Officieele Berichten.

Vrije Universiteit.

Men schrijft ons: In Iiidië heeft de actie voor de Vrije Universiteit, zooals die reeds iai g in Nederland wordt gevoerd, de geesten wakker gemaakt en ons aai> gespoord, om zooveel in ons vermogen is, mede te werken tot haren bloei. Uiteraard kunnen wij niet meer doen dan onze gaven offeren en de stichting in den gebede gedenken.

De inzameling van gaven gaat echter niet zoo gemakkelijk als in Nederland. Behalve de moeilijkheid om met Nederland te correspondeeren, de brieven zijn soms drie maanden en langer onderweg, heeft Indië nog een bezwaar en wel hét telkens verhuizen door verplaatsing.

Er is dus veel toewijding noodig om de administratie in orde te houden, en nog veel meer moeite wordt vereischt Om de vrienden, dié nog niet medewerken, tot offeren gewillig te maken en in staat te stellen.

En toch, niettegenstaande al deze moeite wordt in Indië niet zonder succes'gewerkt.

In die jaar werd reeds een bedrag van f 500 afgedragen.

Bovendien werd de organisatie belangrijk verbeterd. Als secretaris is den heer P. Bergmeyer de algemeene leit ing toevertrouwd, terwijl op tal van plaatsen agenten zijn aangesteld. Voor Buitenzorg heeft de heer JP. Beukema te Weltevreden, ia Djocjacarta Ds. D. Bakker, te Medan de heer P. de Hartog, te Semarang Mr.

C. van Mcyenfcldt en ie Bandoeng Majoor P.

L. de Gaay Fortman (Hospitaalweg) als agent de zorg der piopaganda op zich genomen. Voor Soerabaia heeft na het vertrek van den heer P.

M. Hoekstra de heer K. Visser de belangen der Vrije Universiteit bevorderd.

Deze medewerking zal niet minder worden, ook al wordt het bedrag der contributie hooier.

Met blijdschap werd uit de rekening van 1916 opgemaakt, hoe de bedragen aan collecten, contributiën en schenkingen belangrijk zijn verhoogd en dat van het tekort over de jaren 1913-15, groot f 39.000, een som van f 22.000 kon worden afgeschreven.

En-wie zal zeggen of ook het jaar 1917 niet zoo gunslig is, dat en door extra bijdragen en door verhóoging van contributie, collecten en schenkingen, er nog een klein overschot komt om het bestaande tekort te doen verkleinen of •verdwijnen.

Hiertoe mag Indië ook wel medewerken. Tal van rechtsgeleerden en Theologen, thans in Iiidë werkzaam, hebben hunne opleiding geheel of gedeeltelijk aan de Vrije Universiteit ontvangen.

Met groote instemming werd hier kennis genomen van het woord, door den oud-Göuvencur-Generaal Idenburg op de Jaarvergadering te Rotterdam gesproken. üuk WIJ hopen «voor Indië nog veel meer van de Vrije Universiteit«.

Het verwonden ons hier dat bij de samenkomsten voor de Zending zoo weinig over ae bctéekenis van de Vrije Universiteit voor de Zending wordt gesproken.

Inderdaadj de Zendingstudiekringen zouden zulk een goed werk doen, indien aaar en ook op de openbare samenkomsten eens onderzocht werd, van wat groot nut, maar ook van hoc groote schade de opleiding der toekomstige • voormannen» en in 't algemeen de beoefening der wetenschap voor Indië zijn kan.

H.t is verblijdend, dat de inkomsten voor de Vrije Universiteit zoo belangrijk toenemen, maar het was ons toch een teleurstelling, dat de uitgaven, vooral de post honoraria professoren., nog wet gestegen zijn.

Het duurt lang eer wij het nieuwe jaarverslag zullen ontvangen, maar wij hopen toch dat ui dal verslag melding zal kunnen gemaakt worden van de benoeming en, wie weet, reeds van het in functie treden van nieuwe hoogleeraren, zoowel in de Juridische als in de Littcransche faculteit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen