon eenen zoon naar zijne gelijkenisse, naar zijn evenbeeld, en noemde zijnen naam Seth. Gen. 5 : 3.

Van Adam betuigt de Schrift ons, dat hem toen hij 130 jaar oud was, Ssth geboren werd, en dan staat er uitdrukkelijk bij, dat hij in Seth een zoon gewon „naar zijn gelijkenis en naar zijn evenbeeld". Hierover nu leest men veelal heen. Het schijnt toch iets heel gewoons, dat een vader een kind krijgt, dat op hem lijkt.

Bij nader bezien blijkt intusschen, dat er io deie opmerkelijke woorden meer schuilt. £r gaat toch vlak vooraf, dat Adam zelf geschapen was „naar de gelijkenisse Gods", en hierop volgt dan dat Seth geschapen werd „naar de gelijkenis van Adam". Op zichzelf is 't een bijna natuurlijk iets, dat een zoon op zijn vader lijkt, maar zooals 't hier staat, geldt het niet van u of van mij, maar geldt 't uitsluitend van Adam. AUeen Adam toch was, zonder tusschenpersoon, rechtstreeks naar het evenbeeld van God geschapen, en in verband hiermee wordt nu betuigd, dat Seth gewonnen werd naar de gelijkenis van Adam. Het ééne slaat blijkbaar op 't andere terug. Ook in Seth scheen 't beeld van God na, maar niet rechtstreeks, doch door een tusschenscbakel. £n zoo kan nóg betuigd, dat alle kinderen der menschen nog steeds naar den beelde Gods geschapen worden, maar, en dat is 't onderscheid, met een steeds langer reeks van tusscheoschakels.

Welken invloed heeft dit nu op 't evenbeeld, dat aan de schepping van alle kinderen der menschen ten grondslag ligt?

Het klaarst ziet ge dit in, zoo ge u denkt, dat er geen zonde in het paradijs den mensch vergiftigd had, en dat dus nu cóg in alle levende personen het beeld Gods uitblonk.

Immers, ook al ware geen zonde ingetreden, toch zouden niet alle menschen eender geweest zijn. In de gezinnen, in de familiên, in de geslachten zouden zich allerlei typen van menschen vertoond hebben, de ééne type geheel van de andere verschillend. Reeds het feit, dat een kind evengoed het type van zijn moeder als van zijn vader kan overnemen, is bron van eindelooze verschillen. Rekent ge dus buiten de zonde, dan zou het evenbeeld Gods wel ongeschonden zijn gebleven, maai 't zou ook zonder zonde zich in rijke veelvormigheid hebben vertoond. Zooals ge zelfs in de bloemen aan eenzelfde plant tal van verscheidenheden, of vaiiatiën, kunt opmerken, zoo zou ook zonder zonde de onuitsprekelijke rijkdom van 't beeld Gods zich in niet te noemen verscheidenheid van typen onder de menschen hebben voortgeplant.

Doch nu is er een tweede oorzaak van allerlei verscheidenheid bijgekomen.

Na het intreden' der zonde toch heeft zich het menschelijk wezen niet alleen in de rijkste verscheidenheid van typen ontplooid, maar zijn bovendien de trekken van elk van die (typen door de zonde verbogen, geschonden, vervalscht, en daardoor in allerlei zeer verschillenden vorm uitgekomen. Wie zelf door zonde in zijn gelijkenis naar het evenbeeld Gods vervalscht is, draagt aan zijn kind dat vervalschte beeld over. Dat moet zoo. Dat kan niet anders. £n vandaar dat ge telkens ziet, hoe in kinderen ook de verkeerde, de zondige karaktertrekken van hun ouders zich voortplanten. Gemeenlijk ondergaan ook die zondige karaktertrekken in het evenbeeld weer wijziging, vooreerst door het zich vermengen van hetgeen in den vader leefde, met wat leefde in de moeder, maar dan ook door verergering of verzacbting. Soms komt de zondige trek van vader in het kind nog sterker uit, soms daarentegen minder.

Bovendien werkt hierop nog een geheel andere invloed. Telkens toch ziet men, dat een kind iets meer het type van zijn grootvader of grootmoeder, dan dat van zijn eigen vader of moeder vertoont. Ditzijndan de karaktertrekken die zich sinds meerdere geslachten in eenzelfde familie ontwikkeld hebben, en die op kleinkinderen en uaneven zoo krachtig inwerken, dat ze het evenbeeld van den eigen vader en eigen moeder bijna verdringen. Alleen van Seth kan daarom gezegd, dat hij seniglijk naar Adam's evenbeeld geschapen was. Reeds bij Enoswerd de invloed die 't karakter vormde, gemengd, en als na den vloed Noach met zijn drie zonen op nieuw een menschelijk geslacht gaat inleiden, is het type of karakter in Sem, Cbam en Japhet reeds zoo scherp afgeteekend, dat het machtig verschil, dat daarna de volken of natiën verdeelde, hieruit rechtstreeks opkwam.

Geldt dus ook van u en van mij, wat van Seth geboekt staat, dat hij geschapen was naar het evenbeeld van zijn genereerder, zoo heeft 't toch bij ons een veel meer saamgestelde beteekenis. Bij Seth beteekende het, dat de gelijkenis met het Beeld Gods lO. door Adams zonde zoo ongelooflijk verwrongen was, en 20, dat het type van Adam en Eva saam op Seth inwerkte. Voor ons daarentegen beteekent het, dat de machtige invloed van honderden elkaar opvolgende geslachten een karaktermengsel gaf, dat met een bepaald type ook in ons voortleeft, en dat we hiervan den invloed ondergaan.

Maar dan ook, en hierop wordt veel te weinig gelet, volgt er eveazoo uit, dat ook wij 6as type op onze kinderen overdragen, niet zoo dat ze precies op ons gelijken, maar dan toch in dien zin, dat de soort, 't type, dat wij vertoonen, zich als erfgoed der familie in onze kinderen en kindskinderen voortplant, en dat, al naar 't Jbeeld van ons eigen wezen is, ook het evenbeeld zich in onze kinderen zal vertoonen.

Gedeeld, gevarieerd, onderscheiden. In het ééne kind weer deze, in 't andere die trek van ons karakter en ons type, maar toch altoos zoo, dat evenals lichamelijk en op 't gelaat zekere gelijkenis tusschen kinderen en hun ouders bestaat, zoo ook geestelijk 't karakter in het type zich afteekent.

Uiterst belangrijk is, wat hieruit voortvloeit voor onze verhouding tot onze kinderen.

Zelfkennis leett ons dan ook onze kinderen kennen, die immers ons evenbeeld dragen. Wie nu in eigen karakter de verkeerde trekken van zijn wezen naspeutt, en zich er op toelegt om wat krom is recht te zetten, weet daardoor vanzelf, wat hij in zijn kinderen vooral te bestrijden heeft, en hoe bij ook zijn kinderen leeren moet om de oude familiezonden tegen te staan en, mocht 't zijn, met Gods hulpe te overwinnen.

En hierbij blijft het niet.

Ons kind, dat naar ons evenbeeld geschapen is, zal 't goede en het verkeerde van dat evenbeeld, onder het opgroeien door omgeving en opleiding vastzetten of tegenwerken. Vandaar het gewetenloore in ouders, die hierop niet letten; die door eigen voorbeeld den kwaden karaktertrek van het kind nog scherper maken, dan die door de geboorte reeds was; en die inplaats van dat verkeerde in het type te boven te komen, het in 't kind nog prikkelen en verergeren. Zoo zijn er ouders van zinnelijk type, die 'i zinnelijke in hun kinderen nog verweekelijken. Ouders met hoogmoedstraanzin, die in hun kinderen de hoogheid van hart nog verscherpen. Al te gader gemis aan ernst, grenzende aan gewetenloosheid.

En daarom ligt er In dat korte woord van Gen. V : 3 zoo hoog ernstig vermaan.

Ons kind naar ons evenbeeld, en daarom onze roepir; g om bet beeld van ons eigen wezen in ons eigen karakter en eigen levensgedrag te zuiveren en te veredelen; wat men noemt, de roeping om voorbeeld voor zijn evenbeeld te zijn.

Maar dan ook het vermaan, om aan zijn kinderen de oogen te openen voor het gevaar, dat hen bedreigd, juist wijl ze ons evenbeeld dragen, of met Gods hulp de goede trekken uit dat beeld mochten verscherpt worden, en de kwade trekken verdonkerd en uitgewischt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 oktober 1913

De Heraut | 4 Pagina's

„Naar zijn evenbeeld”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 oktober 1913

De Heraut | 4 Pagina's