Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Een moeilijke vertrooster.

Maandenlang heeft het ongeloof in Duitschland, hetzij gedwongen of vrijwillig, zijn stem niet op de straten verheven. De ernst van den tijd dien men doorleeft, was daarvan de oorzaak. Doch van lieverlede begint rnen zich weer te laten hooren.

De tachtigjarige hoogleeraar Haeckel heeft een poging gewaagd om het Duitsche volk te vertroosten over het verlies van zoovele duizenden levens. Hij schreef eerf boek over Leven, Dood en Eeuwigheid. En deze atheïst wist daarbij geen beter troost te bieden dan een betoog, dat er geen Voorzienigheid is, geen Hemdsche Vader, geen onsterfelijkheid, 'geeri~ziéir Alleen het noodlot blijft over. De oorlog heeft volgensden Duitschen hoogleeraar geleerd, dat he. ongc; rijmd is om te trachten onzen naaste lief te hebben als ons zelven. Aan de andere zijde ineent de schrijver, dat men in den zwaren tijd dien Duitschland doorleeft, troost kan vinden in de wetenschap, berusting en het zich schikken in het onvermijdelijke. Deze drie dingen geven aan den denkenden cultuurmensch een onuitputtelijken schat!

Men moet wel zeer verblind zijn als men meent, dat waarlijk hiermede het bloedend vaderland, weduwen en weezen, vaders - en moeders die treuren over het verlies van geliefde zonen, zullen getroost worden.

— Welke richting zal .|ni^d§-; toekomst de Zending volden.?

De Engelsche Zending heeft meermalen dienst gedaan voor de uitbreiding van het Engelsche gezag. Maar de Duitsche, heeft de praktijk gevolgd, dal de nationale Duitsche belangen geheel op den achtergrond traden om de geestelijke alleen te laten gelden. Met dankbaarheid mag Nederland zien op den arbeid der Rijnsche Zending op Sumatra, waar Duitsche missionairs zoo belangeloos onder de Battaks hebben gewerkt en nog werken. Over nationaal-Duitsche tendenzen hebben wij bij de Duitsche zendelingen in het geheel niet té klagen.

Er schijnt echter gevaar te bestaan, dat hierin verandering komt. Er doen zich stemmen hooren dat de Zending een anderen koers heeft te volgen, waardoor de belangen van het vaderland niet uit het oog verloren worden. In de koloniën moet men door middel van de Zending het Duitsche gezag versterken en de Duitsche cultuur in hand werken. Daarbij zou men dan ook kunnen rekenen op de sympathie en de medewerking van kringen en personen, die overigens voor het geestelijk doel van de Zending, ' de verkondiging van het Evangelie en de kerstening van Heidcnsche Mahomedaansche volken, weinig gevoelen.

Het is vooral de hoogleeraar Julius Richter, professor in de Zendingswetenschap te Berlijn, die betoogt dat de Duitsche Zending dien weg op moet.

Daartegen verheffen zich allerlei stemmen. Zoo deed de Zendingsdireclor pastor Bracker van Breklum een ernstig protest tegen het standpunt, dat prof Richter inneemt, hooren. Hij zette daarbij uiteen, dat het karakter van de zending onzelfzuchtige liefde zyn moet, die slechts geven en niet nemen wil. Als de zending de bijbedoeling, krijgt om de belangen van het eigen vaderland te behartigen, dan zou zij zelfzuchtig worden en daarmede haar karakter verliezen. De zending moet zelfs de belangen van de eigen kerk niet zoeken, maar alleen arbeiden voor het Koninkrijk Gods.'

Als voorbeeld wordt, dan daarbij aangehaald de apostel Paulus, die met angstvalligheid alles vermeld, wat den heidenen den indruk kon geven, dat hij zich zelven zocht. Bracker beweert ook dat het welslagen van de Zending daarvan afhangt. De heiden kan maar niet gelooven aan het onzelfzuchtige 'van de Zending, omdat zijn heidendom het onzelfzuchtige niet kent. Alleen de onzelfzuchtige liefde overwint. Opmerkelijk is wat in dit opzicht de Japansche schrijver ; Kanso Oetschimoera schrijft; Hij vindt voor alle 'uitingen van het Christelijke leven in het Westen parallellen in het heidensche leven van zijn volk. Alleen één ding vond hij in zijn land niet, n.l. dat Christelijke mannen en vrouwen zich vereenigen om de tijdelijke en eeuwige belangen van een hun onbekend volk in verre landen te hulp te komen en dat zonder aanspraak te maken op eenigen tegendienst. Dit geheel onzelfzuchtig karakter der zending vindt hij iets geheel eenigs in de wereld, en dat overweldigt hem.

Ook de bekende predikant Kaftan heeft in dit vraagstuk zijn stem laten hooren, betoogende dat èn Prof. Richter èn pastor Bracker overdrijven. Hij roept hun »Ne nimis» toe en tracht aan te toonen, dat men aan beide zijden te ver gaat.

Turkije. Het lij den der Armeriiërs. In No. 45 van de »MededeeUngen uit het Keizerweerdsche Diakonessenhuis» komt een brief van eene zuster uit Konstantinopel voor, waarin het lijden beschreven wordt, van weggevoerde Armeniërs. Deze brief is gedateerd 19 Oct. 1915 en bevat de volgende mededeeliiigen. »Bij het station te Kattma was een groot kamp verdreven Armeniërs. Op den landweg bewoog zich een lange stoet langzaam naar Aleppo, waar duizenden Armeniërs in kerken en jicholen onder dak gebracht waren, om dan weder verder tot ver achter Damaskus gedreven te worden». »0p den weg naar Agelos tyvamen wij een eindeloozén stoet verdreven Armeniërs tegen, meest oude lieden en kinderen, ook blinden, lammen en kreupelen. Men ging te voet, of op rijdieren, of op ossenwagens, in. den heeten zonnegloed, zonder eenige beschutting en zonder voedsel — een ellende die niet te beschrijven is. . Velen blij ven. aan den weg liggen. Wat er vaA hen wordt r God weet het. Geen mensch ziet of hoort meer van hen».

De in de Duitsche pers voorkomende berichten omtrent de '«schuld" der Armeniërs wpidèü' in een artikel van Dr. Lepsius over: »De wegvoering naar Assyrië", voorkomend in het Nov. Dec. 1915-nummer van den sChristhchen Orient" behandeld. Daarin wordt aangetoond hóe men zekere berichten met een critischen blik moet lezen. In een niet-officieel Wolff-telegram uit Konstantinopel van 19 Juni werd bericht: »Van 180, 000 Muzelmannen in de Wilajet Wann, r.hebben er zich nauwelijks 34, 000 kunnen redden. De rest bleef blootgesteld aan de moorddaden' der Russen en Armeniërs, zonder dat men tot hiertoe omtrent hun lot iets heeft vernomen". Van de overige 150, 000 heeft men dus »niets" gehoord ! Maar dit heeft niet verhinderd, dat later in Duitsche bladen verzekerd werd, dat het bewezen was, »dat 150, 000 Mahomedanen als slachtoffers van de Armeniërs gevallen zijn".

Een ander voorbeeld.

Een ander voorbeeld. Men, , spreekt er veel van, dat Armeniërs aan de zijde der Russen tegen de Turken strijden, maar verzwijgt dat de Armeniërs ten deele Turksche onderdanen zijn en ten deele onder de Russische heerschappij staan, gelijk er Polen zijn die tot Duitschland behooren, en Polen die onder den Russischen Czaar stonden.

Hiermede is het Armenische vraagstuk niet opgelost, maar men leert er uit dat men voorzichtig moet zijn met de 'berichten die in de bladen voorkomen. »Der Sonnenaufgang» een blad dat te Frankfurt a, M. verschijnt en mededeelingen doet omtrent Christelijken liefdearbeid in het Oosten, maakt terecht herhaaldelijk de opmerking, dat bij den huldigen toestand het niet mogelijk en niet nuttig is, de vraag naar de schuld grondig te behandelen. Wel is het noodzakelijk, dat in het Oosten het werk der Christelijke barmhartigheid gedaan wordt. Aan den Hu^bond werden in het eind van December dö'& r • de Turksche regeeriag : -2S0-kiiKkren toe vertrouwd, slechts een klein deel van 'de dui zenden ouderlooze kinderen die uit hun vaderland zijn-verdreven.

Ook wij zijn van oordeel, dat het iu deze dagen moeilijk, ja scheer onmogelijk is om een rechtmatig oordeel over de schuld van Turkije t en van de Arriieniërs te vellen. Maar dat de Christelijke barmhartigheid zich geroepen moet gevoelen aan zoo vele ellendigen ontferming' te bewijzen, is buiten twijfel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 februari 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 februari 1916

De Heraut | 4 Pagina's