Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Hervormde Synode en de Vrije Universiteit.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Hervormde Synode en de Vrije Universiteit.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Hervormde node, die wederom haar zittingen hervat heeft, heeft ook vodr 't eerst sinds 1885 zich weer bezig gehouden met de vraag, of de candidaatsbul van de Theologische faculteit der Vrije Universiteit niet door haar erkend zou worden.

Toen was het, indien we ons niet vergissen, Ds. Tinholt, die het voorstel deed om aan de candidaten in de Theologie aan de Vrije Universiteit den toegang te verleenen tot het predikambt in de Hervormde Kerk; maar werd dit voorstel met groote meerderheid verworpen op grond, dat de Hervormde Kerk alleen candidaten wilde van Universiteiten, waaraan haar kerkelijke hoogleeraren onderwijs gaven. In zooverre hield de Synode zich dan ook consequent aan dit eenmaal., ingenomen standpunt, dat toen de kerkelijke hbogleeraren aan de Stedelijke Universiteit te Amsterdam kwamen weg te vallen, omdat de Gemeenteraad de hiervoor toegestane gelden introk, de Hervormde Synode nu ook, van bare zijde deze Universiteit boycotte en de aan deze Hoogeschool gevormde candidaten in de Theologie niet meer toeliet om proponentsexamen af te leggen.

De Hervormde Synode is thans op dit laatste besluit terug gekomen. Hoewel er nog enkele stemmen opgingen voor het exclusivistische beginsel, dat de Kerk geen candidaten mocht toelaten, die gestudeerd hadden aan een Universiteit, waar geen kerkelijke hoogleeraren waren, besloot de S)-node toch met 16 tegen 3 stemmen de candidaten van de stedelijke Universiteit te Amsterdam weder in genade aan te nemen.

Van zelfwas hiermede evenzeer de uitsluitingsgrond voor de candidaten van de Vrije Universiteit vervallen. Vandaar dat Prof. Van Veen dan ook verklaarde iets te gevoelen voor de billijkheid, om ook het candidaatsexamen van de Vrije Universiteit nu te erkennen, en daarom voorstelde Art. 7a van het betrokken reglement aldus te lezen: vereischt wordt voor het proponentsexamen een bewijs, dat de examinandus den graad van candidaat in de godgeleerdheid heeft verkregen aan eene rijksuniversiteit, de gemeente-universiteit te Amsterdam of de Vrije Universiteit op Gereformeerden grondslag te Arasterdam. Een voorstel, dat voor het billijkheidsgevoel van Prof. Van Veen pleit, toont, dat hij boven enghartige antipathieën en min nobelen concurrentiegeest verheven is, en waarvoor we hem gaarne openlijk dank brengen.

Men zou verwachten, dat heel de Synode dan ook eenparig dit voorstel zoii hebben aangenomen. Vooral sinds de R*egèering den effectus civilis van de graden, der Vrije Universiteit erkend heeft, wordt'door elk officieel college de Vrije Universiteit behandeld als geheel op één lijn staande met de Rijks-universiteiten en de Stedelijke Universiteit te Amsterdam. Meerdere leden der Synode spraken dan ook openlijk uit, dat men niet met twee maten meten mocht; dat wanneer meri de Stedelijke Universiteit van Amsterdam, trots haar gemis aan kerkelijke hoogleeraren erkende, dit ook behoorde te geschieden met de Vrije Universiteit, en dat de Synode hoog genoeg moest staan om een Universiteit, die van regeeringswege den effectus civilis voor haar graden kreeg, thans ook harerzijds te erkennen.

Intusschen, de moderne professor Cannegieter en de secretaris der Synode gingen met alle kracht het voorstel van Prof. Van Veen te lijf en wilden van deze erkenning van het candidaats-examen der Vrije Universiteit niets weten. En het voorstel werd ten slotte met één stem meerderheid (10 tegen 9) verworpen. Voor stemden de heeren Prof. Dr. Knappert, Prof. Van Veen, Timmer, Bloem, Menthe, Steenbeek, Eilers de Haan, De Groot, Koopmans en de Voorzitter der Synode.

En de rest, zoo voegt een neutraal blad (^De Telegraaf) er aan toe, »was kleinzielig genoeg om het niet te doen."

Metterdaad, kleinzielig.

Vooral van een Synode, die in haar meerderheid orthodox is.

Toch zal de zaak hiermede wel niet uit wezen.

Een meerderheid van één stem tegen is zoo gering, dat alle hoop bestaat, dat wanneer op een lettere Synode wederom een dergelijk voorstel gedaan wordt, deze ééne stem zal zijn omgegaan.

En dan zal het ostracisme hebben opgehouden, dat voor de Synode der Hervormde Kerk toch eigenlijk een schande is en de mogelijkheid worden geopend ook voor a.s. predikanten van de Hervormde Kerk, om wanneer ze dit wenschen, hunne studiën aan de Vrije Universiteit te doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's

De Hervormde Synode en de Vrije Universiteit.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's