Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Allen eendrachtelijk bijeen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Allen eendrachtelijk bijeen”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als de dag vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk ij een. Handelingen 2 : 1.

Er is ééne bede van onzen Heiland, die, dusver althans, geen verhooring kon vinden, de bede uit het hoogepriesteriyk gebed: »Ik bid. Vader, niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in mij gelooven zullen, opdat ze allen één zijn, gelijkerwijs, Gij, Vader in mij, en ik in u, dat ook zij in ons één zijn».

Sterker nog. Jezus besloot deze bede met de betuiging: »opdat de wereld geloove, dat Gij mij gezonden hebts.

Reeds in Antiochië kwam het tusschen Petrus en Paulus tot hooggaande oneenigheid, en wat nog op den Pinkstermorgen kon geroemd, dat •il de geloovigen met de apostelen eendrachtelijk bijee 7mreni^ is in de historie van Christus Kerk steeds wreeder gelogenstraft.

Toen waren de geloovigen nog allen bijeen^ sinds, en' nu nog, zijn ze in tal van kerken, secten en kringen steeds meer uileengegaan. Toen waren ze bijeen, nu mijden ze elkander schier in alle landen.

Toen waren it^eendrachtelijk^ bijeen, nu kunnen ze to"t zelfs in het convent van eenzelfde kerk, of voor wat ander heilig doel ook, schier niet meer samenkomen, en bijeen zijn, of de wortel der bitterheid spruit uit, en er volgt twist, en het loopt uit op tweedracht.

Zooals de Roomschen en de Protestanten, en in het Protestantisme, de Hervormde en de Gereformeerde Kerken vijandig tegenover elkander staan, valt er van een eenheid, als tusschen den Vader en den Zoon in heilige liefde uitstraalt, bijna nimmer meer een spoor te ontdekken.

Toen Jezus in het hoogepriesterlijk gebed, om aller eendrachtelijke eenheid smeekte, bad en zwoer Satan daartegen in, dat geen liefde Jezus' belijders vereenigen, maar bittere haat hen verdeelen mocht. En wie nu de historie van deze negentien eeuwen opslaat, en zich afvraagt, wat de volste uitwerking had: Jezus bede of Satans bezwering, hoe kan die, om eerlijk te zijn, 't anders betuigen, dan dat, tegen Jezus bede in, Satan zijn demonische" begeerte vervuld heeft gezien, en verdeeldheid veel meer dan eenheid het saamleven van Jezus belijders op deze aarde beheerscht heeft.

Bij het lezen en herlezen van het hoogpriesterlijk gebed, in Joh. XVII, voelt ge dan ook zelf, hoe Jezus in de bangste spanning bad, had als tegen het uitsluiten van alle verhooring in. Telkens herhaalt Jezus zijn bede om onze eenheid. In elk deel van zijn gebed komt Jezus altoos weer op deze zelfde heilige bede om onze eenheid terug. Zelfs spreekt onze Heiland het onomwonden in zijn smeeking uit, dat, komt 't niet tot eenheid, de wereld er het gevolg uit zou trekken, dat Jezus niet van den Vader gezonden was.

En let er op, die bede om eenheid van de zijnen bepaalde zich niet tot de toenmalige geloovigen, en niet tot de apostelen, maar strekte, in Jezus gebed, zich even beslist uit tot degenen die in alle eeuwen, door het apostolisch woord, in rede of in schrift, in hem gelooven zouden.

Aan de verhooring van die bede nu storid niet anders dan de zonde van de geloovigen in den weg. Een Kerk van Christus over de geheele wereld verspreid, en toch zoo dat »allen eendrachtelijk bijeen zijn", is er nooit geweest, en komt er in deze bedeeling niet.

Van tweeërlei kant komt de hinder.

Er rijzen van alle zijden geschillen op door verschil van inzicht en door verschil van practijk, en bij het bepleiten van wat men hierbij voor waarheid aanvoert, wil men van de-ééne zijde in niets toegeven, omdat 't het heilige raakt, en men immers op heilig terrein niet toegeven mag. En van de andere zijde speeU er het eigen ik in meê. Wie in eigen schatting hoog staat, en acht 't het beste te weten, wil niet onderdoen, en de hoogheid van het eigen ik waagt er het Lichaam des Heeren aan.

Het is zoo, in naam heeft de Kerk van Christus eeuw na eeuw één lijn getrokken, maar onder dien schijn ^an vormelijke eenheid wrong en drong 't toch alles telkens en telkens weer om uiteen te gaan. Wat Jezus afsmeekte was niet een eenheid door uitwendigen band, maar een eenheid zooals de drie Personen in de heilige Drievuldigheid vereenigt. »Zij één, gelijk wij één zijn, Gij in mij en ikinU." Eenheid alzoo in het diepste zelfbewustzijn, eenheid in leven en levensadem, een eenheid die niemand kon splitsen of breken, een eenheid die vanzelf uitkwam bij elke opleving uit den eigen wortel van het aanzijn.

Geen bevolen hefde, geen geboden gehechtheid, geen opgedrongen saamhoorigheid, maar een niet anders dan één kunnen zijn, imllen zijn, en 'daarom zijn.

Vooral het sterke individualisme, dat bij de voortschrijdende ontwikkeling, steeds meer om gehoor vroeg, ging tegen de verhooring van ezus' bede in.

Het werd niet een bloeien als eigen bloem met eigen kleur en eigen geur, om de eenheid, de harmonie in den hof daardoor juist te rijker te doen uitkomen, maar 't werd almeer een, in heftigen strijd met elkander, willen doen heerschen van eigen kleur en geur, en zulks met den boozen toeleg, om alle bloem die anders geurt en kleurt, te doen verwelken.

Altoos weer het zoeken van het eigen ik, dat tegen den drang der liefde ingaat.

Een steeds op elkander, en o, zoo weinig op. Jezus zien. Een lid apart willen zijn, en niet een organisch lid van 't lichaam van Jezus, onder Hem als 't eenig Hoofd. Jezus niet zoeken, maar tegen Jezus bede om eenheid, tot streeling "van het eigen ik ingaan.

Wat ge uit uzelf in het saamleven van de Christenheid indraagt, scheidt, omdat zelfs 't beste zondig, d.i. onvolkomen, en onheilig, , en dus niet God en God alleen bedoelend, uif uw zondig hart opkomt en het leven ingaat.

Niet dat gij weg moet, opdat de ander over u heersche. Gi] \\\o& tvi& g, ]a.., zooals ge imizelfsi zijt, om u te verliezen in Jezus, en om dan eerst, als ge. in Jezus zijt, uw geheiligde levenskracht in het leven van Christus Kerk te doen uitgaan. Zelfs niet om den broeder allereerst, want ook hij is zondig, maar om Jezus, moet't u te doen zijn. Om Jezus, maar ook dit niet op zichzelf, neen, om Jezus als den gezondene van den Vader, om Jezus als de tusschenschakel, die u met God Drieeenig de zalige nabijheid ontsluit. En dan, dank zij uw Heiland, ook uw broeder in Jezus terugvinden. Gij geen individu meer, noch uw broeder meer een individu, gij noch hij meer op u zelf staande, maar gij beiden saam u in Jezus verliezend. Sterker nog, ge zult niet uw broeder manen, om in Jezus op te gaan, en dan wachten tot hij alzoo deed, om dan eerst zelf te volgen. Veeleer hebt gij vóór te gaan, gij met dat verliezen van uzelf in Jezus te beginnen. En dan, in Jezus inzijnde, moet ge, van Jezus uit, op uw broeder in werken, of zijn nakomende liefde uwe voorafgaande liefde mocht ontmoeten.

Altoos naar den regel door Jezus in zoo heiUg oogenblik gesteld: »Zij één gelijk ik met U, Vaders.. Een liefde, die-'t al omvat, en die zóó diep gaat, dat ze niet dieper kan.

Zoo moet het in aller hart zijn, zóó moet het allerinnigst ook in uw ziel wezen, .en komt dan bijeen, dan zult ge 't zelf ontwaren hoe 't alles, ook onder u, eendi achtiglijk zal toegaan.

Een in den wortel, en daarom één in de kroon.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 april 1915

De Heraut | 4 Pagina's

„Allen eendrachtelijk bijeen”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 april 1915

De Heraut | 4 Pagina's