Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Om te hooren naar het geroep”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Om te hooren naar het geroep”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wend U nochtans tot het gebed uws knechts, en tot zijne smeekinge, o HEERE mijn God, om te hooren naar het geroep, en naar het gebed, dat uw knecht heden voor uw aangezichte bidt. 1 Kon. 8 : 23.

Als ge er u een oogenblik in verplaatst, hoe van Gods zijde bezien, onze wereld zich moet voordoen, dan gevoelt ge wat sterk verschil hierbij moet uitkomen, ook al denkt ge alleen maar aan het gebed.

Neem nu niet eens een groote stad, maar enkel een wat groot dorp, als 't tegen de nacht gaat. Dan staat daar huis naast huis, dan ligt daar hofstee naast hofstee, in de schaduw van den naderenden nacht, en wat valt nu in die onderscheidene slaapkamers, eer men zich ter ruste begeeft, voor het heilig oor onzes Gods te beluisteren ?

Hier is een huis, waar man, vrouw, dienstbode en kinderen te bed gaan, zonder dat er iemand is die nederknielt, en, eer hij ter ruste gaat, zijn ziel uitstort voor den Heere. Het is een huis waarin niet gebeden wordt. Een gezin zonder God.

Een eind verder is een andere hofstede, waarin gebeden wordt, ja, maar zonder dat de ziel in het bidden meespreekt. Ieder heeft er zijn gebed voor bij den eten, en zijn gebed voor slapen gaan, als kind geleerd, en zegt dit gebed nu eiken middag en eiken avond weer op. Te veel vorm. Bijna alles uitwendig. Eigenlijk bidden is het niet. En toch, veracht ook dit vormelijke niet. Ei-g& at-ti/dy*^ckere^-kracht van uit. Alleen, een roepen tot den Heere, dat zielsgemeenschap met den Heilige geven kan, is 't niet.

Dan is er weder een ander huis, waar er zijn die óf niet bidden, of vormelijk bidden, maar waarin toch ook een enkele is, die in inniger bidden lust kreeg, Soms de vrouw. Ook wel de man. Het kan zijn, dat het één der dienstboden is, die zonder gevoelig bidden niet leven kan, Zelfs kan het gebeuren, dat het wezenlijke bidden in zulk een gezin 't eerst bij een der kinderen begint, dank zij een invloed van buiten. Kinderen bederven soms elkaar, maar omgang der kinderen onder elkaar deed toch ook niet zelden iets van de vreeze des Heeren opkomen. Het gemoed van een kind is zoo ontvankelijk. Vergeet nooit wat Jezus gezegd heeft: De kinderen zijn een erfdeel des Heeren.

In weer een ander huis kan 't wezen, dat men er gemeenlijk in 't echte bidden nog een vreemdeling was, maar dat er ernstige ziekte in uitbrak, dat een lief, teeder leven bedreigd worat, of ook dat er een ongeluk in zaken te duchten staat, dat laster de toekomst dreigt af te snijden, of dat op wat manier ook de vrede en rust in angst en zorge omsloeg, en dan ziet God de Heere het van uit zijn zaligen hemel, hoe ook in zulk een huis de knieën gebogen worden, en het van buiten geleerd gebedje verstomt, om voor een angstig geroep en smeeken plaats te maken: o, God, help ons!

Maar toch is er in zulk een dorp of in zulk een stadsbuurt, bij het ingaan van den nacht, toch veelal ook nog wel een ander huis, waaruit als lieflijke geur, en als ademtocht des hoogeren levens, een roepen tot God den Heere opgaat, omdat heel het gezin het nooit anders verstaan heeft, of 't bidden en smeeken tot onzen God is levensbehoefte, natuurlijke levensuiting, zielsbehoefte. Geen avond die voorbijgaat, of ieder in zulk een huis heeft zijn knieën voor zijn God gebogen. De kinderen van 12 of meer jaar reeds het vormelijk, van buiten geleerde gebedje te boven gekomen en tot hun Vader in den hemel roepend, zooals ze iets vragen van moederlief. Eerbiedig, innig en vrijuit. Gemeenlijk komen in zulk een gezin, als 't goed is, ook niet anders dan geloovige dienstboden, die meebidden als heel 't gezin bidt, en, eer ze ter ruste gaan, nog eens persoonlijk op • de knieën bidden. Een gezin dat geen dag, geen morgen, geen middag, en geen avond buiten het gebed kan.

Nu zal dit naar land en streek verschillen.

Er zullen dorpen en er zullen stadsbuurten zijn, waaruit God de Heere, als zijn zon ondergaat, geen enkel geroep naar zijn troon hoort opgaan. Zoo sterk, dat er voor God den Heere geen verschil is tusschen de kudden van 't vee in stal of op het land, en de kinderen der menschen, die boven den stal slapen. Maar gelukkig is dit in ons land toch zeldzaam. Zelfs op de heide kent de kenner toen altoos nog wel een enkel ^zin waarin 't bidden regel' bieci. En dart*bl^t , ook dit enkele gezin voor God niet onopgemerkt. Dan licht, dan glanst er voor Gods i)og in dat ééne gezin iets dat zijn oog eft! op richten doet. En al is zulk een heidebewoner dan ook niet dan een eenvoudig-grondwerker, dan is hij daarom toch van zijn God niet vergeten, en Gods engelenwacht let op zulk een schamel gezin.

En zoo nu ligt eiken avond ook heel ons land voor God den Heere uitgespreid. Als wij bij avond zulk een dorp of stad doorgaan, merken wij 't verschil niet. Maar God ziet, God bemerkt, God beluistert het onderscheid. Hier huis naast huis alles dof en doodsch, geen klank des gebeds die opgaat. Daar lange reeksen van huizen waar wel gebeden wordt, maar zonder gloed of innigheid. En - tusschen dit alles door die enkele huizen, waar geen leven zonder 't gebed meer mogelijk is, en waaruit Gods heilig oor eiken avond, als het uur der rust ingaat, 't stil gebed der zijnen tot zich hoort opklimmen.

En toch, toen Salomo bad van dit »hooren naar het geroep* en van dit zich wenden van God naar het smeeken van zijn knecht, doeld'" j)i3 V.och op nog iets diepers. - > .

Al zijn ze raet velen, , 'er zijn toch altoos enkelen c-eweest, en ze zijn er nog, die ook ' j ""arang kennen, om niet alleen voor hO\ 'v'.lêrsoonlijke zaken en de zaken van huu gezin naar God te roepen, maar die bovenal naar God roepen om de zake Gods.

Het Qfize Vader leidt daar van zelf toe. o, Zöö'ifefrt dat »Onze Vader«. Niet dan zes korte smeekingen. Ook al bidt ge het langzaam, in nog geen drie minuten zijt ge aan 't Amen toe. En toch, in die zes beden, in die zes smeekingen, zijn er maar drie voor u en uw gezin, en de drie andere zijn voor de zake Gods. En zelfs gaan die drie voor de zake Gods voorop. Ja, meer nog. Aan 't slot zijt gij weer weg, en gaat 't weer alles over God den Heere, en over Hem alleen. Over zijn Koninkrijk, over zijn Macht, over zijn Majesteit. Voel het toch, wie in zijn bidden aan het Onze Vader toekomt, is reeds zoover. Er is zoo goed als niemand die 't volkomen bidden kan, en de meesten die 't bidden, bidden het op den klank af. Maar er zijn dan toch altoos enkele vromen, die 't niet na kunnen laten om voor de zake Gods te bidden. Die in de worstelingen om de zake Gods meeleven. Die er voor strijden, die ervoor offeren, en die het daarom ook niet laten kunnen om er voor te bidden.

En ook dit bidden hoort God, beluistert onze Vader die in de hemelen is, en zulk bidden vooral wordt Hem dat heilige roepen, waar zijn oor zich naar toewendt. Eigen belang, persoonsbelang, gezinsbelang geen hoofdzaak. De martelaars zeggen 't u wel. Desnoods er alles aan geven. Zoo 't moet er voor sterven, zoo Gods zAke maar triumfeeren mag. o, Hebt ge den geestelijken polsmeter wel eens aan uw eigen conscientie, aan uw eigen gebed, en uw eigen smeeking aangelegd, om te weten, of de vonk van dat martelaarsgeloof ook uw gebed reeds glanzen doet?

Maar God zij lof, er zijn er dan toch die zoo bidden, die zoo smeeken, die zoo roepen naar den Hooge. Voor God zijn die bidders de adel van ons geslacht, de geestelijke magnaten van onzen wereldstrijd. En dan gaat 't zoo van harte: »o, God, wend 'u naar het gebed uws knechts, om te hooren naar het roepen mijner smeeking«.

En als dan 't Amen volgt, dan komt er op dat Amen een echo van Boven. Een weerklank der verhooring van uw God.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juli 1914

De Heraut | 2 Pagina's

„Om te hooren naar het geroep”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juli 1914

De Heraut | 2 Pagina's