Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kinderen des Verbonds.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kinderen des Verbonds.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXVI.

Al staat het dus historisch vast, dat de bestrijding van den kinderdoop niet alleen er zelfs niet in de eerste plaats opkwam uit " eerbied voor de Heilige Schrift, die »den kinderdoop. niet leert», maar veeleer uit • een geheel verkeerde beschouwing van de doopgenade, uiteen verzwakking van de erfzond» bij de kinderen en uit een beperking !. van de genade van Christus tot de volwassenen alleen, toch dient, • voordat we op, , ', de gronden, door de Gereformeerde Kerk " voor den kinderdoop aangevoerd, nader ingaan, eerst het beroep te worden weer-, legd, dat de tegenstanders van den kinder-^, doop op het Nieuwe Testament doen en, .' waarmede zij hun in den grond onschriftuurlijke gevoelens trachten tg bedekken.

Dat in het Nieuwe Testament een recht-, , , .' streeksch en uitdrukkelijk bevel .van Chris-, tus niet te vinden is om kinderen te doopen, is juist. Zelfs kan verder worden gegaan en moet aan de bestrijders vïanden kindep-. doop worden toegestemd, dat in het bevel, dat Christus aan zijn Apostelen gaf om te doopen, niet aan kleine kinderen, - -maar alleen aan volwassenen is gedacht. In Matth/:28 : 19 beveelt Christus zijn Apostelen eerst de volkeren-te onderwijzen of, - , , gelijk., het misschien juister vertaald wordt, hen tot zijn discipelen te maken, en daarna wordt gezegd, dat de Apostelen degenen, die aldus onderwezen waren, - Jnoesten doo-* pen in den naam des Vadersi diss Zöotis' en des Heiligen Geestes. .A.an den doop moest dus onder\Yijzjng voorafgaan, . en daar onderwijziijg eÜeen bij volwassehe; h-< )f kinderen op ouderen ; leeftijd mpgel^k^is, , niaar niet bij-onmondige .kiadereB, Is hi^^i? aan den - 'doöt*^-van' kleine - kladeren ookaiét.. "acht".. Men "doet•-«SM-lijkftf en - óprüohtêr,

dit rondweg, te-erkennetu dan door allerlei gekunstelde exegese de? en tekst toch voor den kinderdoop pasklaar te willen maken, zooals onze vaderen wel eens hebben gedaan. En eveneoo staat het imct Markus 16 : 15, 16, want Christus zegt ook hier eerst: gt; predikt het Evangelie aan alle creaturen» en Iaat er dan op volgen: wie gelooft zal hebben en - -gedoopt zal zijn, zal zalig worden*. Dat hier als voorwaarde vóór den doop het geloof wordt gesteld en dat met dit geloof bedoeld wordt een dadelijk geloof, een geloof dat door de prediking der Apostelen gewerkt is, kan niet ontkend worden. Het ïwie geloofd zal hebben* staat toch zonder twijfel met het vooraf-.gaande: predikt het Evangelie* in het nauwste verband.

Maar hoe sterk de tegcnstandei-s van den V kinderdoop schijnbaar met hun beroep op deïc beide plaatsen uit het Evangelie staan, toch behoeft men het verband, waarin deze uitspraken van Christus voorkomen, slechts even in te zien, om te gevoelen, dat daaruit noch voor noch tegen den kinderdoop iets kan worden afgeleid. Zeker, indien Christus, gelijk gemeenlijk wordt voorgesteld, hier de instelling van den doop had gegeven ^n daarbij aan de Aposteleri had voorgeschreven, hoe en wanneer de doop alleen mocht bediend worden, dan zou^ien deze uitspraken beslissend zijn. Maar hiervan is geen sprake. In Marcus 16 : 16 wordt niet gelast te doopen, maar alleen gezegd, dat wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, aali^ Mtrl worden. En ook in Matth. 28 : 19 valt de nadruk niet op het gebod om te doopen, wat de discipelen van Jezus reeds lang vóór dien tijd hadden gedaan, maar op den last, die nu voor het eerst op hen wordt gelegd, om uit te gaan en het Evan' gtiie te brengen aan alle volkeren of, gelyk het misschien nog juister vertaald zou kunnen worden, aan óa heidensche voVesxQ.n, want het oorspronkelijke woord ethne wordt in het Nieuwe Testament schier uitsluitend gebruikt om de heidensche volkeren in tegenstelling met Israel aan te duiden. Matth. 28 : 19 geeft ons dus niet de instelling van den doop, maar het bevel om de prediking van het Evangelie niet langer tot de Joden te richten, maar tot heel de wereld, tot alle volkeren, tot de heidenen, en eerst in verband daarmede wordt nu gezegd, dat de Apostelen dan ook degenen, die door dezen missie-arbeid voor Christus gewonnen zullen worden, de doopen hebben evenzeer als ze dit reeds bij de bekeerlingen uit de Joden hadd^en gedaan. Het: aat heen in geheel de wereld, predikt htt Evangelie aan alle creaturen, onderwijst alle volkeren, is het nieuwe gebod dat Christus hier aan zijn discipelen geeft. Al wat over den doop gezegd wordt, kan en mag daarom alleen van uit dat oogpunt worden verstaan. Of wil men nog duidelijker, er is hier geen sprake van dat, , Christus voorschrijft, hoe in een gevestigde Kerk de doop bediend., moet worden, maar van den eeiidingsarbrid in een nog niet gekerstende wereld ch bij nog heidensche volkeren. En voor dezen zendingsarbeid geeft Christus hier den regel, die zeker ook voor ons geldt, dat alleen wie vooraf onderwezen is, een discipel van Christus is geworden, het gehoorde woord geloovig heeft aangenomen en beleden heeft, gedoopt mag worden, Aan .dat bevel van Christus hebben de Apostelen zich dan ook stipt gehouden, en voor elke Christelijke Kerk is dat nog 'de regel, dien ze bij haar zendingsarbeid volgt. Zelfs waar de doop aan volwassenen, die in de Christelijke Kerk zijnopgegroeid, maar, om wat oorzaak ook, als kind den doop niet ontvangen hebben, wordt bediend, wordt deze regel van Christus nog altoos toegepast, want zulk een volwassene wordt niet gedoopt dan na onderwezen te zijn en belijdenis van-zijn geloof te hebben afgelegd. Maar dat dit woord van Christus allerminst bedoeld heeft een rtgel te stellen, waardoor de kleine kinderen van den doop zouden[worden uitgesloten, kan wel het beste blijken uit het slot van Marcus 16 : 16, waar Christus zegt: die niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden*. Voor volwassenen is dit zoo; wie.als volwassene niet geloofd heeft, zal verdoemd worden. Maar wie hieruit zou willen afleiden, dat dit woord ook voor kinderen gold en dat dus elk kind, dat te sterven kwam, voordat het tot dadelijk geloof in Christus kwam, voor eeuwig zou verloren wezen, zou niet alleen de meest onbarmhartige leer verkondigen, maar ook lijnrecht in strijd komen met Christus' eigen woord, die gezegd heeft: laat de kinderkens tot Mij komen, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.» En indien uit Christus eigen getuigenis dus vaststaat, dat de kinderen, bij wie van een dadelijk geloof geen sprake kan wezen, daarom toch niet verloren zullen gaan, want dat hunner het Koninkrijk der hemelen is, dan blijkt daaruit ook, dat hetgeen m Marcus 16 : IS, 16 gezegd wordt, niet op de kinderen kan slaan, en daarmede dus ook elk recht vervalt om op hetgeen in dezen tekst gezegd wordt, als bewijs tegen den kinderdoop zich te beroepen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's

De kinderen des Verbonds.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's