Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Het land zijner geboorte”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Het land zijner geboorte”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weent niet over den doode, en beklaagt hem niet; weent vrij over dien, die weggegaan is, want hij zal nimmermeer wederkomen, dat hij het land zijner geboorte zie. Jeremia 22 : 10.

Wij spreken van ons svaderlands, maar zoo deed Israel niet. Later nam men ook te Jerusalem dat woord »Vaderland«, van de andere volken, met name uit 't Grieksch, over, maar zoolang Israel een vrije volksstaat is geweest, sprak men in het Oude Testament niet van zijn svaderland», maar van »V land van zijn geboorte «..

Omgekeerd, in het Nieuwe Testament speelt het woord »vaderland* zelfs een zeer beteekenende rol. Een ieder herinnert zich het zeggen: -Een profeet is niet ongeëerd dan in zijn vaderlands., en evenzoo wat in Hebr. XI zoo roerend schoon betoogd wordt over hetgeen waardoor het hemelsche vaderland het vaderland hier op aarde te boven gaat in waardij. In het Oude Testament daarentegen vindt ge dat woord: vaderlands nergens, maar wel hoort ge daar Boaz tot Ruth zeggen: Het land uwer geboorte hebt ge verlaten, en zijt heengegaan tot een volk dat ge tevoren niet kendets (Ruth II : II) En evenzoo heet 't bij Jeremia (XL VI : 16): Staat op en laat ons wederkeeren tot ons volk, en tot het land onzer geboorten, juist zooals in dat andere woord, dat we uit Jeremia 11 : \.'i boven deze meditatie plaatsten.

IfHet verschil tusschen beide uitdrukkingen "pringt in het oog. Vaderland 'wijst terug naar het voorgeslacht. Het ontleent zijn beteekenis aan het verleden^ en aan wat in de historie der vaderen ook ons toespreekt; iets wat wij Nederlanders te sterker gevoelen, omdat juist hetgeen de vaderen hier op onze erve doorworstelden zoo heroiek aangrijpend was, en van meet af zoo heiKg stempel droeg. Het »)and onzer geboorte* daarentegen is persoonlijk. Het ontleent zijn bekoring niet aan wat vroegere geslachten tot stand brachten, maar aan wat ons persoonlijk ten deel viel. Het wijst terug naar de plek waar onze wieg eens stond. Sterker nog, het wijst terug naar wat, e^r we in die wieg werden neergelegd, ons het aanzijn schonk. Er ligt in »land onzer geboortes niet iets heroieks, maar eer een klare aanduiding van uw volstrekte hulpeloosheid als pasgeboren wicht. Wie aan de vaderen terugdenkt, zich als in hun heirscharen opgenomen en ingelijfd denkt, voelt moed en patriottische bezieling door het hart stroomen. Daarentegen wie terugdenkt aan zijn geboorte, ondergaat den indruk van zijn volstrekte afhankelijkheid. Eer, en toen, we geboren werden, was het God die ons in zijn hand hield, onze God die ons het leven toebracht, en onze God die 't al over onze machteloosheid en hulpeloosheid beschikte. Als we terugdenken aan het oogenblik, toen voor het eerst het oog van moeder ons nauwelijks even opengaand oog zocht en ontmoette, voelen we onszelf als tpt niets herleid, nog geheel in anderer macht en zorge verkeerend, als in een staat van vol-•strekte afhankelijkheid.

In »vaderland* spreekt de volwassen man, die , zich met der vaderen dapperheid in kloekheid één voelt, en daarentegen spreekt in: »land onzer geboorte" Gods almachtige beschikking over onze geheele persoonlijkheid. Wij deden niets, en konden nog niets, •en toen was het onze God die ons uit onze moeder deed geboren worden, en zulks wel in een bepaald land, onder een bepaald volk, op een bepaalde plek op deze aarde, en 't was hierin dat onze God fundamenteel reeds onze toekomst had vooruitgeteekend.

Natuurlijk wil dit niet zeggen, dat niet ook wij over het Vaderland mogen jubelen, en niet voor ons Vaderland en Vorst het feestlied mogen inzetten. »Be waar o God den Koning lang en 't lieve Vaderland" moge in toon te mat en in taal te weinig energiek zijn, maar ook het - Vaderland bindt heiliger macht ons op 't hart. Alleen maar, »'t land der geboorte* grijpt ons heel anders aan, maakt ons voor God klein en daarom in God sterk. In het »land onzer geboortes ruischt de vleugelslag van 't geloof.

Er ligt in dat »land onzer geboorte* uitgesproken, dat land en land niet eender is, en dat 't heel iets anders voor wie opgroeide, is, of hij '-t levenslicht zag in een zonneland als Java, dan wel in een koeler kring als die van ons kleine land aan Rijn en Maas en Schelde. Zoo heel iets anders, of onze wieg stond op een bergvlak in het Alpenland of op een eiland vlak als Walcheren. Het wijst er op, dat de landen ongelijk zijn, en dat de inwoners der aarde ongelijk zijn, en dat 't nu God zelf is, die in onze geboorte tusschen ons land en onzen persoon een band heeft gelegd. Niet alsof hierop geen uitzondering kon zijn. Tijdelijk verblijf van onze ouders buitenslands kon oorzaak zijn, dat we ver van onze erve het levenslicht zagen. Maar met zulke uitzonderingen rekent zulk een natio^ naai belang niet. Het is hier om den regel te doen, en die regel zegt ons, dat er tusschen onze persoon die geboren werd, en 't land waarin we geboren werden, verband bestaat, en dat dit verband voor het kind dat geboren wordt, alzoo beschikt en gelegd is door zijn God.

Als regel kan gezegd, dat 't land onzer geboorte uitmaakt, tot welk volk we behooren, wat taal we straks als onze moedertaal leeren en spreken zullen, en wat 't psalmlied zijn zal, waarin we onzen God zullen verheerlijken. De gesteldheid van het land onzer geboorte heeft op den volksaard van 't volk waartoe we behooren, ingewerkt, en ook op ons persoonlijk is hiervan invloed uitgegaan. Wie geboren werd in het drukke Londen, ontvangt andere indrukken dan wie 't levenslicht ziet op het stille Urk. Het land zelf, het klimaat van het land, de gesteldheid van het land en de aard van het volk dat er op woont, 't werkt alles op ons in, tot zelfs op de vorming van ons karakter, op de uitbeelding van onze idealen, op de sympathieën en antipathieën die men zich vormt. Het maakt zoo reusachtig verschil voor geheel onze persoonsvorming, voor onze ontwikkeling en voor onze geestelijke bewerking, of men in Spanje's Andalusië of in Nederland's Drenthe geboren werd en opgroeide. Geboren hier of geboren in Nieuw Zeeland geeft als product al spoedig een geheel andere persoonlijkheid. Daarom mogen we zelfs geestelijk de plek waar onze wieg eens stond, nimmer voor onverschillig aanzien. Het land en onze geboorte hooren bijeen, land en geboorte werken op elkander in. En daarom is 't geen toeval, noch onverschillige bijzaak, waar we geboren zijn, maar heeft onze God die ons 't leven schonk, reeds in de keuze van 't land onzer geboorte, in zoo hoogen zin, over heel onzen persoon en over heel onze toekomst beschikt.

Die band tusschen land en geboorte kan door God zelf verbroken worden. Doch zelfs al trekt wie vervolgd wordt, zich in ballingschap terug, dan nóg blijft 't heimwee naar 't land zijner geboorte trekken, en gaat er een jubel in de ziel op, als 't God belieft den balling in zijn erve te doen terugkeeren.

Nooit mag daarom het trekken m ons hart naar het hemelsche vaderland onverschilligheid voor het aardsche vaderland in ons aankweeken, en het kan niet genoeg betreurd, dat dit ondeugdelijk verschijnsel zich toch zoo vaak onder geloovigen voordoet.

De neiging van de lieden der wereld is in toenemende mate kosmopolitisch, d.w.z. er op uitgaande om voor de machtige wereld die hen beheerscht en bezielt, zijn eigen land te vergeten, terwijl omgekeerd de mannen des geloofs steeds sterk en krachtig het lied van 't eigen land deden weerkUnken. Er mag daarom niet aan toegegeven, zoo de Methodist ons verleiden wil, om op gelijke wijs meer universeele dweper dan geloovige vaderlander te worden. De Calvinist stond juist ten deze steeds zoo beslist tegen den Methodist over. Ook ten onzent leefde met het herlevend Calvinisme onder de geloovigen de warme belangstelling voor de vaderlandsche zaak weer op.

God heeft ons 't land onzer geboorte besteld, maar dan ook in het feit dat we in dat land geboren werden, ons een roeping gegeven, ons een verplichting opgelegd, ons een taak aangewezen, en tekortschieting in trouw aan onzen God zou 't zijn, zoo we toegaven aan de zondige neiging om ons om de nationale taak met te bekommeren.

Er zijn er, die er lust in hebben om in alles Engelsche Christenen te worden, en in Jongelingsvereenigingen, in de missiën, en schier in al wat 't heilige raakt, de Engelsche broedere tot in taal en vorm na te doen. En dit nu mag niet. Wij zijn door God aan 't land onzer geboorte verbonden En daarom moeten wij Nederlandsche Christenen zijn en blijven, en Gode tot eere en prijs dien kant van 't Christelijk leven doen uitkomen, die als geheel eigen variatie uit het eigen leven van óns land opkomt.

Iets waar dan vanzelf uit volgt, dat wie als belijder van den Christus, niet tevens 't warm opneemt voor de eigenaardige belangen van land en volk, en er in roemt politiek-schuw te zijn, van verre niet verstaat, wat zijn God hem op 't hart bond door de beschikking zijner Almacht, dat Hij hem in dit land, op deze onze erve, en onder het volk van Nederland deed geboren worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1914

De Heraut | 4 Pagina's

„Het land zijner geboorte”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1914

De Heraut | 4 Pagina's