Officieele Berichten.

De Universiteitsdag te Dieren op Donderdag 27 Januari 1916.

Te half drie werd door den Voorzitter van het Comité de vergadering geppend. Z.Eerw. heette - de opgekomenen welkom, ook Prof. Grosheide van Amsterdam. Z.Eerw. sprak daarna naar aanleiding van het voorgelezen hoofdstuk uit de Openbaringen, over Jezus Christus, de Alpha en de Omega, het Woord, de Logos, den drager der gedachten, zonder wien geen ware wetenschap is, die zelfhet fundament en einddoel er van is. Vervolgens gaat Z.Eerw. kortelings de geschiedenis na van het godvruchtig Nederland en Europa, later door Humanisme en Revolutie meegevoerd tot mehschvergoding.

Hoe in het begin der 19e eeuw de Theologische school alleen een schuilplaats bood voor de theologie, totdat eenige mannen met den genialen leider de V. U. stichtten. Dat was geloofsdaad.

En zou er nu gevaar gaan dreigen, dat deze tempel der wetenschap gesloten zou moeten worden? Dan zou er vreugde zijn op de.straten van Askalon. Dien smaad mogen wij onzen Heiland niet aandoen ! Worde de Uefde aangewakkerd ! De V. U. is door 't geloof verrezen, door 't geloof moet ze blijven bloeien.

Onze hulpe staat in den Naam des Heeren. Prof. Grosheide van Amsterdam heefi met vreugde aan 't verzoek om op deze vergadering te komen spreken, voldaan en hoopt de beteekenis uiteen te zetten van de V. U. als een nationale instelling, die de liefde en steun verdient van al het Geref. volk.

Op voorstel van den voorzitter van het Comité wordt door de vergadering een telegram van eerbiedige hulde afgezonden aan den stichter der Hoogeschool,

Van de gelegenheid voor gedachtenwisseling werd door een viertal gebruik gemaakt, welke door den spreker kort worden beantwoord. in Turkije te zijn aan den heeft, en dat

door den spreker kort worden beantwoord. In de avondvergadering spreekt Prof. Dr. Ridderbos van Kampen naar aanleiding van Col. 2 : 16 en 17 over tweeërlei wetenschap en beideï: rucht.

In de gemeente van CoUosse waren dwaalleeraars opgestaan, die op grond van gewaande openbaringen leeringen verkondigden over de wereld der engelen. Zij plaatsten naast den Christus machten uit de Engelenwereld en spraken hunne dwaUngen uit op aanmatigende wijze. Vergelijkt men die dwaalleeraren met de beoefenaars der moderne ongeloovige of halfgeloovige wetenschap, dan vindt men trekken van overeenkomst en .verschil. De CoU. dwaalleeraars, bemoeien zich eenzijdig met de hemel' sche dingen, de moderne mannen van wetenschap eenzijdig met de aardsche. Dat hangt samen met den geest dezer eeuw. In de eeuw der apostelen, den tijd der volheid, was er een dorsten naar hooger dingen. Onze eeuw verliest zich in tegenovergestelde richting, het aardsche wordt alleen nagespeurd en in deze wereld is het hoogste te vinden (al brengt die vreeselijke oorlog wel eenige verwarring onder de bewonderaars onzer cultuur). Bij den een verloopt het in het koude materialisme, dat zelfs de hoogste gedachte terug brengt tot eenige stofwisseling in de hersenen, bij den ander is de opvatting wat meer idealistisch, toch is het karakter der tegenwoordige wetenschap, dat zij bHjft staan bij het aardsche. Zij blijft staan bij den mensch en verwacht het uit den mensch.

De Coll. dwaalleeraar plaatst Christus naast een Engel, de valsche wetenschap plaatst hem naast een mensch, het zij Boedha of een sociaal hervormer. Ook wat de wijze van optreden betreft, is er treffende overeenkomst; waren de CoU. dwaalleeraars aanmatigend in hun optreden, de tegenwoordige beroemen zich stout, dat zij gelooven wat zij aanschouwen, maar dringen toch ook in de ongeziene dingen en leeraren over ontstaan van mensch en dier en over den weg van ontwikkeling.

Wat stelt nu de Apostel tegenover deze valsche wetenschap? Epafras, door de dwaalleeraars, overbluft, had zijn raad ingeroepen, en zoodoende is de brief aan de Colossensen ontstaan. Paulus wijst hen op den Heere Jezus en den eenigen middelaar door wien alle dingen zijn. Daaruit volgt, dat alles, ook de engelen, onder hem zijn. Dat er dus ook geen vnjsheid is naast of boven de wijsheid van Christus.

Eerst is de strijd begonnen om Lager Onderwijs. Die "strijd deed echter de behoefte gevoelen aan Geref. Hooger Onderwijs. De wet van 1876 opent de mogelijkheid. Dertien jaren zijn er echter nog noodig voordat in het schip der Nieuwe Kerk te Amsterdam tot de oprichting van de V. U. werd besloten.

Bij de oprichting van de Vrije Universiteit worden de bezwaren van de eerste geref. Overheids-Hoogeschool vermeden. Aanraking wordt gezocht en later nog inniger verwacht met de Kerk. De medische faculteit zocht aanraking met de Kerk. .De medische faculteit zocht aanraking met de Vereeniging voor Krankzinnigen-Verpleging. Al is het bij de V. U. nog aUes lang niet volmaakt, toch blijft het haar ideaal om in Overeenstemming met het Woord Gods de wetenschappen te beoefenen.

De V. U. heeft recht op uw liefde, omdat ze ook practisch werkzaam is in de opleiding ^en u predikanten, advokaten en leeraren geeft, die leiding geven aan het volk.

Hierna ging Prof. Ridderbos voor in gebed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen