Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Orgelbegeleiding, geen orgelconcert.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Orgelbegeleiding, geen orgelconcert.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze Gereformeerde vaderen waren geen voorstanders van het orgelspel in de Kerk, Op meer dan eene Synode werd zelfs besloten, dat »het spelen der orgelen in de Kerk gansch behoorde afgesteld te worden". Zelfs bij het aangaan van en het scheiden uit de Kerk wilden ze het orgelspel niet dulden, »omdat het slechts diende _ tot lichtvaardigheid" of »om te doen vergeten wat men te voren gehoord heeft." Bij voorkeur beriep men zich daarbij op hetgeen de Apostel zegt in I Cor. 14; 9, een tekst die schijnbaar met het orgelspel weinig te maken "heeft, want Paulus zegt daar: »Alzoo ook gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn als die in de lucht spreekt". Toch is het bij nader inzien niet zoo onbegrijpelijk, waarom onze vaderen , jp joo.0, 1 toUaf-zich beriepen. De Apostel waarschuwt daar tegen de glossolalie of het zoogenaamde spreken in vreemde talen, dat geen ; -nuttigheid" had, wanneer niemand er bij was, die deze vreemde klanken vertolken kon. Hij wijst.er.dan op, hoe zelfs bij levenlooze dingen, diegeluid geven, zooalseen fluit of cither, men niet volgen kan wat er op gespeeld wordt, wanneer zij geen onderscheid met hun klank geven. En laat er dan op volgen, dat het zoo ook is met een mensch, wanneer hij alleen klanken voortbrengt, maar geen verstaanbare woorden, die ieder volgen kan, omdat dit voor de stichting der gemeente geen beteekenis haeffeTlets, waaruit onze vaderen dan afleiden, dat in den eeredienst dus alleen het wo< »-d een plaats mocht hebben, een woord dat tot stichting kan dienen, maar niet de muziek, die alleen klanken geeft en geen gedachten. Onze «redelijke godsdienst», zooals de Apostel het noemt, verbiedt ons in den eeredienst de" muziek als element.op te nemen. In de Gereformeerde Kerken in Schotland heeft men het orgel dan ook nooit geduld, en in ons-land heeft het verzet tegen het orgelspel nog lang genoeg geduurd.

Nu zijn onze vaderen .in dezen afkeer van het orgel in de Kerk ongetwijfeld te ver gegaan, en niemand zou er thans meer aan denken het orgel uit de Kerk te willen bannen. In beginsel bestaat er tegen het orgelspel dan ook geen bezwaar, wanneer het alleen dient om den zang te begeleiden. Slechts een zeer geoefend koor kan zonder begeleiding^-behoorlijk zingen, maar waar ons kerkgaand publiek volstrekt niet altoos in den zang geoefend is en de wijzen onzer psalmen, hoe schoon ook uit muzikaal oogpunt, moeilijk zijn om te zingen, daar is de steun en begeleiding van het orgel bijna onmisbaar geworden. Trouwens, het op zich zelf volkomen wettige bezwaar van onae vaderen, dat de muziek geen element kan zijn in onzen «redelijken eeredienst", geldt niet tegen deze orgelbegeleiding van den zang. De zang is, om met den Apostel te spreken, wel degelijk seen door de taal duidelijke rede", en het orgel dient alleen om dien gemeenschappeHjken zang te begeleiden en mogelijk te maken.

Maar wel bestaat er bezwaar tegen, wanneer deze orgelbegeleiding van den zang der gemeente dreigt te ontaarden in het geven van een orgelconcert. De verleiding daartoe is voor onze organisten altoos groot, vooral wanneer ze een mooi orgel tot hun beschikking hebben. Ze willen dan zoo gaarne hun virtuositeit op het orgel laten hooren en het voor--en naspel dijt zich dan zoo lang uit, dat de gemeente feitelijk op een muziekuitvoering vergast wordt. Er zijn organisten, die van een klein psalmvers een voorspel geven van een half kwartier en het naspel even lang maken, terwijl ze liefst, wanneer er twee verzen gezongen worden, nog een tusschenspel geven, en dat zelfs doen, wanneer daardoor de samenhang tusschen beide verzen geheel verbroken worden, zooals in Psalm 116 VS. 1 en 2. Hiertegen nu mag wel eens ernstig gewaarschuwd worden. Liefst zouden we de voor-, na-en tusschenspelen "geheel willen afgeschaft zien. Ze hooren in de kerk niet thuis. En dat ze zonder schade voor den zang zeer goed gemist kunnen worden blijkt wel daaruit, dat in tal van Kerken bij den middenzang terstond met den zang wordt ingevallen zonder voorspel; en dit zonder eenig bezwaar geschiedt. Maar al zouden we tegen het aanslaan van een paar 'akkoorden bij wijze van voorspel geen bezwaar hebben, wel moet het beslist worden afgekeurd, wanneer het voor-en naspel een omvang krijgen dat aan een orgelconcert denken doet. Vooreerst wordt daardoor de godsdienstoefening noodeloos lang gerekt. In onze groote Kerken duurt een godsdienstoefening vaak meer dan twee uur, en terecht is hierover geklaagd. Maar men vergete dan niet, dat dit niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats aan de lengte van de preek Hgt, maar evenzeer aan de langzame manier van zingen, die we ons helaas hebben aangewend, en aan de lengte van deze vooren naspelen. Er wordt in onze diensten geregeld viermaal gezongen; rekent men nu voor elk gezang vijf a tien minuten — en meermalen duurt het zoo lang — dan gaat hiermede minstens een half uur weg. Wie de Fransche Kerken bezocht heeft, en opmerkte hoe vlug daar gezongen wordt, zonder dat dit eenige schade doet aan de wijding van het gezang, zal het betreuren, dat onze trage en langzame volksaard tot zelfs in het kerkgezang zich gelden doet. Maar nog ernstiger is ons principiëele bezwaar, dat deze lange vooren naspelen in onzen Gereformeerden eeredienst niet thuis hooren en daarin zelfs niet gedoogd mogen worden. Immers onze Gereformeerde vaderen hebben volkomen gelijk gehad, dat het orgelspel als zoodanig geen stuk kan of mag zijn van onzen eeredienst. Te wanen, dat men door zulk orgelspel God verheerlijken zou, is superstitie, zol^als zij het terecht uitdrukten. God wordt alleen verheerlijkt door klanken opkomend uit het hart van den mensch, maar niet door de klanken van een „levenloos ding", zooals de Apostel Paulus het noemt. En wanneer men het orgelspel in den eeredienst opneemt als een aangename verpoozing, die zeker kunstgenot aan de gemeente bieden moet, vergeet men dat daarvoor de godsdienstoefening de plaats niet is. Een orgelconcert is uitnemend, maar dan worde het gegeven in de week op een gewonen dag, die hiervoor bestemd wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Orgelbegeleiding, geen orgelconcert.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's