Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Weest in geen ding bezorgd”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Weest in geen ding bezorgd”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weest in geen din? bezorgd; maar laat uwe begeerten in alles, door bidden én smeeteen, met dankzegging bekend worden bij God. Filipp. 4 : 6.

Bezorgd te zijn is tijdelijk, uw geloof op zij zetten.

Zorge te hebben is niet slechts geoorloofd, maar plicht. Zorge niet enkel voor uw eigen zaken, maar allereerst voor de zaken uws Gods. Gelijk gij verlangt, dat een persoon in uw dienst zorg zal dra^fen voor wat gij hem opdroegt en Joevertroawdet, zoo wil ook de Heere uw God, die u voor zijn dienst schiep, in zijn dienst aanstelde, en ten behoeve van zijn dienst allerlei krachten en gaven verleende, dat gij geen oogenblik de zorgen voor zijn heilige'belangen van u af zult zetten.

De plicht om zorgea te kennen, zorg te dragen en desnoods onder zorgen gebukt te gaan, vloeit voort uit Het dienstverband, waarin ge tot uw God als u^ Heere en Schepper sïaat.

Waart go uw eigen heer en nwester, dan stond het u vrij, de zorge van u te zetten, u om niets te bekreunen en er luchthartig 'op toe te leven.

Maar nu dit niet zoo is; nu ge onder streng verband staat; en u een grooter of kleiner levenstaak is opgedragen; nu moet ge daarvoor zorg hebben; zijt ge gehouden en verplicht, om uw zorg te richten op al wat met die levenstaak sa4mhangt; en kan slechts valsche, ziekelijke lijdelijkheid u verlokken, om door een kwansuis beroep op Gods hulpe en bijstand u aan die zorge te onttrekken.

Als een groote reederij een stoomschip van reusachtige afmetingen in zee zendt, en een kapitein aanstelt, om dit schip naar een verre haven om vracht te zenden, en met die vracht huiswaMts te keeren, dan moet die kapitein zorge hebben voor schip en bemanning, voor tuigaadje en allerlei gereedschap, en straks voor passagiers en lading.

Die zorge drukt zulk een kapitein zeer. De licht-matroos, die eenvoudig zijn bevelen uitvoert, en zich dan in zijn kooi ter ruste legt, heeft een veel gemakkelijker leven. Hij kent die drukkende zorge zoo niet.

Maar daarvoor is de kapitein van het schip dan ook kapitein; bekleed met het vertrouwen van zijn rceders en met autoriteit tot handelen. Een eere, een kostelijke onderscheiding, maar waaraan het dan ook verbonden is, dat de aldus uitverkoren man met zorge als overstelpt zal zijn. Zorge, die, als er noodweer komt en de stormen gaan opsteken, soms bange stormen in zijn hart doen ontstaan.

En evenzoo staat het nu met u in den dienst van den Heere uwen God.

Ook u is veel kostelijks toevertrouwd; ook u is een schoone levenstaak opgedragen; maar ook van u eischt de Heere deswege, dat ge bij dag en bij nacht wezenlijke, ernstige zorge voor het u toevertrouwde pand zult hebben,

2k)rge voor uw eigen persoon naar ziel en naar lichaam. Zorge voor uw man of vrouw, voor uw kinderen en dienstbaren. Zorge voor uw stad of dorp waarin ge woont. Zorge voor uw volk en vaderland, waartoe ge behoort. Zorge voor de kerke Gods en het volk des Heeren. Zorge voor den arme en noodlijdende. Zorge voor uw beroep en bedrijf. Zorge voor eiken kring waarop ge invloed kunt oefenen. Zorge voor al wat lieflijk is en welluidt.

Ook voor uw geld zult ge zorge hebben, zeer gewisselijk. Ook in uw geldzaken is slordigheid en achteloosheid ontrouw aan uw God. Maar toch, 's Heeren volk zou er niet slechter aan toe zijn, zoo de zorge voor het geld eens wat minder breede plaats innam, en zoo er eens wat meer knellende, nijpende zorge gevoeld wierd voor de leidende have, die op onz band is gezet.

2; orgen zult ge dus zeer zeker hebben. Veel meer zelfs dan dusver. Maar wee u, zoo ge oversloegt tot beaorgdfuid. Immers bezorgdheid is juist het tegendeel van wat goede, trouwe, eerlijke zorge voor u zijn moet.

Zorg te dragen voor wat uw God u toevertrouwde, volgt uit uw stand als dienstknecht des Heeren; en ge zondigt, zoo ge tegen deze vaak knellende en dnikkende zorge mort. Maar hezoigd te rdjn is juist weigeren knecht te mllen blijven, en aanstellen alsof er geen Heere en geen God voor u en over u bestond.

Als in den oorlog een hoofdman over honderd met zijn krijgsknechten wordt afgezonden, om een schans te veroveren, dan is het zijn plicht de volledige zorge te dragen voor alles wat tot de bereiking van dit doel strekken kan; en deze officier zou schul< üg staan en straf verdienen, zoo hij, door gemis aan de noodige zorge, op die schans zijn hoofd stootte, of haar we 'nam, maar ten koste van meer menschenlevens dan noodig was.

Zorge heeft hij dus wel degelijk te dragen. Maar als deze aanvoerder bij zichzelt bezorgd ging worden, en ging denken: »Die schans is niet te nemen», of ook: > al neem ik die schans het beleid van heel den aanval loopt toch mis!«, wat zou hieruit dan anders spreken, dan wantrouwen in zijn opperbevelhebber, die hem dien last gaf.

Hij is slechts een ondergeschikt officier en dus komt het hem in het minst niet toe, zich in de plaats van zijn opperbevelhebber te stellen, en zich te gaan vermoeien met het beleid van den veldslag.

Daar heeft niet hij, maar daar heeft zijn opperbevelhebber voor te zorgen; en al wat hij aan het welslagen van den strijd heeft toe te brengen is, dat hij stipt uitvoert, wat zijn opperbevelhebber hem opdroeg.

En niet anders nu staat het met u tegenover den Heere uwen God.

Immers aan Hem en niet aan u staat het hoog beleid en de Goddeli ke beschikking van den loop, dien de worste ing der geesten op aarde nemen zal.

Hij is uw aanvoerder, en gij hebt slechts te gehoorzamen en te volgen. En zoo dikwijls gij u vermeet of aanmatigt, om besorgd te gaan zijn, of het wel goed zal afloopen, — wat doet ook gij dan anders, dan feitelijk den Heere uw God wantrouwen, en het boos vermoeden in uw hart laten opkomen, dat uw God uit den hemel de zaken niet stuurt en regelt gelijk het behoort.

En dit nu komt u niet toe. Schepsel zijt ge en schepsel moet ge blijven, en uw God moet ge God laten. Wat zeggen wil, dat gij eenerzijds als zijn dienstknecht of dienstmaagd zeer teedere, conscientieuse zorg zult dragen voor wat uw God u opdroeg en toevertrouwde; maar ook anderzijds, dat ge u stipt onthouden zult van elke inmenging in zijn bestier en beleid.

Daarvoor angst te hebben is de booze zonde der bezorgdheid; een zonde die twee vormen kent, beide in ongeloof wortelend.

De ééne vorm der bezorgdheid is de zooeven u geteekende, als ge wel gelooft, dat God zorgt en alles stiert en leidt, maar tevens twijfelt in uw hart, of God het wel goed doet; ja, eigenlijk vervuld zijt van de stille gedachte, dat het zoo veel beter zou zijn, zoo God niet zijn raad, maar uw inval uitvoerde.

Maar toch, de zonde der bezorgdheid kent ook een zachteren vorm, die eenvoudig diarin bestaat, dat ge niet tegen uw God ingaat, maar eenvoudig uw God niet meerekent. Hiermee is bedoeld, dat ge allerlei dingen, die voor Gods rekening liggen, voor uw rekening gaat nemen, en u aanstelt, alsof er geen God achter u stond. Nu natuurlijk, dat gaat zeer verre uw menschelijk draagvermogen te boven. Dat kunt ge niet dragen.

Voor de zorg, die u opgelegd is, ontvangt ge kracht. Kracht naar kruis.

Maar als ge behalve die plichtmatige zorge voor wat u wierd .toevertrouwd, u bovendien nog vermoeien gaat met allerlei bezorgdhctJcn voor wat niemand u oplei, en dat u zelfs van verre niet toekomt, dan bezwijkt ge en struikelt ge, en kan de benauwdheid zoo schriklijk bang worden, dat het u de keel toenijpt.

Tegen deze zonde van het ongeloof is er dan ook maar één kruid gewassen: Van uw ongeloof ijlings terugkeeren tot de - werking uws geloofs.

En dat is dan ook het recept, u door den heiligen apostel des Heeren tegen dezen waanzin van uw hart geboden: > Wees in geen ding bezorgd, » zoo roept hij u toe, tmaar laat uwe begeerte in alles, door bidden en smeeken, met dankzegging bekend worden.'«

Want immers, komt het daartoe, dan heeft uw geloof weer over uw ongeloof getriomfeerd. Wie bidt, geeft het uit zijn eigen hand weer in de hand zijns Vaders over. Bidden is zelf teiugtreden, en het overlaten aan het bestel onzes Gods.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1915

De Heraut | 4 Pagina's

„Weest in geen ding bezorgd”

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1915

De Heraut | 4 Pagina's