Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Van Helsdingen, van Cubaard, plaatste èn in de Waarheidsvriend èn in de Gereformeerde Kerk een stuk over de reorganisatie der Xed. ïlerv. Kerk., waaraan we het hier volgende ontleenen :

De Kerk zelve make zich op om de door Christus /laar opgelegde taak te vervullen.

Maar zijn de Kerken na een werkeloosheid van bijna een eeuw wel instaat dat te doen ?

Zeer zeker, o.i., en ze zullen beter leeren doen, wat ze nog niet goed kunnen. Maar vergeten ^y•c 't niet »alleen al loopende loordt 't loopen geleerde. Geen theorieën alleen over verplaatsing van evenwicht kunnen hierbij baten.

Derhalve niet alleen als Gereformeerden in den Gereformeerden Bond of als Confessioneelen in de Confessioncele Vereeniging, maar als Bedienaren des t; oddelijkcn Woords, hebben de predikanten bij de bediening daarvan de sjen-ieente Ie wijzen op hare (ioddciijkc roeping om zieli in «teer en leven* als een sonieonte des Ilceren te openbaren. De ouderlingen te wijzen op hunne Goddelijke roeping, die zij bij hun bevestiging aanvaard hebben om »toe te zien dat geen vreemde leer worde voorgesteld*, om «naarstig wacht te houden, tegen de wolven, die in de schaapskooi van Christus mochten komen, * om getrouw te zijn in de beoefening der kerkelijke tucht, niet om te verderven, maar om te behouden en om het Avondmaal huns Heeren zuiver te houden, in dit alles zonder menschenvrees en getrouw als Calvijn, die zich liever door de overheid (schoon Gods dienaresse) liet verbannen, dan tegen den wil zijns Heeren in te gaan.

De ouderlingen moeten gevoelen, dat ook voor 't kerkelijke leven Gods Woord de richtsnoer moet wezen hunner handelingen en dat, zoo men zelf dat Woord bij tijd en wijle tér zijde stelt en krachteloos maakt door menschelijke inzettingen, men niet de gemeenteleden met de noodige klem kan voorhouden, dat zij steeds zullen vragen: «Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? «

En de gemeenteleden, zöo de ambtsdragers laksch en ontrouw zijn in 't vervullen van hunne roeping, zij mogen niet zwijgen, en hen met de verschuldigde hoogachting als dienaren-van Christus vermanen, hen steeds gedenkende in hunne gebeden.

Heel de gemeente dus moet in dezen ambtelijk op hare'roeping worden gewezen. Maar dat is nog niet alles. Er moet meer geschieden.

De plaatselijke kerken staan niet los naast elkaar. Zij vormen één geheel. Zij zijn organisch met elkander verbonden. Allereerst is er Classicaal, dan Provinciaal, dan Synodaal verband.

De Kerken in Classicaal verband samenkomende, hebben op hare vergadering de belangen der kerken binnen de classis te behartigen, elkander voor te lichten, te vermanen, te ondersteunen, niet 't minst bij de beoefening der tucht.

Door het door Ds. Eringa o.a. aldus genoemde «Besturen-systeem van 1816* werd dit alles in hoofdzaak onmogelijk gemaakt. Maar moeten de kerken 't maar lijdelijk aanzien dat 't zoo is en dat •artijen als partijen zich opmaken om haar hare rechten weer te geven ? Neen, nogmaals neen!

De Classicaal vergaderde kerken hebben zelven de handeii uit de mouwen te steken.'

Maar zullen ze 't kunnen doen ? Zeer zeker, en wat ze nog niet goed kunnen doen, zullen ze goed leeren.

Maar wederom, alleen al loopende leert men loopen ; en al doende leert meti.

Ee waar de offieieele classicale vergaderingen daarvoor niet dienen kunnen, waarom zou men zich dan niet met officieuse classicale vergaderingen behelpen ?

Vóór 1618 in den strijd tegen de Remonstranten kende men ze in ons vaderland en, in ieder geval ' tot voor korten tijd, ook nog bij de Gereformeerde Kerken in Frankrijk.

Ds. Lingbeek bracht ze voor ecnigen tijd dan ook ter sprake, als een middel, dat aangegrepen zou kunnen worden, als de Synode de voorstellen tot reorganisatie bleef negeeren. Hij voegde er echter aanstonds de waarschuwing aan toe om voorzichtig te wezen, daar ook de doleerenden dit middel hebben aangegrepen.

Maar immers, indien de doleerenden met afscheidingsbeginselen waren besmet (waar we hier niet op ingaan.) dan is 't immers niet te verwonderen, dat zij ook dit p-iiddel misbruiken!

Dan... alleen loopende leert men loopen, al doende leert nien.

Daarbij, de Synode blijft afkcerig van alle reorganisatievoorstellen.

Derhalve is 't nu de tijd, om de kerken op te wekken om ALS KERKEN ook in dezen handelend op te treden, echter zorgdragend zooveel mogelijk in niets met 't Besturen-Systeem van 1816 in botsing te komen.

Hoe nuttig kunnen die officieuse class, vergaderingen dan niet zijn!

Men kan elkander met voorlichting en advies bijstaan bij zoo talloos vele moeilijke tuchtgevallen. Er kunnen referaten geleverd worden over allerlei onderwerpen.

Deputaten benoemd worden tot behartiging van geme'-enschappelijke belangen en om de Kerken, die tot nu tot geen afgevaardigden zonden, daartoe te bewegen-, om in genabuurde Moderne gemeenten Evangelisatieposten te stichten enz. En zoo dit alles in den Naam des Heeren wordt aangevat, welk een opgewekt kerkelijk leven kan daar niet uit voortspruiten.

Maar ... de kosten ... Ach pi-aat mij niet over de kosten. Als de reorganisatie tot stand is gekomen, moeten de kosten toch ook door de Kerken worden gedragen. Wij moeten toch iets over hebben voor onzen Koning Jezus Christus!

Maar .... de bezw-aren . ... Laat ze .gelden. Bezwaren zijn er om ze te overwinnen, opdat wij er door gestaald worden.

Doch één ding is beslist noodzakelijk: .Uen moet waarlijk reorganisatie willen, overtuigd zijn dat de Kerk als Kerk hier een roeping heeft te vervullen.

Gereformeerd hecten alleen is hiervoor niet voldoende. Gereformeerd zijn echter wil zeggen, steeds tot Reformatie bereid te zijn, waar de Heere er ons toeroept, ons onze roeping voor oogen houdt.

Och, dat de voormannen, de moedige kampvechters van den Gereformeerden Bond en van de Confessioncele Vereeniging, in dezen eens de handen ineensloegen, «verzamelen bliezen* en zich ook waarlijk verzamelden, dan zal 't blijken, hoe goed ze op kerkelijk terrein kimnen samenwefken.

Dat ze de Kerken eens opwekten om in officieuse Classicale, Provinciaal-Synodale en Generaal-Synodale vergaderingen samen te komen, zooveel mogelijk alles mijdend, wat hen met 't «Besturen-systeem van 1816* in botsing kan brengen, en men zal zien in hoe korten tijd de kerken van zelf dat «Besturensysteem* zullen zijn ontgroeid.

Zelfs de laatste uitvluchten van «onmondigheid en onrijpheid, « worden hem uit de handen geslagen. De Kerk heeft dan zichzelven gereorganiseerd in de kracht haars Gods.

Maar dan moet er aangepakt worden en niet lijdelijk worden toegezien. De Hoofdbesturen van den Gereformeerden Bond èu van de Confessioncele Vereeniging moeten dan o.i. de Kerken opv? ekken om, in officieuse Classicale vergaderingen saam te komen, terwijl de afdeelingen die actie moeten ondersteunen. De bereidwillig saaragekomen Kerken moeten dan niet rusten eer al de Kerken der Classis aan die vergaderingen deelnemen. Zij moeten de officieuse Classes hunner provincie uitnoodigen om provinciaal samen te komen. En de officieus provinciale samenkomsten moeten niet rusten eer men officieus generaal-synodaal komt. Zoolang men als ]'erecniging of Partij samenkomt en handelt, ismen Vereeniging of Partij, ^I\\Y.V.V.\Y: Ï. en 't gaat om de KERKE DES HEEREN.

Dat men haar nu opwekke!

Och Heere. gord Gij Uwe Kerke aan met wijsheid en kracht uit den Hooge!

Natuurlijk verheugen we ons over elk teeken van leven, dat van de Gereformeerde broederen in de Ned. Herv. Kerk uitgaat.

We zullen een actie van dien aard nimmer door te forsche critiek verzwakken, eer ze aanmoedigen.

Hoe ook aangevat, elke actie van dien aard is een téeken van leven, een blijk dat men weigert langer onder den doodelijkengeestesdruk van de bedorven atmosfeer te blijven.

Toch mogen we de opmerking niet achter houden, dat zich vergist, wie meent, dat op deze wijze de Kerk handelt.

Stel toch al, dat men er in slaagde op die wijze een classis, een provinciale vergadering en een Synode te krijgen, die bij de belijdenis zwoer, zóó niet kan er een Kerkrechtelijk geding opkomen tegen een predikant, die den Naam Gods lasterde en den Christus ontheiligde, of èn Classis èn Provintie èn Synode zou blijken er machteloos tegenover te staan.

.De reeële S)node zou den loochenaar der Waarheid maintineeren, en de quasi-Synode zou 't machteloos hebben aan te zien.

Wie vooruit zegt: .\ooit strijd tégen de Besturen ! verbreekt zelf den boog en kan geen pijl, die raakt, meer afschieten. Toch juichen we in de actie.

En nog luider zal onze juichtoon zijn, indien men, zijn plan doorzettend, ons in de feiten toonen kan, dat we miszien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 april 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 april 1914

De Heraut | 4 Pagina's