Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog eens: Roomsche polemiek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog eens: Roomsche polemiek.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Had het ons reeds verwonderd, dat pater Bensdorp, waar het ging om critiek o.p het door Dr. H. H. Kuyper gehouden referaat te Utrecht, de eer van de oppositie aan pater Ermann overliet, onze altoos even waardige polemist uit het Redemptoristen klooster komt thans in de Tijd Dr. H. H.

Kuyper aanvallen wegens diens stelling, dat het grondbeginsel der Üeformatie zou geweest zijn het absolute gezag van Gods Woord.

Tweeërlei merkt hij hiertegen op.

Vooreerst, dat dit beginsel geen tegenstelling vormt tusschen de Protestantsche en de Roomsche Kerk, want dat ook de Roomsche Kerk aaa de autoriteit van de Schrift niets te kort doet en even beslist als het Protestantisme die handhaaft.

En ten tweede, dat niet alle Reformatoren en met name Luther niet, het absolute gezag der Schrift hebben erkend, daar hij verschillende boeken der Schrift, zooals den brief van Jacobus en de Openbaring van Johannes; niet voor Goddelijke schriften hield, omdat ze niet overeenstemden" met zijn persoonlijke opvatting van de genade, en daarmede toonde zijn subjectief inzicht boven het objectieve gezag der Schrift te stellen.

Wat nu het eerste betreft, heeft natuurlijk Dr. H. H: Kuyper geen oogenblik er aan gedacht te beweren, dat de Roomsche Kerk niet aan het gezag der Heilige Schrift gelooven zou. Het geschil tusschen Rome en de Protestanten gaat niet over het gezag, maar over het absolute, het alleen geldende gezag van de Heilige Schrift in zake geloof en leven. Dat absolute en alleen geldende gezag erkent Rome niet, want vooreerst plaatst ze naast de Heilige Schrift als tweede kenbron der Goddelijke openbaring de traditie, en ten tweede bindt ze de conscientie der geloovigen niet rechtstreeks aan Gods Woord, maar aan de verklaring, die de Kerk van Gods Woord gelieft te geven en die volgens Haar onfeilbaar en evenzeer met Goddelijk gezag bekleed is.

Daardoor doet Rome aan het absolute gezag der Schrift te kort, en daartegen richt zich het Protestantsche beginsel.

En wat nu de tweede opmerking van pater Bensdorp betreft, dat Luther sommige boeken in de Heilige Schrift, die wij voor canoniek houden, niet erkend of althans daaromtrent getwijfeld heeft, zoo • is dit volkomen juist. Maar al zullen wij hierbij Luther zeker niet geheel vrij spreken van zeker subjectivisme, toch heeft dit met de vraag van het absoluut gezag der Heilige Schrift op zich zelf niet te maken. Het is pater Bensdorp toch niet onbekend, hoe in de oude Christelijke Kerk ook door uitiiemende Kerkvaders, wier geloof aan de Schrift zelve rotsvast stond, lang geaarzeld is over de vraag, of sommige boeken wel tot den canon behoorden. Met name vindt men dien twijfel ten opzichte van de Openbaring van Johannes nog in de vierde eeuw, en wel op grond niet van historisch-critische bedenkingen aangaande de echtheid, maar bepaaldelijk omdat men Haezwaar had tegen hetgeen in die boeken geleerd scheen te te worden aaangaande het Millenium of 1000-Jarige rijk. Voor ons moge die twijfel niet bestaan, omdat we door juistere exegese hebben leeren inzien, dat het 1000-jarig rijk door Johannes niet geleerd wordt, maar daarom kunnen we toch zeer goed begrijpen, dat degenen die dat bezwaar hadden, de Openbaring ran Johannes niet als Goddelijk konden aannemen. Met hun geloof aan de autoriteit van Gods Woord had dit niets te maken. En zoo nu stond de zaak ook met Luther. Wat de Roomsche Kerk hem overleverde als de Heilige Schrift was niet het ongeschonden Woord Gods, want bij het Oude Testament waren de zoogenaamde apocriefe boeken gevoegd, boeken gevoegd, die heel het Protestantisme terecht als niet canonisch verworpen heeft. Dit feit, dat de canon van het Oude Testament vervalscht was door de Kerk, moest wel twijfel doen opkomen bij Luthei', of ook de canon van het Nieuwe Testament genoegzaam betrouwbaar was. Vandaar dat hij aarzelde omtrent sommige boeken, te meer omdat reeds in de eerste Christelijke Kerk niet al de boeken, die wij nu tot het Nieuwe Testament rekenen, als Goddelijk erkend waren. Dat Luther hierin misgetast heeft, geven we pater Bensdorp grif toe. Het protestantisme siet in Luther waarlijk geen onfeilbaren paus.

Maar met de erkenning van het absolute gezag van de Heilige Schrift als zoodanig heeft dit vraagstuk niet te maken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 november 1917

De Heraut | 4 Pagina's

Nog eens: Roomsche polemiek.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 november 1917

De Heraut | 4 Pagina's