Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Volg het swade nite na”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Volg het swade nite na”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefden, volg het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet, heeft God niet gezien. 3 Johannes : 11.

Van nature is het ons eigen, met anderen mee te doen en anderen na te doen. Die zucht is ons ingeschapen. Die neiging ligt in den aard van ons menschelijk wezen. Ook bij de' dieren vindt ge zulk een liefde voor imitatie, maar veel, veel sterker toch onder menschen.

Bij insecten zit hier soms de zucht achter, om zich tegen een vijand te beschutten. Bekend zijn onder de gevleugelden de Heliconiden, die zoo bittere lucht afgeven, dat geen kever er in happen wil. En nu merkten Wallace en Bates op dat er kapellen zijn, die om aan hun vijand te ontkomen, deze Heliconiden nabootsten. Zoo iets zou men onder menschen aoemen: Zich verkleeden. Bij ons daarentegen werkt de imitatie in de mode. Komt er andere mode op, dan

duurt 't-niet lang of zoo goed als ieder doet ze na. Verzint een modebesteller te Parijs het, 'óm zijn dames een soort taschje onder den arm te stoppen, dan duurt 't geen jaar, of in heel Europa en Amerika loopen alle dames er mee onder den arm. Zelfs is die mode zulk een macht, dat wie er zich tegen verzet, in de kijk loopt.

Nu kunt ge hier wel tegen toornen, maar dit neemt niet weg, dat de imitatiezucht ons in ons bloed en in onzen geest zit.

Begint in een gezelschap de een onverzadelijk te lachen, dan duurt 't niet lang, of ook de ander kan zich van lachen niet onthouden, en pp 't laatst zit een ieder té schudden. Of ook komt er in intiemer kring geween op, dan kan straks niemand zijn tranen meer bedwingen. Gaat er omgekeerd een vroolijk geroep door de straten, dan wekt dit elk voorbijganger op, en in 't eind wordt 't één gejuich en één gejubel. Wie zelf neerslachtig is stemt een ander melancholiek. Wie uit zijn aard vroolijk van zin is, vroolijkt ook zijn vrienden op. Soms beurt men door dit eenvoudige middel een die verdrietig werd, een heel eind op.

Altoos krachtens de ons ingeschapen neiging om anderen na te doen of met anderen mee te doen.

Dit komt uit in al onze gebruiken, manieren van doen en omgangsvormen. Ge ziet 't bij huwelijk, bij kraam, of bij sterfgeval. Steeds vraagt men hoe anderen het dan aanleggen, en doet 't ook zoo. Verreist ge, en komt geineen ander land, dan doet ge 't alles meê zooals 't daar de anderen doen. Wij zitten aan tafel op Stoel of bank, maar in andere streken/? ^/ men aan den disch, en als wij er komen, doen we mee.

Wel zijn er altoos enkele eenlingen, die, om hun zelfstandigheid te toonen, expres niet meedoen, en als Einspdnner door het leven rijden, maar dit is onnatuur. Zelfstandigheid is kostelijk, om te keeren wat boos is of tegen God ingaat, en wee uwer, zoo ge dan u door imitatiezucht laat meeslepen. Maar in zulk een geval is 't niet enkel de kunst, om met het booze niet meê te doen, maar is 't eisch dat ge juist meedoet met de goeden. De imitatiegave wordt nooit straffeloos verzuimd.

Waarvan komt nu die imitatiegave ?

God schiep ze ons in, natuurlijk!, maar waarin schuilt ze? En op die vraag luidt 't antwoord: In de organische eenheid van gezin, geslacht, volk en menschheid. We zijn niet een hoop ziel-atomen, elk op onszelf, maar vormen allen één lichaam. Nu door zonde krank. Maar ook in de heerhjke toekomst die ons beidt, zal 't wederom zijn, heel de menschheid één lichaam, met Christus als haar hoofd. En gelijk nu in ons persoonlijk lichaam zenuwen en spieren samen trekken, zoo trekt ook in dit groote licftaam der menschheid het verborgen leven naar één kant, in één vorm, op één manier. En vandaar komt onze imitatiezucht, onze zucht om na te doen en na te volgen.

Vandaar komt de actie in het leven, de stroom van actie, die in 't eind alles optilt en meevoert. Ge ziet 't nu weer aan de Zendingsactie die van allen kant opkwam, en waar schier een ieder aan meedoet. De mode zit volstrekt niet alleen in de klecren, maar even goed in een boek dat i«der leest, in een werk waar ieder aan meedoet. Zelfs de brandstapel lokt den martelaar. In de 16e eeuw werd het voor onze vaderen een meedoen van allen kant, om het geloof te redden. De mode zit zelfs in de pubUekc opinie. Ze schuilt in den tijdgeest. In uw kerkelijk saamleven.

Liefst niet op zich zelf willen staan, o, zoo gaarne saam 't doen. Al 't gezelschappelijke bezielend en opheffend. Doen als anderen doen, en met anderen meê-en samendoen. Men hoort dan wat er elders gaande en hangende is, en komt bijeen om te vragen: Zouden wij 't in onze stad, in ons dorp ook niet doen?

Altoos een pijlbundel met 't koord er om geslagen, en steeds weer de imitatiezucht, die ons van nature eigen is, d. i. het koord.

Doch nu komt de keuze, en met die keuze de keur.

Niet, zoolang er slechts één stroom gaat, maar wel zoodra er twee stroomingen tegen elkaar in lüopen, de ééne vroom, de andere wereldsch, de ééne serieus, de andere lichtzinnig, de ééne met de vraag wat God wil, en de andere onder het merk wat menschen aardig vinden.

Dan komt er tweeërlei voelhoorn in u op. De eene zinlijk, zelfzuchtig, hooghartig, de andere geestelijk, liefde ademend en nederig van zin.

Niet één, maar twee werelden spiegelen dan haar beeld op u af, kwaad de ééne, goed de andere. Gé staat dan voor de keuze, en moet uw keus toepassen. En nu komt de vraag, waar sluit zich de imitatiezucht van uw eigen ziel bij aan. Ondergaat ge nu den invloed van t kwade of van het goede? Op welk van die twee magneten reageert ge? Ge ziet twee voorbeelden, twee modellen, kwaad 't een, goed 't ander. Welk van die twee volgt ge nu na?

En daarop nu antwoordt de apostel van Jezus: »Geliefden, volgt het kwade a? V^na, maar volgt na het goede!«

Thomas a Kempis bracht dit op Jezus over, en zoo kwam in 1415 het schoone boekske uit: De imitatione Chrtsti^ d. w. z. Van de navolging Christi^ een godvruchtig boekske, dat nu reeds meer dan 5000 maal ter perse is gelegd, en in alle talen is overgezet.

Ook in dit boekske is het uitgangspunt de imitatiezucht die aan onze natuur eigen is, de on» ingeschapen neiging tot navolging. En nu de ruk aan uw hart, om die imitatie van de wereld en vari de onheilige voorbeelden af te trekken, en ze eeniglijk te richten op Hem, »die ons een voorbeeld nagelaten heeft, opdat we in zijn voetstappen wandelen zouden.*

Hooger kan uw imitatiezucht zich niet opheffen.

Als Jezus een gestalte in u krijgt, is uw heiligste imitatiezucht vanzelf bevredigd. Meer nog, dan zijt gij anderen ten voorbeeld, en zij imiteeren u.

Gelukkig de prediker, die met den apostel zeggen kan: 'Gelijk ge mij tot een voorbeeld hebt« (Philip. 3:17). En driewerf gelukkig de vader en de moeder, die. God dankend, roemen mogen: oor ons na te vo'gen, is ons kroost in de imitatie van Christus ingeleid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

„Volg het swade nite na”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's