Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het is wel ietwat vermakelijk,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het is wel ietwat vermakelijk,

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 19 Mei 1916.

Het is wel ietwat vermakelijk, de argumenten te beluisteren, waarmede de liberale pers antwoordt op de klacht, niet alleen door ons maar ook door de Waar)uidsvriend geuit, dat men, jiu een remonstrantsch predikant tot hoogleeraar te Leiden werd benoemd, deze benoeming als iets, dat van zelf. spreekt, aanvaardt, terwijl bij de benoeming vaft Dr. Noordtzij te Utrecht een kabaal ontstond, alsof daarmede het grootste onrecht aan de Hervormde Kerk was geschied. Het verzet tegen de benoeming van Prof. Noordtzij kwam, zoo zegt men, niet van liberalen, maar juist van orthodoxen kant; en het gold niet zijn Gereformeerde belijdenis, maar zijn lid-zijn van de Gereformeerde Kerk. Die Gereformeerde Kerk toch is de bittere vijandin van de Hervormde Kerk, en daarom wilde men geen lid dezer Kerk om de aanstaande predikanten derHerv. Kerk op te leiden. Met de Remonstranten daarentegen staat het geheel anders; die zijn o zoo lief gestemd tegenover de Hervormde Kerk; zelfs is er van een lijnrecht tegenover elkaar staan van beider belijdenis, zooals gij beweert, geen sprake. De officieele belijdenis der Remonstrantsche Kerk, voor«oover hier van sprake kan wezen, is zoo ruim, zóo verdraagzaam, zoo algemeen protestantsoh, dat een Hervormde ze evengoed als een Remon.strant onderschrijven kan.

Is dat alles nu iets anders. dan een doekje voor het bloeden ?

Het verzet tegen de benoeming van Gereformeerden in de Theologische faculteit cler Rijksuniversiteiten geldt niet, zoo zegt men, de gereformeerden als zoodanig, maar alleen de leden der Gereformeerde Kerken. ''

Is men vergeten, hoe een even groot kabaal ontstond bij de benoeming van Prof. Vissclier, en was Prof. Visscher soms lid van de Gereformeerde Kerk? En was niet een van de bezwaren, die men tegen de benoeming van Prof. Noordtzij inbracht, dat daardoor de schijn ontstond, alsof de Regeéring de geheele Theologische, faculteit h'. Utrecht allengs met Gereformeerden wilde bezetten ?

Het verzet-, zegt men, ging niet van liberale zijde uit, maar juist van den kant der orthodoxen.

Maar is men dan vergeten, hoe bij de benoftming van Prof. Visscher in sommige liberale bladen hierover geschreven is? En waren bij de benoeming van Prof. Noordtzij het alleen de ethisch-orthódoxen, die in de Tweede Kamer den Minister daarover aanvielen, of pok de liberalen ?

De Gereformeerde Kerken, zegt men, staan bitter vijandig tegenover de Hervormde Kerk, en daarom kan een lid dezer Kerken niet optreden in een Faculteit, die feitelijk dienst doet voor de opleiding der Hervormde predikanten; maar een Remonstrant kan dit wel, want de Remonstranten zijn o zulke goede vrienden van de Hervormde Kerk, en hun belijdenis, die zoo echt verdraagzaam en algemeen protestantsoh is, druischt volstrekt niet tegen de belijdenis der Hervormde Kerk in.

Is de • Remonstrantsche Kerk dan niet geboren uit een principieel verzet tegen de belijdenis, die de Hervormde Kerk nog altoos officieel zegt te handhaven ? Wordt in de belijdenis der Hervormde Kerk de leer der Remonstranten niet uitdrukkelijk veroordeeld? En beslist óver het karakter van een Kerk als de Remonstrantsche alleen een nietszeggende formule, maar niet de geheele richting, die in deze Kerk den toon aangeeft ? Is de Remonstrantsche Kerk niet het toevluchtsoord voor degenen uit de Hervormde Kerk, die het met haar belijdenis niet eens zijn ? En was het dan niet een slag in het aangezicht aan de Hervormde Kerk, toen de Regeering iemand uit deze Remonstrantsche Kerk tot hoogleeraar benoemde aan een Faculteit, die, naar men beweert, dienen moet om de predikanten der Hervormde Kerk op te leiden ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 mei 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Het is wel ietwat vermakelijk,

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 mei 1916

De Heraut | 4 Pagina's