Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„En Jesus innerlijk bewogen zijnde”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En Jesus innerlijk bewogen zijnde”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Jezus, innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte hunne oogen aan; en terstond werden hunne oogèn ziende; en zij volgden hem. Mattheus 20 : 34.

Bij ernstig leed, dat geleden wordt, uit zich ons menschelijk karakter gemeenlijk in éen van deze drie vormen, dat we het óf machinaal op nemen, of er sentimenteel onder worden, óf eindelijk met ons medegevoel er in meeleven en Tas.^lijden.

Het machinale ontmoet ge gedurig bij den arts, die de operatie moet - doen, of bij den kranken-oppasser die er hulpe bij 1 biedt. Het sentimenteele vindt ge meest bij de weekhartige vrouw. Het in anderer lijden meeleven, maar dan ook meelijden, moet vrucht zijn van dien ernst, waarmee het Christelijk geloof het leven doet opvatten.

Wie het er op toelegt om zijn Heiland na te volgen, komt er dan ook van zelf toe.

Bij Jezus stuit ge nooit op 't machinale, maar ook ziet ge Jezus nooit in het sentimenteele vervallen. Zie 't maar, hoe hij, zelf aan het Kruis hangend, zijn medekruiseling, zijn moeder en Johannes, zijn discipel, toespreekt. Doch wat ge daarentegen altoos bij Jezus kunt opmerken, is zijn innerlijk aangedaan zijn bij wat hij voor oogen van 't lijden waarneemt.

't Sterkst kwam dit wel uit bij Lazarus' graf.

Jezus zag hoe Maria bij dat graf van haar lieven broeder de tranen in de oogen kreeg, en dit v/eenen van Maria greep hem derwijs aan, dat hij, zoo staat er, »zeer bewogen werd in den geest, en zich zelven ontroerde". Jezus gevoelde, hoe er een trilling van smartelijk medegevoel door geheel zijn eigen wezen ging, en wel verre van dit te keeren, gaf Jezus er aan tue, en ï> ontroerde zich zelven«.

En die innerlijke beweging in Jezus' gemoedsleven bij 't zien van menschelijke ellende, dit innerlijk bewogen worden van Jezus, teekent nu de Evangelist gedurig aan. Zoo ook toen Jezus die twee blinden op den weg van Jericho genas. Hoe menig oogarts zal niet een half blinde genezen hebben, zonder dat hij er innerlijk in meeleefde. Maar zoo was 't bij Jezus niet. »Jezus, zoo staat er, innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte hunne oogen aan, en hun oog genas".

En zoo nu vinden we het ons gedurig bericht. De . geraakte was door zijn zonde in zijn bange krankheid vervallen, en Jezus weet dit, voelt dit, ziet 'c den kranke aan, en spreekt hem daarom aanstonds de vergiffenis van zijn zonde toe. Zoo alleen was de arme man te redden. Lees hoe 't toeging bij de baar van den jongeling van Nain, en in de sterfkamer van 't dochterken van Jairus, en ge merkt 't telkens opnieuw, hoe Jezus in dit alles meeleefde en meeleed. Jezus voelde dat er kracht van hem uitging, toen de bloedvloeiende vrouw hem aanraakte, en Jezus is blijde met haar en roept haar toe: »Wees welgemoed, dochter, uw geloof heeft u behouden !" Als de schare van vele duizenden hem gevolgd is in de woestijn, en de avond valt in, en er is geen brood voor die velen, dan staat er: »En Jezus, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren". Zelfs tot in Jezus' gelijkenissen gaat die door. Ook het beeld van den verloren zoon is door Jezus gegrepen uit wat hij om zich heen gezien, en als zelf meê doorleefd had.

Bij de wonderen, waardoor Jezus uit nood en lijden redt, is het nimmer een enkele uitstraling van macht en majesteit, maar altoos tevens een redden van den ongelukkige uit een nood waarin Jezus met zijn menschelijk medegevoel was afgedaald. Als hij naar Golgotha op weg is, en zijn Kruis torst, is er in Jezus nog medegevoel om in te leven in wat die vrouwen van Jeruzalem te wachten staat. Zij weenden over Jezus, maar Jezus gaat in heur toekomst in. »Weent niet over mij, maar weent over u zelven!" Niet de sentimentaliteit spreekt Jezus toe. Het is altoos bij Jezus het meeleven en meelijden in wat in ernstigen zin waarachtig menschelijk leed teweeg brengt.

En zoo als dit was, toen Jezus op aarde omwandelde, zoo bleef het na zijn Hemelvaart.

Zie 't maar hoe Stephanus 't nog in zijn sterven voelt, dat Jezus van zijn mai*telaarsdood kennis nam, en daarom in zijn stervenskreet 't durft uitroepen: »Heere Jezus, ontvang mijnen geest."

Vooral hierop richte zich dan ook onze ontvangende geest. Jezus is nu wel, hoog daarboven, aan 's Vaders rechterhand gezeten, maar juist zooals Jezus met de zijnen meeleefde en meegevoelde en meeleed, toen hij nog op aarde was, zoo gaat ook nu nog uit den zaligen hemel Tezus kennisneming uit naar wat in ons hart op aarde omgaat, en in dat hart doorworsteld wordt.

Ge ziet 't aan Saulus op den weg naar Damascus. Saulus stond toen zelfs nog vijandig tegen Jezus over, maar hij was Gods uitverkorene en de geroepene van zijn Heiland, en merk er nu op, hoe Jezus van uit den hemel, tot in alle bijzonderheden, Saulus nagaat, hem daar wandelen ziet op den weg naar Damascus, hem nu tot stilstaan brengt, aangrijpt en voor zijn Koninkrijk wint. • En als ge Saulus in Damascus bij Ananias ontmoet, is ook hier tot in bijzonderheden alles door Jezus voorbereid. Tot in de kleinste bijzonderheden is Jezus Saulus nagegaan. En zoo was 't ook hier een meeleven met zijn geroepen apostel waarbij hij hem als met den band der teederste liefde omslingerde. Ook bij andere apostelen, ook op Pathmos ontwaart ge dit. Jezus is niet weg van de zijnen. Jezus kent des Vaders uitverkorenen en leeft ook nu nog met hen mede. We wandelen niet alleen en eenzaam op onzen levensweg, 't Oog van onzen verheerlijkten Heiland is van oogenblik tot oogenblik ook op ons rustend.

En zeg nu niet, dat dit niet hoefde, want dat toch 's Vaders oog ons in genade gadeslaat. Gode zij dank, dit is ook zoo, maar 't is toch anders.

De Zoon is ook God, en tnet den Vader en den Heiligen Geest één, maar de Zoon is vleesch geworden, en Jezus noemde zich zelven zoo vaak en als bij voorkeur bij menschelijk leed ^den Zoon des inenscken< < .. En dit nu is 't zalige en 't heerlijke, dat we in ons eigen menschelijk gevoel een gemeenschap met den mensch in Jezus gevoelen, die ons to± in de hoogste en zaligste zielsverhefifing toch mensch blijven doet, en als mensch doet genieten.

Er is ook bij de rijkste genieting van 't kindschap, en bij het volop gedrenkt worden door de Verzoening, toch altoos 't pijnlijk zondebesef over veel afdoling, die ons van den Driemaal Heilige vervreemdt.

En dit nu is 't zalige van het Middelaarschap, dat Jezus ook daarin afdalen, ook dit bange besef met ons dragen kan, en in 't bloed des Kruises ook hierin kent wat ons de smart onzer ziele is, en er ons door zijn mededragen van verlost.

Ook menschelijk medeleven en medelijden steunt, stilt en troost. Ook maar één vriend en broeder op aarde te hebben, die ons innerlijk leven met ons meê doorleeft, het is een zoo kostelijke schat, die ons is toebeschikt.

Maar de diepe vertroosting, die tot in het innerlijk verborgene van ons zielsleven ons de verkwikking aanbrengt, die komt ons toch van Jezus zelf toe.

Lees maar het Hoogepriesterlijk gebed.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 september 1915

De Heraut | 2 Pagina's

„En Jesus innerlijk bewogen zijnde”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 september 1915

De Heraut | 2 Pagina's