Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de misstanden in zake de prediking es Woords geteekend te hebben, gaat Prof. isscher in de Waarheidsvriend aldus voort ;

Zeker, er zijn onder hen mannenbroeders, die ich geven voor hun arbeid in de gemeente, die et de vele of de mindere gaven, die zij van unnen God ontvingen, woekeren, en ovex hen preek ik hier niet. Maar de klachten over het chandelijk plichtverzuim kunnen gehoord woren, en meer dan eenmaal kon ik opmerken, hoe ij, die vijandig staan tegenover het Evangelie, er et bitterheid en verachting o/er spreken. Onillekeurig wordt men soms gedwongen te denken an het woord van veuvijt, gericht tot hen, die and en stad .aft-eizen om proselyten te maken. Er ijn er, die 'gansch zeer ijveren, naar het schijnt, oor de reformatie der kerk en voor dit en voor og wat, zoodat zij geen tijd meer overhouden om an bet bezoek hunner gemeenteleden iets te oen, ja zelfs naar zieken niet omzien en stervene laten sterven zonder den troost des Evangelies un te brengen, hoewel zij toch meer dan eenaal om den dienaar des Woords hadden gezonen. Geen tijd, naar beweerd wordt, voor hetgeen od het eerst hun te doen gaf; voor hetgeen hun erste levensroeping is. Ach, het is zoo bitter h ijnlijk deze dingen neder te schrijven, te meer z mdat het inderdaad waar is, dat wie in eene g roote gemeente moet arbeiden, voor zijn praciischen d rbeid tijd te kort komt, omdat er meer dikwijls evergd wordt, dan kan worden verricht, soms ook K evergd wat de taak van den dienaar des Woords iet is; maar dat neemt toch niet v/e^, dat er aar al te veel zijn, die zich achter dat bedeksel an overbelasting verschuilen om zich vrijwel geeel aan hunne eigenlijke taak te onttrekken. Zij oen dan of niets, of hetgeen hun God niet geoden heeft. Wij zullen niemand oordeelen, een eder zij in zijne conscientie ten volle verzekerd; aar ik meen toch het recht te hebben, al deze ingen wetende, er op te wijzen, dat als er van eformatie der kerk zal komen, deze niet kan omen door de Synode, door klachten over moernen, ^ maar beginnen moet bij het begin. En dat egin ligt in de wereld der dienaren des Woords. ij vormen d^-jneerderheid in de besturen, zij ebben den meestéar invloed, omdat zij de eerste oeping hebben. Bij hen moet de bekeering der emeente tot - een leven in ... overeenstemming - . 6 met .„.. e belijdenis aanvangen, Zij zijn het, die allereerst • v b l d l w n g o l a z o t h d r t als uitdeelers van Gods verborgenheden in hun s gansche dienstwerk hunne roeping weer moeten verstaan. De herders weiden en leiden de kudde. En tenzij dat wordt verstaan, baat al die actie niets, is al het geroep te vergeefsch. Dat nu na bijna honderd jaren er nqg niets bereikt werd en de ellende en verdeeldheid nog maar steeds grooter afmetingen aanneemt, de schuld daarvan drukt allereerst op de we: eld der predikanten. Zij zijn, uit menig oogpunt % ; zien, de groote hinderpaal om te komen, waar, 'zij zeggen dat de gemeente komen moet. Zij z n het, die de reformatie tegenhouden met redenee ingen en theorieën. Als jk dit zeg, dan heb ik daafcij niet het oog op hen, die van de belijdenis d# kerk zijn afgeweken, maar juist op degenen, Idie zeggen, dat zij haar wenschen vast te houdea. Onder de belijdende t predikanten moet de reformatie aanvangen, onder hen allereerst, opdat de gemeente wederom in hun dienstwerk, in hunne prediking des Woords van den kansel, in de huijien en aan de krank-en sterfbedden ervaren moge, dat de Heere Jezus Christus het levende Hoofd zijner gemeente is, die aan de kinderen des Koitinkrijks, die om zijnentwil tot kinderen Gods zijn aangenomen, het brood, dat uit den hemel is nedergedaald, door zijne dienstknechten uitreikt.

Ongetwijfeld is het waar, dat elk dienaar des Woords, evengoed als elk gemeentelid, in het licht van Gods recht en heiligheid als een schuldenaar zal uitkomen en dat hij over zijn dienstwerk beschaamd zal staan en noodig heeft daarover in te roepen de verzoening door het bloed des Lams, maar juist omdat dit niet, althans veel te weinig, wordt beseft, ontbreekt ook maar al te zeer de heilige geestdrift voor het ambtelijk werk. En het behoeft, uit dat oogpunt gezien, niet te verwonderen, dat er daarom ook bij tal van gemeenten zoo weinig belangstelling is te bespeuren. Maar hoe waar dat dan ook zijn mag, de gemeente zelve gaat ook in dezen opzicht niet vrij uit. Zij zal ook niet in staat zijn zich schoon te wasschen van schuld door te wijzen op de zonde der voorgangers. Er is volgens artikel 28 der con­ , fessie ook een ambt aller geloovigen, dat een heilige roeping legt op elk lid der gemeente. Ook hierin blijkt de afval en de zonde der kerk, dat er van de oefening van dat ambt der geloovigen zoowat niets wordt bespeurd. Er is ook grond tot klacht over de doodheid en naarheid der gemeente. Indien deze hunne roeping verstonden, zou menige trage knie worden opgericht en menige nalatige dienstknecht worden opgefrischt. Indien de leden der gemeente het ambt der geloovigen maar volbrachten, dat zij van God ontvangen hebben. En natuurlijk, dat ambt openbaart zich niet daarin, dat er op allerlei gevit Wordt, dat een dienaar des Woords doet. Hoewel er onder hen zijn, die lÉtt met gemaakte deftigheid beijveren als engele^feich te toonen, het zijn toch menschen van géli|É beweging als anderen. Daar zijn menschen, diwvan hun dienaren des Woords niet willen dat zij%ls menschen verkeeren. Geen glimlach mogen zij" ooit over hun aangezicht laten komen. Het moet al geestelijk zijn wa er aan is. Wat zij zelven ^1 doen en mogen doen, de dominee mag nietóRtn gewoonlijk hebben zulke vfromen voca-Jdë-^mgen van Gods Koninkrijk weinig of niets over.^aar als de Dienaar des Woords toch ook leven nSkt en bestaan en vraagt op grond van Gods Woor^ dat wie het altaar bedient, van het altaar zal "feven, dan mag volgens hen geen prediker daar& ar vragen. De prediker moet het met Gods voorzie igheid wagen, maar zij sluiten him brandkast of hun geldbuidel en houden ze zorgvuldig fesloten. Ook in dit opzicht blijkt de zonde der gemeente in schijnheiligheid en gierigheid zoo groot, dat tot menigen klager gezegd kan: gij reinigt het buitenste des bekers of gij zijt als het gepleisterd graf. Op des dienaars zwarte kleed wordt elk stofje gezien, maar de balk in eigen oog niet. Daarom is er dan ook zooveel in het dienstwerk, dat den dienaar moedeloos stemmen kan, dat maakt, dat hij zijn werk al zuchtend doet. Menigmaal heeft het mij onaangenaam getroffen, dat een jonge man, dien ik voor weinige jaren vol illusie zijn dienstwerk had zien aanvangen, vol blijdschap, » dat hij eindelijk na vele jaren studie mocht ingaan in den wijngaard des Heeren, bij mij ktvam in diepe moedeloosheid over dien gemeentearbeid, die hem zoo zwaar gemaakt werd door goddeloozen en vromen, maar door vromen het allermeest. Er is zooveel onwaarachtigheid, zooveel leugen, zooveel schijnheiligheid, waardoor bedekt wordt een geheime vijandschap tegen Gods Woord en waarheid. Een vlieg kan de zalf des apothekers stinke.ide maken, één schijnheilige veel kwaad zaad zaaien, één valsche broeder, a die zelf niet ingaat, velen verhinderen in te gaan. En het is niet te zeggen, hoeveel zegen er aan V Gods gemeente ontroofd wordt door de ongegionde, gezochte en valsche beoordeelirgen en veroordeelingen van het gepredikte Woord. De gemeenten zijn dikwijls zoo overzadigd, dat zij met brood uit den hemel niet meer tevreden zijn. Zij willen niet slechts vruchten, maar vruchten op zilveren schalen. De zilveren schaal wordt nog hooger geacht dan de vrucht, die toch alleen den honger kan verzadigen. Zoo werd menige gave Gods' geminacht, menige degelijke goede predicatie atgekeurd, menig waarachtig Godvreezend, bekwaam en ernstig prediker verworpen voor wie de sluwheid en den takt had, sommige vromen te behagen. Waarlijk, ook onder de leden der gemeente, die in het koor der klagers over de zonden der kerk zoo breed uithalen, is er veel, dat uittvijst, hoe van een ware behoefte aan bekeering tot God, aan wederkeeren naarde paden der vaderen, niets te vinden is. Er is zooveel beschimméling, zooveel zuurheid en naarheid, zoo weinig van het echte kindschap Gods met zijn blijmoedigheid en frissche levenskracht, met zijne vrijheid Én eenvoudigheid, bovenal met zijne liefde te speuren. Het aangrijpende woord wordt vergeten, dat indien iemand de talen der menschen en der engelen sprak, en de liefde niet had, hij een klinkende metaal of luidende schel is geworden. Van die liefde zal er gevonden moeten worden tusschen gemeente en leeraar in de eerste plaats. In haar zal zich moeten openbaren het echie, an God gewekte geestelijke leven. Waar zij ontreekt, is er van verborgen omgang met den Middeaar geen sprake. Daarom wijl God aan zijne kineren gegeven heeft de verkondiging van het evende Woord en er van zijne kracht en van zijne erking zoo weinig wordt gespeurd, is voor alles oodig, dat er verootmoediging zij voor Gods aanezicht, belijdenis van schuld, opdat de Heere zich ver zijn Zion ontferme en in ons en onder ons evendig worde de behoefte om als persontn en ls kerk weder te mogen keeren tot Hem. Daarom eide Hij reeds tot zijn oude volk en daarin tot ns: Eekeer U, o Israel! tot den Heere, uwen God, oe; want gij zijt gevallen om uwe ongerechtigeid. Neem deze woorden met u en bekeer u tot en Heere, zeg tot Hem: Nem weg alle ongeechtigheid en geef het goede, zoo zullen wij bealen de varren onzer lippen.

Het is zeker geen zachte geneesmeester, die ier de wonden der Kerk ontdekt. Maar wie al niet erkennen, dat dit beeld naar waarheid eteekend is.? En tevens dat er menige trek in at beeld schuilt, die helaas ook voor onze erken moet gelden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 november 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 november 1915

De Heraut | 4 Pagina's