Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Zending.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze Zending in Indië is in den laatsten tijd niet fortuinlijk geweest.

Ds. H. P. Ingwersen, die van 1906 te •Poerworedjo-arbeidde, en gerepatrieerd was, heeft gemeend zijn werk in Indië niet te moeten voortzetten. Blijkbaar heeft hij van den Kerkeraad van Utrecht, die hem uitzond naar Java, verlof ontvangen zich weer beroepbaar te stellen' bij de Kerken in Nederland. Reeds thans is zulk een beroep op hem uitgebracht, en wanneer hij dit beroep heeft aangenomen, zal de Zendingspost te Poerworedjo vacant zijn en door den Kerkeraad te Utrecht een nieuwe missionaire Dienaar moeten worden beroepen.

Thans komt weer het bericht, dat ook Dr. B. J. Esser, die in den dienst van Rotterdam's Kerk van 1908 te Probolinggo arbeidde, met het oog op den gezondheidstoestand zijner vrouw terugkomen tooet. Al zal dit naar we van harte hopen, geen afscheid voor góéd wezen, toch zal het natuurlijk afhangen van den toestand zijner gade, of terugkeer mogelijk zal blijken. Moge daarom de rust en het verblijf in ons vaderland Mevrouw Esser goed doen en zij na niet al te langen tijd in staat staat blijken, met haar man weder naar Indië te gaan.

Verlof moeten onze missionnaire Dienaren op hun tijd hebben. Het klimaat in Indië eischt dit gebiedend. Zelfs zal het de vraag wezen, of de thans gestelde termijn niet te lang .is genomen, en onze Kerken niet goed zullen doen met zich in dit op zicht te richten naar de bepalingen, door het Gouvernement voor het verlof vastgesteld. Te lang uitstel van verlof zou op nog ernstiger schade uitloopen.

Maar wel is het zeer bedenkelijk voor de Zending, wanneer telkens nieuwe krachten moeten gezonden worden om vacant geworden - posten te bezetten. De studie, die vóór de voorbereiding geëischt wordt, eischt veel geld en veel tijd. En intusschen is de Zendingspost daardoor jarenlang vacant en wordt ook de continuïteit in den arbeid gemist.

Toch zijn deze tegenvallers niet het ernstigste bezwaar, dat onze Zending in Indië drukt. Veel ernstiger is nog, dat de vrucht van deze Zending tot dusver zoo weinig in overeenstemming is met al hetgeen aan'' dezen, arbeid wordt ten koste gelegd. Wanneer men het verslag nagaat, dat de Regeering in Indië telken jare publiek maakt van het aantal «bekeerlingen*, dan staat onze Zending geheel onderaaii. Niettegenstaande onze gezamenlijke Gereformeerde Kerken al van 1892 af met kracht de Zending op Java en Soemba ter hand hebben genomen, we behalve onze Keucheniusschoöi en zendingshospitalen 8 missionnaire predikanten in dienst hebben en voor deze Zending met inbegrip van de Regeeringssubsidie twee ton per jaar wordt uitgegeven, bedraagt het aantal gemeenteleden, de kinderen er onder begrepen, op geheel Tava (Batavia en Soerabaya er buiten gelaten) niet meer dan 1277 en opSoemba 709, saam dus niet meer dan 2000, waaronder dan nog gerekend zijn de Europeanen, die op deze plaatsen zich bij de Zendingsgemeente gevoegd hebben. Op Java zijn deze cijfers zoo verdeeld, dat Djokjakarta het hoogst staat met 609 (waaronder 259 kinderen), dan Poerbolinggo volgt met 255 (waaronder 106 kinderen) terwijl Poerworedjo, Keboemen, Wonosobo en Magelang, "d. w. z. vier Zendingsstations, elk met een eigen predikant, saam 608 leden tellen (waaronder 297 kinderen).

We zullen hiernaast geen cijfers stellen van andere Zendingsgenootschappen, omdat deze al te zeer zouden afsteken bij onze Zending. Ook mag men, om billijk te wezen, niet vergeten, dat deze Zendingsgenootschappen meestal langer hebben gearbeid. Maar als men rekent, dat de Sangi en Talaudzending op deze eilanden alleen 73.338 bekeerlingen telt, dan springt het verschil toch te sterk in het oog.

Het kan dan ook kwalijk gezegd worden, dat de vrucht van onze Zendingsactie in Indië beantwoordt aan de belangrijke offers, die de Kerken in Nederland zich daarvoor getroosten. Nog pas stond in het Koloniaal Weekblad, orgaan der Vereeniging Oost en West (5 Febr. 1914) in een correspondentie uit Oost-Indië, dat de resultaten der kerstening van onzen arbeid»bedroevend gering zijn«. Wat de oorzaken hiervan zijn, is niet gemakkelijk te zeggen. Of de fout schuilt in e; en verkeerd gekozen Zendingsterrein, of dat de oorzaak ligt in een verkeerde methode van arbeid, willen we thans niet beoordeelen. Maar al de liefde voor de Zending in onze kringen opgewekt en alle belangstelling in de Zendingsstudiekringen aan de kerstening der Javanen betoond, baat niet, wanneer in Indië zelf niet een weg wordt gevonden om het hart van den inlander te bereiken. Dit klemt' te meer, omdat volgens alle berichten, die uit Indië tot ons komen, er wel degelijk een sterke begeerte is van de inlandsche bevolking om een andere religie aan te nemen, én het niet geringe gevaar bestaat, waar hét Mohammedanisme zoo krachtig propaganda drijft, dat de bevolking, in plaats van tot het Christendom, tot den Islam zal overgaan. Nu kunnen we er natuurlijk niet aan denken om een post als Djokjakarta, waar onze Zendingsschool en ons' Zendingshospitaal staan en waar althans eenige vrucht gezien wordt, los te laten. Maar wel komt de vraag op, of het gewenscht is den arbeid langer voort te zetten op die Zendingsterreinen, waar het resultaat dusver zoo bedroevend gering is. Juist omdat buiten Java op de zoogenaamde Buitenezittingen de velden thans vVit schijnen m te oogsten en de Zendingsarbeid van ndere Zendingsgenootschappen hier zoo uitnemende vruéht draagt, scihijnt dsarin e en Goddelijke vingerwijzing ook voor onze, k Zending te liggen. Ook Paulus, waar hij geen »geopende deur voor het Evangelie" vond, bleef niet op die plaats, maar ging elders, waar zijn arbeid geen" ploegen op rotsen was. Een grondige en ernstige bespneking • van dit vraagstuk mag op onze aanstaande Synode wel eens plaats vinden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 februari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Onze Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 februari 1914

De Heraut | 4 Pagina's