Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roomsche polemiek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roomsche polemiek.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Volgens de Roomsche Kerk zou het revolutionnair karakter van de Reformatie vooral blijken uit de boeren-opstanden, die in dat tijdvak hebben plaats gevonden, en uit het optreden van de Wederdoopers, die de Overheid verwierpen, de gemeenschap der goederen wilden invoeren en een geheelen omkeer wilden bewerken in Staat en Maatschappij. De boerenkrijg in Duitschland en het Anabaptisme zouden de wettige consequenties geweest zijn van het beginsel door Luther en de Reformatoren geponeerd.

Prof. Kuyper, die ook deze aanklacht, die reeds van de dagen der Hervorming af tegen , Luther is ingebracht, besprak, merkte daartegenover op, dat volgens de nieuwere onderzoekingen het Anabaptisme volstrekt niet aan de Reformatie zijn oorsprong dankte, maar de wortelen daarvan terug reikten tot in de Middeleeuwen; dat boerenopstanden reeds vóór Luther optrad, meermalen waren voorgekomen in Duitschland, en - veroorzaakt waren door de sociale vi^anverhoudingen ; en dat Luther, wel verre van dien boeren-opstand goed te keuren öf te begunstigen veeleer op schier te heftigen toon de Overheid geprikkeld had om dezen opstand met alle kracht den kop in te drukken.

Pater Ermann acht deze voorstelling niet juist. Dat de oorzaak van dezen boerenopstand in de sociale misstanden school, zou volgens hem niet waar zijn, want de sociale verhoudingen waren in de Middeleeuwen uitstekend. Dat enkele lokale opstootjes reeds vóór Luther voorkwamen bewijst niet, dat de boerenkrijg, die door heel Duitschland woedde, niet aan Luther's optreden te wijten zou wezen. En dat Luther, toen hij de noodlottige gevolgen zag, waartoe zijn prediking aanleiding had gegeven, met matelooze heftigheid tegen deze revolutionnairen optrad, neemt de schuld van Luther niet weg, maar maakt deze veeleer nog erger.

Nu kan er natuurlijk niet aan gedacht worden om dit heele vraagstuk hier in den breede te bespreken. Een weekblad als de Heraut leent zich hiertoe niet. Alleen zij er op gewezen, dat wat Prof. Kuyper in zijn referaat te Utrecht zeide, niet anders waz, dan wat de beste kenners van Luthers leven hebben gezegd. »Man ist heute allgemein darüt)er einverstanden, dasz der Bauernkrieg nicht eine religiose Bewegung was, sondern eine soziale* schrijft Prof. Hausrath in zijn Luthers Leben 4e druk. Bd II blz. 28. »Aus Luthers Lehre ist die Bewegung nicht entsprungen. lm Gegenteil stehen sich Luthers Ueberzeugung, dasz der Christ keine andere Freiheit brauche ais die des Glaubens, und das sozialistische Evangelium der Bauern, dasz die Güter dieser Erde gerechter verteilen wollen, innerlich fremd gegenüber" 1). De eigenlijke oorzaak was »weil • die Besitzenden den Enterbten das Leben so lang unertraglich erschwerten, bis das Uébermasz des wirtschaftlichen Unrechts den Dammbruch herbeiführte. Eine andere Ursache sozialer Umwalzung gibt es nicht und hat es niemals gegeben. So ist auch damals das neue Evangelium nicht die Ursache, sondern nur eine geborgte Flagge gewesen, die die Bauern vor sich hertrugen" 2). In het pas verschenen werk door Paul Schreckenbach en Frans Neübert uitgegeven : Martin Luther, Ein Bild seines Lebens und Wirkens, wordt evenzoo geoordeeld: »Die grosze Erhebung des Landvolks, die vom August 1S24 bis in den Mai 1525 das Reich erschütterte, hatte mit Luthers neuem Evangelium nichts zu tun. Lange vor seinem Auftreten waren in verschiedenen Gegenden Deutschlands Bauernaufstande ausgebrochen, die alle ein und dieselbe Ursache hatten: Die wirtschafliche Not des Bauernstandes. Das Landvolk, unbehilflich und ungebüdet, litt unter dem Dru'cke seiner Grundherrn, wurde von ihnen und von der Kirche mit vereinte» Kraften ausgebeutet. Seine Lage wurde noch unertraglicher als das römische Recht in Deutschland Geltung gewann, denn nun wirden die Rectitsgrundsatzen auf sie angewendet, die einst das Los der römischen Feids-Klauen bestimmt hatten«.»Der Wucher war damals eine Pestbeule am deutschen Volkskörper«. »Der Uebergang von der mittelalteriichen Naturalwirtschaft zur Geldwirtschaft, der unvermeidlich war und eben damals in Deutschland einsetste, volzog sich imfolge der Gier und Habsucht der Reichen und Bezitzenden vielfach in den haszlichsten Formen und unter besonders schweren Leiden des Volkes. Auch das ist eine der Ursachen des Bauernkrieges und keine der Geringsten« 3). Men behoeft dan ook slechts de »12 artikelen* in te zien, waariri deze boerenopstandelingen hun wenschen tot verbetering uitspraken, om een diepen indruk te krijgen van de sociale misstanden, . die destijds heerschten. De voorstelling van pater Ermann, alsof deze

1) Men is het algemeen daarover eens, dat de boerenkrijg niet een religieuze beweging was, maar een sociale. De beweging heeft haar oorsprong niet te danken aan Luthers Teer. Integendeel, de overtuiging van Luther, dat de Christen geen andere vrijheid noodig heeft als die van het geloof, en het socialistische evangelie der boeren, dat de goederen van, dit leven rechtvaardiger verdeelen wilde, staan innerlijk vreem tegenover elkander.

2), Ue eigenlijke oorzaak was, dat de bezitters aan ce onterfden het leven zoo langonverdragelijk zwaar maakten, dat de overmaat van het sociale onrecht tot een doorbreking van den dam leidde. Een andere oorzaak van een sociale revolutie is er niet en heeft pok nooit bestaan. Zoo is ook het nieuwe Evangelie niet de oorzaak van deze revolutie geweest, maar alleen een geleende vlag, die de boeren voor zich uitdroegen.

3) Ue groote opstand van het landvolk, die van Augustus 1524, tot Mei 1525 het Duitsche rijk in beroering bracht, heeft met Luthers Evangelie niets te maken. Laig vóór zijn optreden waren in verschillende streken . van Duitschland boerenopstanden uitgebroken, die alle een en dezelfde oorzaak hadden: de economische noodtoestand van het boerenv Ik. Het landvolk, d t zich zelf niet helpen kon en niet ontwikkeld was, leed onder den druk van de grondeigenaars en werd door hen en door de Kerk met vereende krachten uitgemergeld. Zijn toestand werd nog ondragelijker, toen het R memsche recht in Duitschland ingevoerd werd, want nu werden óp hen de rechtsregelen toegepast, die eens het lot van de Romeinsche veldslaven hadden bepaald. De woeker was toen een pestbuil aan het lichaam van het Duitsche volk. De overgang, die toen plaats rond van den ruilhandel in natuurlijke producten, die in de Middeleeuwen gebruikelijk was, in den handel mét geld, - een overgang, die onvermijdelijk was en die juist toen begon — kwam tengevolge van de begeerigheid en hebzucht der rijken en bezittend^n veelszins in de meest aanstoot gevende vormen en onder bijzonder zwaar lijden van het volk tot st^nd. Ook dat is een der oorzaken van den boerenkrijg, en niet een van de

boerenkrijg niets te maken had met de sociale wanverhoudingen in die dagen, en niet daarin zijn diepste oorzaak vond, toont alleen, hoe weinig onze geachte bestrijder van de toestanden in die dagen op de hoogte is.

Maar hoezeer de nieuwere onderzoekingen dezen boerenkrijg voor ons begrijpelijker hebben gemaakt en we veel beter verstaan, wat bitter lijden van het volk daaraan voorafging, toch kan geen christen het re\-olutionnair karakter, dat deze beweging aannam, goedkeuren. Tegen dat revolutionaire karakter nu is Luther met alle kracht opgetreden, en niet 't minst juist aan zijn optreden iS het te danken geweest, dat de geest van opstand is overwonnen. Groen van Prinstercr. haÜ volkomen recht, toen hij in zijn Ongeloof en Revolutie schreef: »het loopehd vuur (van den opstand) is door de Hervorming gebluscht. De betuiging van Luther: »zonder ons zou men het oproer niet gedempt hebbenc, is geen ijdele ophef. Het ééne woord door de Hervorming weder in de harten geprent: > Alle ziele zij den Machten over haar gesteld onderworpen«, vermocht meer dan de heldhaftigheid der edelen en de krijgsheiren der vorsten. Munzer en de zijnen, schrijft Ranke, hebben het sterkste en zuiverste element van wederstand in de reformatorische opvatting ontmoete

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 oktober 1917

De Heraut | 4 Pagina's

Roomsche polemiek.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 oktober 1917

De Heraut | 4 Pagina's