Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Het blad van een mo­nistisch predikant door eengeneraal verboden. Een Keizerlijk besluit.

Generaal von Röhl, koinmandant van het 9de Armeekorps, heeft volgens & t Hamburger Nachrichten de uitgave van het Gcmeindeblatt voor Zuid-Hammerbrook in Hamburg, verboden. Aanleiding tot dezen maatregel was een artikel in genoemd blad, door den redacteur Ds. Heydorn, waarin verklaard werd, dat het een betreurenswaardig bewijs van zwakheid was, wanneer in den tegenwoordigen oorlogstijd meer dan vroeger gebeden wordt. De gronden waarop het besluit van den generaal rust, schijnen niet op het terrein van de religie te liggen.

Als het weer vrede geworden is, kan pastor Heydorn weer schrijven gelijk hij wil. Maar in dezen oorlogstijd heeft de Keizer, de opperbevelhebber van het leger, bij het begin van den krijg de Duitschers gewezen op het gebed; voor vele strijdende soldaten en voor hunne lietrekkingen in het vaderland is het gebed de nooit falende troost en het heiligste wat hen in dezen oorlogstijd onderling verbindt. Wanneer nu een geordend predikant, die negatie\c gevoelens koestert, tegen deze vermaning van den Keizer in werkt en met zijn theoretische uiteenzettingen over de beteekenis en de waarde des gebeds niet wachten kan totdat de oorlog uitgevochten is, zoo moet dit als eene agitatie beschouwd worden, die de gemoederen in verwarring brengt, hetwelk de generaal-kommandant als eene ergerlijke verstoring van de orde niet dulden kan.

In de Reichsbote wordt verhaald, dat een transport lichtgewonden zijn intocht deed in een stad in de Marken. Toen deze soldaten te voet door de straten togen, viel hun blik op een aanplakbiljet, waarop te lezen stond : »Aanstaanden Zondag dans". Een der gewonde soldaten bleef staan en sprak tot zijn kameraad: »Hoe is, dat mogelijk.? Dans, terwijl bij Yperen dag aan dag honderden bloeden en sterven!"

Ja, hoe is dat mogelijk! roepen ook wij uit! Terwijl het Duitsche bloed in stroomen vloeit en duizenden gezinnen in den diepsten rouw gedompeld zijn, worden er nog menschen gevonden, die lust hebben in dansen. De Berlijnsche politie heeft Tango-darisclubs gesloten. Men dringt er nu op aan, dat de politie verder ingrijpen zal. Er zijn ook in Duitschland minderwaardige elementen, die aanstoot geven aan het beter gezinde deel des volks, vooral aan "het leger dat zijn bloed voor het vaderland veil heeft.

Niet minder dan zes en twintig superintendenten van Rijnland en Hohenzollern hebben zich tot den Keizer gewend met het verzoek, dat aan predikanten, van welke hunne presbyteriën getuigen, dat zij gemist kunnen worden en die niet als veldprediker of voor de verpleging van zieken dienst doen, zal worden toegestaan in dezen ernstigen oorlogstijd ook met de wapenen te dienen. De Duitsche Keizer heeft hierop geantwoord, dat hij dankte voor de vaderlandslievende gevoelens der superintendenten, maar dat hij het verzoek niet kon toestaan. Immers de geestelijke verzorging van het leger, van gewonden en van gezinnen van gevallenen en nog strijdende helden, eischt zooveel arbeid, dat de predikanten zich daaraan alleen hebben te wijden.

Een zeldzaam beeld. De dragers van het kerkelijk ambt willen de wapenen opnemen, omdat het hun voorkomt dat de ernst van den oorlogstijd dit eischt, en de opperste bevelhebber van het leger wijst hen om dezelfde oorzaak op hunne roeping als dienaren des Woords! Ons dunkt, dat de Keizer meer naar den zin van Christus heeft gehandeld, dan de zes-entwintig Kerkregeerders.

Frankryk. Matiging van de anti­clerical, e politiek.

Het schijnt, dat de Fransche regecring, onder den invloed van den critieken toestand" waarin het land door den oorlog verkeert, hare anticlericale politiek, zoo niet tijdelijk laat varen, dan toch zeer matigt. Volgens den Courier de Geneve worden de poorten van Frankrijk voor hen weder geopend, die om den wille van de religie daaruit verdreven werden.

Volgens een bericht van den bisschop van Meau.\ zijn reeds 60.000 monniken en nonnen teruggekeerd. Ook is het een teeken des tijds, dat de aartsbisschop van Mèchelen, kardinaal Mercier, op zijn rondreis door Frankrijk officieel door een vertegenwoordiger van den minister van buitenlandsche zaken, en in Havre door den prefect en den admiraal begroet is. De president der Fransche republiek liet zich bij de ter-aardebestelling van Paus Pius door een officier van zijn lijfwacht vertegenwoordigen, en Benedictus XV heeft eveneens officieel aan den president kennisgegeven, dat hij den pauselijken stoel beklom. In het Vaticaan verwacht men daarbij, dat weldra de diplomatieke betrekkingen tusschcn den pauselijken stoel en de Fransche republiek weder zullen aangeknoopt worden.

België. Nood van de Staatskerk en de Zendingskerk.

De Protestantsche Staatskerk en de Belgische Zendingskerk hebben door den oorlog veel te lijden. Reeds vóór den oorlog bleek op de Sj-node der Belgische Zendingskerk, die op 7 en 8 Juli te Charleroi gehouden werd, dat deze kerk stond voor een tekort van 62.210 francs. Onder de gaven die tijdens de vergadering overhandigd werden, was er eene van de Duitsche Gustaaf-Adolf vereeniging, groot 1000 Mark. De Belgische Staatskerk heeft een budget van 380, 000 francs, waarvan de Staat ongeveer 75, 000 gr. betaah.

Dr. Anet werd door beide kerken naar Engeland afgevaardigd om hulp in Engeland te zoeken. Deze heei is aldaar geïnterviewd, waardoor wij het volgende weten. De Protestantsche bedehuizen zijn gespaard gebleven, alleen van dat van Hornu bij Bergen werd het dak door een shrapnel vernield. Zelfs te Leuven en te Mèchelen bleven de Protestantsche kerken ongedeerd. In kleinere gemeenten werden de plaatsen van samenkomst en soms ook de huizen der Protestanten gespaard. Vele predikanten en leden zijn nauwelijks aan den dood ontkomen. Een predikant, op eene valsche beschuldiging voor den krijgsraad geroepen, ontkwam ter nauwernood aan het vonnis des doods. Twee anderen werden van spionage verdacht, maar kwamen vrij; een hunner op voorspraak eener Roomsche dame, die een goed getuigenis gaf van diens getrouwen arbeid onder de landelijke bevolking.

In een stad, die juist door het Duitscheleger was bezet, sprak een Belgische predikant met een Duitsch officier, toen de laatste gedood werd door een Duitsche granaat die bij vergissing was afgeschoten; de predikant bleef ongedeerd. Een ander predikant werd evenals zoo menig Roomsch pastoor als gijzelaar gevangen genomen. Vele Protestanten werden gedreigd doodgeschoten te worden, omdat beweerd werd dat zij op de Duitsche troepen geschoten hadden ; men meent dat drie hunner gefusileerd werden.

Vele Protestanten zijn-gevlucht. Soinmigen vernamen later dat hunne hrrizen verwoest werden. Velen hunner verloren alles wat zij bezaten. Ook werd de pastorie van een predikant met diens kostbare bibliotheek verbrand. De meeste Protestanten behooren tot de arbeidersklasse; zij zijn geheel zonder werk. Men vraagt hoe de predikanten en colporteurs den winter zullen doorkomen, als zij hun werk voortzetten en bij hun volk blijven? Hoe zal men zorgen voor de weezen, voor den arbeid der diakonessen en voor de ouden van dagen? De twee kerken hebben voor 31 Maart minstens 100, 000 francs noodig.

Toch wanhopen zij niet. Het geestelijk leven is ontwaakt of ontwikkelt zich onder de zware beproevingen. Al de Godsdienstoefeningen gaan door, al zijn de predikanten door allerlei oorzaak afwezig. Eiken dag of dikwijFs in de week worden bidstonden gehouden. Nooit werden de Kerken en zalen beter bezocht; velen zoeken nu troost en sterkte in de samenkomsten, die zij te voren nooit bijwoonden. Er worden reeds plannen gemaakt om op groote schaal te evangeliseeren, wanneer de vrede is hersteld. Gelukkig dat Ds. Aiïet geen hulp in Engeland behoeft te zoeken voor onze twee Gereformeerde kerken in België. Het zal onze Gereformeerde kerken in Nederland een cere zijn, de zusterkerken van Brussel en Antwerpen te helleen.

Italië. De Paus en dé B ij b e 1 v e r-spreiding.

In dit blad is reeds gewezen op het feit, dat de nieuwe paus Benedictus XV een encycliek de wereld inzond, waarin vele dingen staan, waarin wij Gereformeerden ons kunnen verblijden. Weder heeft het hoofd der Roomsche kerk een stuk geschreven, waaruit blijkt, dat men op het Vaticaan datgene zoekt aan-te kweeken, waar wij Gereformeerden reeds lang voor streden. Hébben de twee voorgangers van dezen paus zich uitgesproken, dat in de gezinnen de Evangeliën behooren gelezen te worden, Benedictus XV richtte . tot kardinaal Cassetta, bisschop van Frascati en voorzitter van de vereeniging van den Heiligen Heeronymus tot verbreiding van de Evangeliën, een bemoedigend schrijven. Daarin wijst hij op de waardij van het onderzoek van de Heilige Schrift, en zegt o.a.: »De ervaring leert ons meer dan alle andere betoogen, dat de dwalingen, die in de tegenwoordige maatschappij voorkomen, daaruit voortkomen, dat het leven, de leer en de werken van Christus in de diepste vergetelheid geraakt zijn, en dat de menschen zich er niet om bekommeren, de regels voor hun leven daaraan te ontleenen. Ongetwijfeld doen zij, die zich beijveren om de Heilige Schrift te verbreiden, een zeer nuttig werk, om de zielen tot Christelijke volkomenheid te leiden". De paus wenscht den kardinaal goed succes op zijn werk, en zegt dan: »Wij zouden gaarne de Heilige Schriften in elk Christelijk gezin zien, en dat zij daar zijn gelijk het penningske uit het Evangehe, dat allen zoeken en 5at allen zorgvuldig bewaren, zoodat de geloovigen de Heilige Schriften dagelijks lezen".

Dit zijn schoone woorden. Het is alleen maar te betreuren, dat de vereeniging van den Heiligen Hieronymus slechts een deel-van den Bijbel onder het Italiaansche volk verspreidt, en wel de vier Evangeliën en de Handelingen der Apostelen. Daarbij zijn gevoegd 108 gebeden, waarin telkens de Maagd Maria en de Heiligcu aangeroepen worden. Desniettegenstaande verblijden wij er ons in, dat althans een deel der Heilige Schrift onder het Italiaansche volk verspreid wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1915

De Heraut | 4 Pagina's