Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Wandelen in de ruimte”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Wandelen in de ruimte”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik uwe bevelen gezocht heb. Psalm 119 : 45.

De karakters verschillen, maar toch is er bijna niemand, die zijn eerste jeugd achter zich heeft, en niet uit eigen ervaring weet, wat 't is, 't «benauwd te hebben«, o, zoo benauwd, nu niet op de borst of in de longen, maar in zijn zielsgevoel, in zijn persoonlijk • bewustzijn, en in zijn, hart.

We onderschatten daarom de benauwdheden die uit borstaandoening opkomen, niet. Ook die beheerschen maar al te vaak onze stemming. En niet zelden kan men opmerken, hoe lichamelijke benauwdheid ook het zielsoog verdonkert, en pessimistisch stemt. Of ook omgekeerd, lang niet zoo zelden, drukt benauwdheid die 't gemoed aangrijpt, ook het gestel. Bijna altoos is er tusschen benauwdheid op de borst en benauwdheid in de ziel zekere samenhang, maar 't uitgangspunt verschilt dan toch geheel, en als de Psalmdichter jubelt: »Ik zal wandelen in de ruimte«, drukt hij uit wat bange benauwdheid hem had aangegrepen, nu niet lichamelijk, maar in de stemming van zijn geest.

Benauwdheid en ruimte staan dan tegenover elkander. Zoo loofde en dankte de Psalmist in Psalm 4:2: Als ik roep, verhoor mij, o God mijner gerechtigheid! In benauwdheid hebt Gij mij ruimte gemaakti.. Evenzoo betuigt hij in den 18en Psalm: Als mij bange was, riep ik den Heere aan, e7i Hij voerde mij tiit in de ruimten. En nogmaals klinkt 't ons uit Psato 118:5 tegen: Uit de benauwdheid heb ik den Heere aangeroepen; de Heere heeft mij verhoord, stellende mij in de ruimtei.. Zoo staan die twee steeds tegen elkander over. Van nature hunkeren we naar de ruimte, maar telkens wordt het ons banger, worden we benauwd en voelen we ons gedrukt, en dan perst en dringt 't alles in ons, om weer in de ruimte gesteld te worden, en met vrijen ademtocht in de ons toelachende ruimte te genieten. De leeuwerik en de egel zijn ons hierin ten zinnebeeld. Want ook onze ziel begeert om vrij als de vogel in de open lucht onze wieken te kunnen uitslaan. Dan voelen we ons in de ruimte. Maar telkens overkomt ons, dat we als de egel in onze loopgraven moeten wegkruipen, en dan hebben we 't benauwd en is 't ons bange.

Die druk, die soms doodelijke benauwdheid, kan op alle manier ons 't hart ineen doen krimpen. Hoe velen zijn er niet, die in geldelijke benauwdheid beklemd zitten. Tegenspoed in zakeft kan soms, o, zoo bitter bang maken. Maar ook op allerlei andere wijs kan ons benauwdheid het hart toenijpen. Moeilijke familie-aangelegenheden, huwelijks-verdriet, eenbedenkelijk krankbed van een onzer lieven, een taak die op ons rust en ons te zwaar wordt, ernstige geschillen waarin men ons verwikkelde, o, 't kan alles een benauwdheid over ons brengen die ons het hart nijpt en toeperst. En nu spreken we nog niet eens van zielsbenauwdheden voor God als de conscientie ons aanklaagt, of als geloofstwijfelingen ons een oogenblik den uitweg afsnijden, o, In onze gezelschappen en op 's heeren straten zien we meestal enkel de blijhartigen hun weg vervolgen, maar in de eenzaamheid, en in de binnenkamer', of zelfs op de legerstede waarop de slaap ons ontgaat, wordt nog altoos vaak zoo bitter en bitter in angst, en zielsbenauwdheid geleden.

En daartegenover stelt nu de Psalmist die heerlijke gedachte van 't »wandelen in de ruimte." Let op beide uitdrukkingen. Uit wandelen gaat ge, als ge, van zorgen ontslagen, u vrij in den geest voelt, en nu ook vrij met uw ademtocht in de frissche zonnige lucht van bosch of heide u vertreden wilt. In onze kamervertrekken voelen we ons altoos beperkt, en vooral een lagere verdieping drukt, en daarom drijft dan de' dorst naar frischheid ons onze woning uit, de heldere en hoogere lucht tegen, dat we als een vogeltje zouden willen opvHegen in de wolken, en waar dit niet kan, dan toch in de open lucht genieten willen. De zoo interessante poging, die thans allerwegen wordt aangewend, om met luchtschepen de hooge lucht te doorklieven, trekt niet 't minst] ons daarom zoo aan, omdat ze een dusver ongekende ruimte voor ons menschelijk durven ontsluit. Wat ons opsluit benauwt ons; waar de sferen zich voor ons ontsluiten, verdiept zich onze ademtocht en jubelen we in de ruimte waarin we wiegelen kunnen.

En waar zoo reeds het rijke begrip van de »ruimte* ons toespreekt, ligt er nog meer in dat Dwandeleni.. Ook als de ernst van het leven ons voortzweept, kan toch bij het krachtig ons voortbewegen de ruime frissche lucht ons goed doen. Maar veel rijker nog wordt ons dit, als we, van zorgen ontslagen, ons hartv oor een wijlen ontlasten kunnen, om nu te gaan wandelen., en juist onder dit wandelen volop en vrijuit de weelde van die ruimte om ons en binnen in ons in te drinken.

Geldt dit nu voor uitgaan in de vrije natuur, toch hebben we dit begrip van ruimte ook op ons maatschappelijk leven overgebracht. Wie vroeger geldelijk gedrukt was, maar nu er boven op kwam, roemt dat hij zich nu in de ruimte bewegen kan. En zoo ook wie in vroeger jaren gejaagd werd, dat er geen plek van ruste was voor 't hol van zijn voet, geniet er zoo ten volle in, zoo hij later meer ruimte en tijd krijgt en van dit rustelooze jagen af is.

Maar hierbij blijft 't niet.

Wie allengs uit de oppervlakkigheid naar de diepte van het leven afdaalde, doet de ijijnlijke ervaring van nog heel anderen druk en tegenheden op. Hij wordt verwikkeld in plannen en ontwerpen, die hem 't hoofd breken. Allerlei geschillen in het publieke leven houden hem bezig. Hij stuit op verzet en tegenspraak die hem den pas afsnijden. En straks, als hij tot zich zelf inkeert, en niet alleen met de wereld, maar ook met zijn God gaat rekenen, dringt allerlei zelfbeschuldiging op hem aan, wordt zijn ziel overstelpt door allerlei vragen, die als raadselen op hem aandringen, en komt er bekommernis in hem op, niet alleen voor eigen lichaam en persoon, maar straks veel meer nog voor de zake Gods in zijn Vaderland, voor den gewenschten afloop van de worsteling die ondernomen wordt, en waarin ook hij zijn sterken arm uitstak. Denk maar aan den man of de vrouw die soms jaren in hun levenskring zich de inspanning nooit lieten verdrieten, om in hun familiekring, en in hun stad pf dorp, voor de zaak des Heeren met al den hartstocht hunner ziel op te komen, en wie zal ze dan tellen de oogenblikken van bezorgdheid, van bangheid en van benauwdheden, die in al deze worstelingen om eigen schuld, om geloofstwijfel of om teleurstelling in den ijver voor Gods Koninkrijk, de ziel overvallen kunnen.

Moet dan de ziel, om weer in de ruimte gesteld te worden, wachten tot al deze nood en al deze worsteling en al deze teleurstelling een einde zal hebben genomen?

Maar als dit zoo ware, zou Gods lieve volk tot aan zijn sterven toe in de benauwdheden benepen zijn, want aan deze zijde van 't graf kunnen die donkere wolken ons nooit gespaard worden.

Neen, dat zitten in de ruimte gaat dan zoo heel anders toe.

Dan toch kan de Heere het u toebrengen, dat ge in de cel zit opgesloten, en u toch zoo in de ruimte voelt, dat ge zingen en jubelen gaat zooals Paulus en Silas in den kerker te Philippi.

In een paleis kan doodelijke benauwdheid de ziel beklemmen, en in een kluis kan 't hart in de ruimte wandelen.

Dit mysterie ligt geestelijk.

Het is maar de vraag, of uw God u door zijn engelenwacht in de ruimte stelt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1913

De Heraut | 4 Pagina's

„Wandelen in de ruimte”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1913

De Heraut | 4 Pagina's