Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Augustus-nummer van de Stemmen des Tijds gaf de heer Eggink een allezins interessante teekening van Leonardi da Vinci's Avondmaal.

Dr. Kuyper Jr. gaf van dit kloeke stuk in de Rotterdamsche Geref. Ktrkbode een zakelijk extract, dat ook in ons blad zijh plaats vinde.

Hij schreef er dit van:

In Milaan troonde Lodovico Slorza, bijgenaamd il Moro, die een groot minnaar en beschermer van kunsten en wetenschappen was. En toen Leonardi da-Vinci vanuit Florence zich metterwoon in Milaan vestigde en de zeer kunstzinnige Lodovico Sforza al zeer spoedig het kunstgenie van da-Vinci ontdekte, droeg hij hem op de eetzaal van het klooster Santa Maria met een waardige muurschildering te sieren. Na rijp beraad werd gekozen: Christus met zijn jongeren aan het Avoudnual.

Die eetzaal in het klooster was langwerpig. Aan de beide lange zijden stonden de tafels der monniken, aan de korte zijde de tafel van den prior, en nu was de andere korte zijde alzoo met die muurschildering van da Vinci versierd dat liet scheen alsof het de vierde tafel in het gezelschap was, alsof Christus met zijn jongeren aan een afzonderlijke tafel mee den disch gebruikten in die eetzaal.

Gevolg hiervan was, zegt de heer Eggink, dat da Vinci de aanwezige tafels tot voorbeeld nemen moest om een harmonisch geheel te krijgen. Het tafellaken met zijn zichtbare plooien, zijn gestreept patroon, zijn saamgeknoopte punten, zijn genomen uit de linnenkast van bet klooster. Al wat op de tafel staat, scl.otels, borden, bekers zijn in overeenstemming niet het model waarvan de kloosterbroeders zich bedienden. Elke poging om naar den vorm, den tijd en de omgeving te naderen waarin deze maaltijd in werkelijkheid is gevierd geworden, ontbreekt. Het is niet de maaltijd in Oosterschen trant, maar in Italiaanschen'trant .ten tijde van daVinci.

Da Vinci was gewoon, als hij een figuur wide schilderen, eerst over zoodanige persoon na te denken en haar in zijn omgeving op te zoeken en terdege te bestudeeren. Wanneer hij iemand wilde schilderen vroolijk of streng, bedroefd of opgewekt, goedig of boosaardig, dan begaf hij zich daarheen waar hij wist dat personen met deze qualiteit waren, nam hen scherp waar in het gelaat, in hun manieren en bewegingen, en dan schetste hij, zoodra hij het gevonden had, onmiddellijk het karakteristieke. Zoo heeft Leonardi da Vinci ook gezocht en gevonden de figuren voor zijn beroemd schilderwerk: het Avondmaal des Heeren,

Het doel dat da Vinci met zijn schilders uk zich voor oogen stelde, was uit te drukken: Ie. de geweldige indruk, welken de mededeeling van het véïraad op de jongeren maakte, en 2e. de wijze, waarop deze indruk bij ieder der jongeren, overeenkomstig zijn karakter en temperament, uiterlijk viel waar te nemen. En dit heeft hij zoo meesterlijk gedaan dat wij lezen: »in vier groepen van elk drie gestalten, onderling door een band verbonden tot een eenheid, heef» hij zijn bedoeling zoo levend, zoo expressief uitgebeeld, dat men ook zonder hoorbare klanken aan iedere houding, beweging - gebaren aflezen en navoelen kan, wat elk inwendig overdenkt én aan die nevens hem" zit daarover uit.... Toorn, afschuw, angstig-vragen, schrik, droefheid, nieuwsgierigheid, al'e nuancen van gemoedseffecten spiegelen zich af op het gelaat der Twaalven. En niet cp het gelaat alleen. Heel het lichaam is in emotie. Een is opgesprongen; een wijkt terug; een heft de hand tot eedsaflegging op; een ander slaat zich op de borst". Zoo beschrijft Eggink dit meesterwerk van da Vinci, dat hij aanduidt als psyschisch realisme. En mede door die besch ijving verstaan " wij die prachtige gravure beter en genieten door welbewuste aanschouwing er meer van. De twaalf jongeren zijn zoo geteekend, dat uit houding en gebaar duidelijk spreekt water in de ziel van ieder hunner omgaat.

De Christus is aan dien disch in het midden gezeten. Hij is het middelpunt, en alles groepeert zich om hem. Meesterlijk heeft da Vinci de Christus-figuur geteekend. - Een rein-edele menschengestalte, op het verhevenst gedacht, met mannelijke kracht y en vrouwelijke teederheid, ' gezeten in konings-majesteit.

Dan ziet men links en rechts A'ai: den Christus twee groepen, iuder van drie jongeren. En, dat is ook het jn-inooie van deze schilderij, het prachtige van de compositie, hoewel we alzoo vier groepen van jongeren zien, toch is er sublieme éénheid, want. allen zijn rondom den Christus als het middelpunt van het geheel.

Zoo vaak is gevraagd naar de namen der figuren. Sommigen zijn dadelijk te vinden, Een Judas wijst zich zelven aan. Hij is wel in het gezelschap, maar toc'h s hij geïsoleerd, op, zich zelf staande, niet bij hen hoorende. Hij heeft den geldbuidel in zijn hand. Gemeenlijk neemt ijien deze volgorde, , staande voor de schilderij, - van links naar rechts: aan de rechterhand van Jezus: Nathanael, Jacobus dg jongere, Andreas, Petrus', Judas Iskarioth, Johann s; en aan de linkerhand van Jezus; Thomas, Jacobus de oudere, Philippus, Mattheus, Thaddeus, Simon. De beer Eggink pleit bij sommige figuren vooreen-andere naamgeving. Bij negen figuren gaat hij met de traditioneele naamgeving mede, doch bij drie stelt hij een andere voor.

De drie reclits aan de tafel zittende zijn hem: Simon Zelotes, Judas Thaddeus en Philippus. Simon, beide zijn handen uitbreidend; geteekend als een die het niet gelooven kan dat er in dezen kring een verrader is. Filippus met zijn rechterhand naar Jezus wijzend, alsof hij zeggen wil; het is zeker waar, want de Meester zegt het. En tusschen hen in Judas Thaddeus, somber aangedaan, met zijn duim wijzend naar Judas, als het ware om aan te toonen dat het de andere Judas is, die het verraad plegen zou.

De drie, vlak bij den Heiland, zijn dan Jacobus de oude e, hier zittend aan Jezus linkerhand — denk aan het verzoek van zijn moeder! — Thomas, die zijn hoofd steekt over de schouders van Jacobus en met opgestoken vinger vraagt: ben ik het Heere? En naast Jacobus staat een edele figuur, een Israëliet waarin geen bedrog is: ' Nathanael.

De twee groepen aan de linkerzijde stellen dan voor: Johannes, zittende .aan de rechterhand van Jezus — dfa Vinci heeft gehoor gegeven aan het verzoek der moeder — geheel verslagen door het ontzettend bericht van verraad. Tot hem sprekende, over de sinistre Judas-figuur heen, Simon Petrus met het tafelmes in de achtergehouden hand, alsof hij den verrader te lijf wil.

De laatste drie doen ons zien Andreas tnet opgeheven handen en 'uitgespreide vingers" als om uiting, te geven aan den afschu.v dien hij gevoelt over het vuig verraad. Naast hem is gezeten Jacobus de jongere, die achter Andreas inet zijn hand naar Petrus grijpt als om hulpe te vragen in deze hachelijke ure. Hij die geheel links aan de tafel s aat, ' met beide handen op de tafel leunende, en het geheel overziende, is dan Mattheus, die dit alles in het Evangelie beschrijven zou.

Da Vinci heeft als ideaal gesteld om de figuren - Ier jongeren te treffen naar een karakter, zooals het uit de Bijbelsche geschiedenis ons bekend is. En hij heeft een kunststuk, van de hoogste orde geleverd. Het is bekend, dat hij met dejudasfiguur de meeste moeite heeft gehad, want hier moest worden uitgebeeld het historisch type van den zondaar, en toch mocht niet gege en worden een teekening van het denkbaa st leelijke'en gemeène, want Judas was toch een geroepen discipel.

En da Vinci heelt hem geschilderd, een mensch, geen duivel, en toch met iets duivelsch in hem. Wie de schilderij ziet wijst^ in ee.is, zonder een oogenblik aarzelen. Judas als den verrader aan. En dat niet vanwege den geldbuidel in zijn hand, of vanwege het oragestooten zoutvat — teeken van bondsbreuke — bij hem, maar van .vege de schildering zelve. Wie deze Judasfiguur gezien heeft, kan den verrader zich voorspellen, en zegt: zoo kan den verrader zich voorspellen, moet Judas er hebben uitgezien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1916

De Heraut | 4 Pagina's