Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ernstige beteekenis van

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ernstige beteekenis van

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 28 Juni 1918.

De ernstige beteekenis van de worsteling, die bij de komende stembus ons wacht, maakt, dat we ons artikel over de houding van den Christen tegenover den oorlog tot een volgende week moeten verschuiven, om thans onze lezers te wijzen op den ernst van deze electorale worsteling en hen tot trouwe plichtsvervulling te vermanen.

Want al zijn wij geen politiek blad en al willen we over de zuiver politieke vraagstukken, die ook bij deze stembus aan de orde zijn, ons geen oordeel aanmatigen, toch is de strijd, die thans gestreden zal worden, van zoo ingrijpend belang voor de toekomst van ons volksleven en vooral voor de Christelijke ontwikkeling onzer natie, dat het plichtsverzuim zou wezen, wanneer ook .van ons niet een roepstem uitging om onze mannen-broeders op te wekken, trouw te zijn aan onze heilige Banier en daarvoor met kloeken moed te strijden.

Bij dezen strijd, die met geestelijke wapenen gestreden wordt en waarin niet het zwaard, maar de stembus zal beslissen, behoeft bij geen enkel Christen bezwaar te bestaan om daaraan deel te nemen. Het gebod van weerloosheid, door Christus aan zijn jongeren gegeven, ook al zou het (des neen) van den werkelijken oorlog gelden, geldt althans van deze geestelijke worsteling niet. Ons Christenvolk heeft althans leeren inzien, dat de politicophobie — de vrees om met de politiek zich in te laten — waarmede Groen van Prinsterer in zijne dagen nog bij zoo vele Christenen te worstelen had, niet de uiting is van een hoogstaand Christelijk gevoel, maar veeleer een volkomen gemis aan inzicht in de roeping, waartoe - we als Christenen ook in 'den politieken strijd geroepen zijn. Op dit punt is de in den grond Doopersche opvatting, alsof elke aanraking met de wereld liefst vermeden moest worden, overwonnen en heeft ons volk leeren verstaan, hoe het juist tegenover die wereld een heilige roeping heeft om op te komen voor de eere Gods, voor de handhaving van Zijn ordinantiën, voor de souvereiniteit van Zijn gezag ook over de volkeren en natiën, In dat opzicht heeft het Calvinisme, hoe v.aak ook verguisd en versmaad, de overwinning behaald. Want de grondtrekvan het Calvinisme is juist, dat het zich niet opsluit in de tent van het religieuse leven met God, maar als heraut en wapendrager Gods uitgaat in de wereld, om deze voor Zijn koninklijk gezag op te eischen.

En daarom gaat het bij de stembus, die in de volgende week ons wacht, want deze stembus zal voor een viertal jaren weer beslissen over de richting van het staatsbeleid. Van hq-: hoog belang het daarbij is, dat de mannen, die geroepen zullen worden ons volk teregeeren, belijders van den Christus zijn, behoeft wel niet te worden betoogd. Aan het Kabinet, dat straks aftreden zal, zijn we zeker in menig opzicht dank verschuldigd. Niet alleen omdat het onze neutraliteit zoo stipt heeft gehandhaafd en ons volk voor het gevaar van in den oorlog te worden meegesleept, heeft behoed, maar niet minder, omdat hét in zake het Christelijk onderwijs ons zulk een belangrijken stap verder tot rechtsgelijkheid heeft gebracht. Maar al moet dit met dankbaarheid worden erkend, toch hebben we in deze tijden van bange spanning en ernstig gevaar wel diep gevoeld, hoe droef het was, dat de Regeering van Nederland weigerde een roepstem tot het volk te laten uitgaan om in gebed en smeeking de hulp van God in te roepen. Het valsche neutraliteitsbeginsel van de liberale politiek bleek daaruit maar al te duidelijk.

En wat voor de toekomst nog meer bevreesd ons maakt, wanneer opnieuw een liberaal Kabinet de regeermacht zou uitoefenen, is, dat aan de kqmende Regeering de uitvoering zal worden toebetrouwd van het nieuwe artikel der Grondwet, dat aan onze Christelijke scholen gelijke subsidie toekent als aan de Staatsschool. Hoe in liberale kringen over de uitvoering, van dit artikel gedacht wordt, is bekend genoeg. Men zal. allerlei uitvluchten zoeken om de uitvoering van dit artikel op de lange baan te schuiven. Men zal allerlei maatregelen nemen, om de Christelijke 'school aan banden te leggen. De geest van verzoeningsgezindheid, die een oogenblik zich scheen meester gemaa!^'; , te hebben van de liberalen, week reeds nij. Veilig is de uitvoeringvan dit artikel, waarvan zooveel afhangt voor de ontwikkeling der Christelijke school, alleen dan, wanneer de Christelijke Staatspartijen bij de stembus zegevieren en een Christelijk kabinet uit deze stembus-actie te voorschijn komt.

En niet minder geldt dit van de sociale wetgeving, die zeker voor de komende Regeering een der hoofdschotels worden zal. Ook hier stellen de Christelijke beginselen hun eigen eisch. Hoe in de afgeloopen periode de liberale meerderheid met de sociale wetten van onzen diepbetreurden Talma heeft omgesprongen, is een bekend feit. Was onder het zoogenaamde politieke bestand zulk een handelwijze mogelijk, wat zal dan straks, wanneer liberaal en socialist de meerderheid weder verkrijgen, niet nog veel ergers ons te wachten staan! Heel onze sociale wetgeving zal in staats-socialistischen zin worden opgebouwd. Ook-daarom is het van zoo hoog belang, dat weer een Christelijk ministerie aan het bewind komt, dat voor de opbouwing van de sociale wetgeving op Christelijken grondslag zorgt.

Hoe de uitslag van deze stembusworsteling wezen zal, weten we niet. De uitbreiding van het kiesrecht, nu het algemeen stemrecht is ingevoerd, maakt, dat geheel nieuwe drommen van kiezers aan de stembus deelnemen zullen. En het gevaar is niet denkbeeldig, waar de ontevredenheid onder het volk over de distributiemaatregelen zoo groot is, dat de socialisten in dit troebele water zullen visschen. Zelfs onder Christenen vindt men heelaas nog maar al te velen, die meer door het belang, dan door het beginsel zich laten leiden bij het uitbrengen van husi stem. De vorige stembus heeft dat maar al te droef bewezen.

Moge daarom ditmaal een dieper besef van verantwoordelijkheid onder ons Christenvolk worden gevonden. Onze mannen op te roepen, dat een ieder zijn stemplicht vervullen zal, behoeven we niet, want daarvoor heeft de Regeering door haar stemdwang wel gezorgd. Maar wel mag ons Christenvolk op het hart worden gebonden om bij de vervulling van dien stemplicht te bedenken, hoe boven het eigenbelang het belang staat van ons vaderland, en boven den stoffelijken nood de geestelijke behoefte van ons volk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1918

De Heraut | 4 Pagina's

De ernstige beteekenis van

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1918

De Heraut | 4 Pagina's