Armenraad.

Naar men ons mededeelt, wordt hier en daar door de Armenraden bij onze diakonieën er op aangedrongen, dat zij de namen der «bedeelden* aan den Armenraad zullen mededeelen. De beddeling van dit verzoek is niet, om op onbescheiden wijze er achter te komen, welke armen door onze diakonieën verzorgd worden, maar wel om te kunnen waken tegen het kwaad van dubbele bé^deeling. Indien de Armenraden van alle instellingen van weldadigheid opgave ontvangen, welke armen ondersteuning genieten en daarvan geregeld lijst houden, dan kunnen de Armenraden, door deze lijsten te vergelijken, ook, nagaan, welke armen dubbelen onderstand ontvangen en voor mogelijk misbruik waarschuwen.

'Maar hoezeer we dat goede doel begrijpen en waardeeren, mogen we toch niet nalaten onze diakonieën zeer ernstig te waarschuwen aan dezen drang geen gehoor te geven. Het eigenaardig karakter, dat de diaconale armenzorg draagt, verbiedt ons om de namen onzer armen aan anderen mede te deelen. De diakonie is het ambt door Christus ingesteld, om voor de arme broeders der gemeente te zorgen. Waar de gemeente een broederschap vormt, een groot gezin, waar elk lid medelijdt als het andere lijdt en de barmhartigheid van Christus ons dringt om voor zulke lijdende broeders te zorgen, daar is deze zorg een veel te heilige en teere zaak, om daarover naar buiten spreken ; evenmin als iemand, wanneer hij een verarmd familielid steunt, daarover aan anderen mededeeling zal doen. Het zou daarom een krenken onzer armen en een zondigen tegen den eisch der broederliefde wezen, wanneer de diakonie een lijst van de namen onzer armen aan welke corporatie ook, die buiten de Kerk staat, toe zou zenden.

Het Ministerie Heemskerk heeft bij de herziening der Armenwet dan ook uitdrukkelijk als beginsel aangenomen, dat geen diakonie verplicht mag worden de namen harer bedeelden mede te deelen. Alleen dan wanneer een arme zich wendt tot de Overheid of tot eenige instelling van weldadigheid om steun te vragen, heft hij daarmede zelf het geheim van zijn armoede op en is het geoorloofd, dat de diakonie inlichting geeft, of ook zij aan dezen arme hulp verleent. Er is daarom geen bezwaar tegen, wanneer de Armenraad van andere instellingen van weldadigheid zulke lijsten ontvangt, d^t hij aan de diakonie onzer^ Kerken vraagt, of deze armen ook door haar bedeeld worden, maar onze diakonie mag niet een lijst van de door haar verzorgde armen aan den Armenraad doen toekomen. Ter wille van het gemak van de administratie mag een beginsel, dat ons heilig is, niet worden prijsgegeven. •

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen