Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor kinderen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BROOD OP HET WATER.

XIV.

VERKREGEN.

Op den rug van het paard, door Roderik bereden, lag een pak met een touw omwonden. Ik vermoedde dadelijk, dat hij dit zoo pas had ontvangen, doch in elk geval was van den man, dien ik voor den bezorger hield, niet

meer te zien. De Zigeuner nam het pak en zei, terwijl hij het mij aanbood:

»Gij kunt mij nog een grooten dienst bewijzen, en tegelijk een ander ook, die niet ver van u woont, 't Is een oud heer, een gewezen priester, 'geloof ik. Een van ons volk heeft tegen mijn stellige bevelen in diefstal gepleegd, en bij dien ouden heer zilver ontvreemd. Ik wist er niets van, doch uw komst hier schijnt den dief verontrust te hebben. Althans hij heeft mij alles verteld. Ik beval dadelijk, dat het gestolene moest teruggegeven, en koos daartoe den veiligsten weg. Gaat een van ons naar het dorp met het pak, dan wordt hij allicht vastgehouden en moeten we allen lijden voor het kwaad door één bedreven. Wees nu zoo vriendelijk het pak den eigenaar terug te bezorgen, doch hij mag niet weten hoe ge er aan komt, natuurlijk.”

Ik begreep dat hij met den «priester" den predikant bedoelde, en vertelde hem, dat ik dien heer zeer goed kende, wat hem blijkbaar genoegen deed.

»Dat is een lastige opdracht vriend, " zei ik glimlachend, t't Kon er nog op loopen dat men mij aanzag voor den dief, en nu meende dat ik uit berouw of vrees het gestolene terugbracht. Evenwel, ik zal mijn best doen om uw wensch te vervullen, al durf ik niet beloven dat ik altijd zal kunnen zwijgen.

»0. ik ben niet bevreesd dat gij ons kwaad zoek'én zult", zei Roderik. »Gij zijt een voorzichtig man en zeker niet onze vijand. Dat hebt ge reeds getoond. En nu. God zegene u en vaarwel. Het is niet goed dat wij samen gezien worden, en dat kon hier licht gebeuren. Kan ik u ooit van dienst zijn dan zal ik het niet nalaten, en dat belooft gij ons ook zeker.”

Ik reikte hem de hand en sloeg den weg in door het vlakke veld, met het pak onder den arm dat tamehjk zwaar was. Roderik verdween snel met de paarden in het bosch.

Het v/as reeda geheel donker geworden, daar de maan zich achter de wolken verborg. Mij speet dit allerminst, daar ik niet den minsten lust gevoelde thans iemand te ontmoeten, en mijn hoofd vol gedachten was. Eerst was ik voornemens dadelijk mijn ouden vriend den predikant te bezoeken, doch ik bedacht nog bijtijds, dat in het dorp nagenoeg ieder vroeg ter rust ging en mijn komst dus stoornis zou verwekken. Ook begon ik mij nu, na de inspanning van den dag, uiterst moe te gevoelen, en besloot dus naar huis te gaan en eerst eens goed te rusten.

Ik vond echter het huis, waar ik inwoonde, ook reeds gesloten en de lieden te bed. Gelukkig ontwaakten zij, toen op mijn kloppen de wachthond geweldig begon te blaffen.

Tot mijn genoegen behoefde ik niet zoo lang buiten te wachten als den vorigen nacht mijn vriend Roderik. Wel echter merkte ik op, dat de lieden wat verbaasd keken, mij eerst zoo laat terug te zien, en nu met twee pakken inplaats van één. Ik begreep, dat zij van verlangen brandden om te weten, waar ik heel den dag geweest was. Eindelijk waagde de huisvrouw het zoo zijdelings te vragen.

»Ja juffrouw, antwoordde ik, " gij hebt zeker al gemerkt, dat een dokter niet altijd meester is van zijn tijd. Zoo ging het mij laatstleden nacht ook. Maar nu ben ik doodinoe en heb slaap. Goeden nacht& lt.

Na een lange rust, die mij zeer verkwikte, stond ik op toen het reeds hoog dag was. Ik moest dringend eenige zieken bezoeken. In den namiddag was ik daarmede gereed. Toen begaf ik mij naar mijn ouden vriend om hem het zijne terug te brengen.

De oude heer stond niet weinig verbaasd, toen ik hem het doel van mijn komst mededeelde. Al de huisgenooten werden geroepen en toen het pak geopend, dat ik den man des huizes had overhandigd. Zij onderzochten den inhoud nauwkeurig, 't Was al het ontvreemde. Geen stuk ontbrak.

Natuurlijk was ieder even nieuwsgierig om te weten, hoe ik aan het zilver kwam. Allerlei vragen werden mij gedaan, waarop ik zoo goed mogelijk het antwoord schuldig bleef. Tenslotte echter moet ik wel spreken:

jLieve vrienden», zei ik, »laat mij u vertellen, dat het zilver mij is bezorgd om het u te geven. Ik mocht die opdracht natuurlijk niet weigeren. Want dan hadt ge misschien het uwe niet weergekregen. Mèar wie de man is, die den diefstal pleegde, weet ik niet. Dit weet ik wel dat het niet was hij, die het gestolene wederbracht. Gij hebt in elk geval het uwe in zijn geheel terug en dat is het beste slot, dat de zaak hebben kon”.

BRIEFWISSELING.

WiUen de vragers eenig geduld oefenen ? Uitstel is geen afstel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Voor kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's