Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR. S. O. Los M. A. BEGINSELEN VAN PE KA|IAKTERKUNDE. Eerste stuk. Methode. — Uitgever I. L. van Schaik. — Pretoria 1915.

I.

De schrijver van deze Studie, wier eerste stuk wij onlangs ontvingen, is ten onzent geen onbekende. Na de gereformeerde Kerken van DE LIER en HILVERSUM als predikant te hebben gediend en, onder PROF. V. D. WIJCK, te TJ IRKCHT op een dissertatie over : ARISTOTELES IN NEDER­ LAND tot doctor in de Wijsbegeerte te zijn gepromoveerd, verliet hij zijn vaderland voor ZUID-AFRIKA waar hij thans, te POTCIIEFSTROOJI, hoogleeraar is aan de Theologische School der CHRISTELIJKE GEREFORJIEERDE KERK.

In den titel der Studie zou s Beginselen« aan INITIA doen denken. Maar reeds op p. 2, waar DR. Los schrijft: »In deze studie zullen de beginselen van de wetenschap van het karakter worden nagespeurd«, blijkt, dat het woord in den zin van PRINCIPIA moet verstaan.

Daar sluit zich dan aan: sEerst de methode van g deze wetenschap, daarna de klassificatie en dan de middelen van de karaktervormings.

Alzoo de partitie.

Als ik het n^i goed begrijp, zullen dus in dil eerste stuk hetwelk, als ondertitel, METHODE heet, de beginselen der methode van de wetenschap van het karakter worden nagespeurd.

In dat eerste stuk dan, over de Methode, behandelt de Schrijver, in het kort bestek van 42 bladzijden, 9 onderwerpen en wel onder de volgende opschriften:1. Een zelfstandige wetenschap:2. Historie; 3. Inductieve Methode; 4. Deductieve Methode; 5. Kritiek op de Dedjictieve Methode; 6. De Ethologie eji de Moraal; 7. De karakterkunde geen Kultuurwetenschap; 8. Een Kunsttheorie en 9. Het Voorbeeld.

Vóór de Schrijver tot de behandeling van dit alles overgaat, geeft hij nog op p. 2 een, volgens hem, cilgemeen geldende omschrijving van karakter wanneer hij zegt', «deze zelfiegeering naar eenige in het zelfbewustzijn vastgewortelde zedelike beginselen noemt men het karakters.

Reeds een oppervlakkige blik op het hierboven vermelde lijstje van 9 onderwerpen doet zien, dat sommige daarvan slechts in zeer verwijderd verband staan met de »Methode« der wetenschap van het karakter.

Dit geldt allereerst van No. 1 en No. 2, die meer op hun plaats zouden zijn geweest in een, i aan de METHODE voorafgaande INLEIDING.

l Afgezien van dit architektonisch bezwaar, ben ik het goed eens met de in No. 1 gestelde bewering, dat, al is ook de wetenschap van het karakter een onderdeel van de Ethiek en van de Paedagogiek, zij toch het recht heeft op den naam eener zelf^andige wetenschap. Met name, sedert KANT in 1798 zijn ANTHROPOLOGIE gaf met daarin als 2e deel: DIE ANTHROPOLOGI-SCHE CHARAKTERISTIK. Von der Art, . das Innere des Menschen aus dem Aeusseren zu erkennen, — is het karakter, zoowel van het individu als dat van de sekse, het volk, het ras en zelfs van het geslacht, al meer tot afzonderlijk voorwerp van onderzoek en nadenken gemaakt. JOHN STUART ISIILL kon dan ook in het Vle 'boek van zijn A SYSTEM OF LOGIC, waarvan de Ie editie in 1843 en de 9e in 1875 verscheen, eert afzonderlijk hoofdstuk wijden aan de ETHOLOGIE OF DE' WETENSCHAP VAN DE KARAKTERVORJHSG. •

Met dien naam ETHOLOGIE, die, niet zooals Los in een zonderlinge vergissing, welke hij echter later, op p. 21, herstelt, op p. 2 schrijft, »vanhet Griekse woord »Ethos = zede, gewoontes, is afgeleid, maar van »Ethos«, dat meer het innerlijk bestaan en alzoo het karakter uitdrukt, — heeft MILL onze wetenschap gedoopt.

MILL zelf schrijft* da9, romtrent Logic VIC. V. § 4 : »Zoo ontstaat een wetenschap, die ik zou voorslaan den naam sEthologie« te verleehen, van - ilithos^^ een woord, waarmee de uitdrukking KARAKTER, zooals ik haar hier gebruik, nauwkeuriger overeenkomt dan met eenig ander woord in dezelfde taaU.

Volgt No. 2 : HISTORIE, •— waarin Los een overzicht geeft van wat ik zou willen noemen de geschiedenis van het vak. Een ter oriënteering zeker niet ongeschikt overzicht, maajr wairin tot mijn bevreemding niet slechts BEETS inaugureele oratie: KLARAKTER, KARAKTERSCHAARSCHTE EN KARAKTERVORMING, maar ook de monographic van DR. MEES en die van Prof. HEYMANS ontbreekt, al wordt van den laatste ook diens te Groningen en te Amsterdam gehouden lezing vermeld.

Verder zou ik onder de Nrs die hier, in het stuk over de beginselen van de METHODE der Ethologie besproken zijn, maar die, naar het mij voorkomt, beter elders onder dak waren gebracht, ook willen rekenen No.'9: Het VOORBEELD.

Tegen den inhoud daarvan heb ik geen bezwaar. PROF. Los schrijft daar, met name waar hij eenerzij ds, in verband met de christelijke geloofsovertuiging: »Het subjekt in Jezus was dat van de Zoon van God«, de vraag bespreekt: sof Jezus ook een karakter heeft gehad ? « en anderzijds op het feit wijst, dat de Schrift op JEZUS als ons »voorbeeld« wijst —, lezenswaardige dingen; dingen waar ieder goed gereformeerde-mee zal instemmen. Maar toch wil het mij voorkomen, dat dit No. 9 naar het derde deel der Studie hetwelk de beginselen naspeurt »van de middelen der Karaktervorming», zou moeten verhuizen.

Het »voorbeeld« immers is éen dier middelen.

Eindelijk heb ik, uit het oogpunt van architektoniek, bezwaar tegen het behandelen in dit methodologisch deel der Studie, "^ van de onder No. 6, 7 en 8 genoemde onderwerpen.

Deze drie onderwerpen-toch: DE ETHOLOGIE EN DE MORAAL ; DE KARAKTERKUNDE GEEN KULTUURWETENSCHAP en EEN KUNSTTHEORIE, behooren toch zeker, als bij elke andere wetenschap, tot hel sinleidends deel. In zulk een inleidend deel moet onder meer na het object eener wetenschap, zoowel haar verhouding tot andere wetenschappen worden omschreven, als aangewezen onder welke groep van wetenschappen zij onder te brengen is.

Wat nu het onder 6 besproken onderwerp betreft: DE ETHOLOGIE EN DE MORAAL, doet het, na wat wij gezien hebben van het nog zoo betrekkelijk kort geleden ontstaan der Ethologie als een zelfstandige wetenschap, eenigszins wonderlijk aan, DR. LQS uit een stermineologisch overzicht" zijn lezer te doen blijken, sdat de scholastieken en de protestantse moralisten geen afzonderlike karakterkunde hadden." (p. 22( Daarentegen is wat hij hier verder schrijft over het innig verband van Ethologie en Moraal vooi* ieder volkomen begrijpehjk.

En wat nu de onder 7 en 8 besproken onderwerpen betreft, is mijn bezwaar niet alleen, dat zij hier, in het methodologisch deel, niet ter plaatse zijn, maar ook, dat zij hier, vrijl het toch gaat over wat de Ethologie niét en wat zij dan wèl is, — onder •twee in stee van onder een rubriek zijn gebracht. Iets wat weer allerminst te kort doet aan mijn waardeering voor veel wat onder die twee Nrs. te vinden is. Alzoo eerst: DE KARAKTERKUNDE GEEN KUL­ TUURWETENSCHAP. Waarom Los, na zoo pas gesproken te hebben van Ethologie, nu op eens weer van «Karakterkunde" gaat praten, is mij niet duidelijk. Maar mijn volkomen instemming heeft weer zijn bewering, dat het praedikaat kultuurwetenschap, in den gangbaren zin van dit woord aan de Ethologie of de Karakterkunde moet ontzegd.

Spreekt men toch van Kuituur, dan denkt men aan de bearbeiding van al het «natuurlijke" en dan meer bepaald aan de psychische krachten, die aan de menscheiijke natuur inbaerent zijn (de ideëele kuituur). Als zoodanig is de wetenschap der kuituur een geestelijke wetenschap, waarbij het als in andere geestehjke wetenschappen en in onderscheiding van de natuurwetenschappen, niet maar alleen om wat«, maar ook om wat behoort te zijn, m. a. w. om waardebepaling gaat. Het beswaar nu van DR. Los tegen het praediceeren van de Ethologie als kultiiurwetenschap ziet hij in het veelal nadruk leggen bij de laatste op de ontwikkeling van de gemeenschap en waarbij dan de individu of »de persoon verlaagd wordt tot een instrument, een schakel in de keten, die leidt tot verhooging van het sociale leven". Bij deze opvatting nu wordt de vorming van het karakter te uitsluitend toegeschreven aan den invloed van het sociale milieu«en daardoor de beteekenis van de persoonlijkheid uitgeschakeld, of ook wel „persoonlijkheid en karakter vallen samen". Lezenswaardig is hier ook wat gezegd wordt over „de psychische en de physische causaliteit» en over de wet der »scheppende syntheses ^ie in de geestehjkewetenschappen heerscht en waaronder men verstaat de Synthese of verbinding van psychische elementen, waaruit iets nieuws ontstaat dat uit die elementen zelf niet • verklaard kan worden.«

Iets wat mij steeds doet denken aan het even onverklaarbare van het ontstaan van water uit twee deelen waterstof en één deel zuurstof.

De E.hologie alzoo geen kultuurwetenschap, maar een KUNSTTHEORIE.

Hiermede zijn wij bij No. 8 of wat zij dan wèl is.

Ziet kunst, van kunnen, in onderscheiding van denken en handelen, op het i> make, i«, op het „vormen» — een kunsttó^< 7r; V is de in systeem gebrachte, uit ervaring en nadenken verkregen beschouwing omtrent *de regelen voor dat maken of vormen. In dien zin bepaalt, om iets te noemen, SIGWART de Logika als de huistleer van het denken. En zoo nu is ook voor DR. Los de Ethologie of de Karakterkunde de wetenschap van de vorming van het* karakter.

Over de beginselen-der methode daartoe, door hem onder 3, 4^mJ besproken, een vol­ gend maal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's