Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Rotterd. Kerkbode schrijft Dr. A. K. Jr. onder den titel Genezing op gebed:

Eenigen tijd geleden schreven wij een artikel over de genezing op het gebed. Men verstaat daar.' onder niet dat voor den kranke, die zich onder behandeling van een geneesheer gesteld heeft en medicijnen gel5ï-uikt, gebeden w^ordt óf de Heere het gebruik dier middelen wil ze'genen, maar heel iets anders, namelijk dit dat de zieke niet de hulp van een arts moet inroepen, van het gebruik der medicijnen moet aflaten, en zijn genezing zoeken alleen en uitsluitend door het gebed. Doorgaans wordt daarbij het beroep gedaan op Jacobus 5 : 14, waar wij lezen: s iemand krank onder u, dat hij tot zich roepe de ouderlingen der gemeente, en dat zij voor hem bidden, hem zalvende met olie in den naam des Heeren.

Wij beloofden toen bij een latere gelegenheid nader op dezen tekst te zullen ingaan, en willen dat thans doen.

De kantteekeningen geven bij dit Schriftwoord een duidelijke verklaring. Allereerst wordt gezegd dat bij het roepen der ouderlingen bij een kranke, in dit verband natuurlijk, gedacht moet worden aan een bepaald soort oudprli.igen, en wel aan hen die toen ter tijde cle gave der gezondmaking hadden. Wij lezen in 1 Cor. 12 : 9 dat de gave der gezondmaking niet aan allen, maar aan enkelen geschonken was. En als de Apostel Jacobus nu vermaant ouderlingen bij' een kranke te roepen dan heeft hij hoofdzakelijk het oog op hen die deze gave bezaten.

En dan wordt gezegd, bij de woorden «hem zalvende met olie in den naam des Heereii> , dat dit is naar het voorbeeld der discipelen van Christus, want zij die dit charisme bezaten gebruikten daarbij olie, zie Mare. 6 : 13. Men moet evenwel niet denken dat in die olie als zoodanig eeiïige verborgene kracht schuilde om den zieke te genezen. Die olie was niet een medicijn, maar slechts een uitwendig teeken ter aanduiding dat de genezing geschiedde door een wonder, en dat dienen moest ter bevestiging van de leer des Evangelies. Het aanwenden van die olie staat op één lijn met zoo vele andere uitwendige teekenen die gebruikt werden bij de wondere genezing. Christus en de Apostelen hebben nu eens speeksel en slijk op den zieke gelegd, dan is er sprake van oplegging der handen, ook leest men van gordels en zweetdoeken die gebruikt werden, ja zelfs dat men de schaduw op den te genezen patient liet vallen. Het gebruik der olie bij het kraiikbed nu moet met al die andere, zoo even genoemde uitwendige teekenen van uit hetzelfde gezichtspunt beschouwd worden. De kantteekening voegt hieraan deze nractische toepassing toe: welke gave van miraculeuze gezondmaking, alzoo zij nu vele honderd jaren opgehouden heeft, als niet meer noodig zijnde, overmits de Evangelische leer genoegzamenlijk met mirakelen is bevestigd, zoo wordt te vergeefs en spottelijk dit uiterlijke teeken nog hedendaags als ©en sacrameiit (bondszegel) gebruikt en nog meer wordt het superstitieuslijk (bijgeloovig) misbruikt, als men meent, dat zulke zalving kracht heeft om de zonde weg te nemen en dat het tot de zaligheid der ziele dienstig is».

Dit laatste ziet dan op het gebruik der Roomsche Ke k, die van het zalven met olie bij de gave der gezondmaking, gemaakt heeft haar Sacrament van het laatste oliesel,

Calvijn bespreekt deze plaats ook breedvoerig. Hij zegt dat deze tekst doelt op den tijd toen de gave der gezondmaking door den Heere aan de discipelen was gegeven, en dat Jacobus hier de kranken aanbeveelt van .deze gave gebruik te maken. Het oogpunt van den Apostel is niets anders dan de geloovigen van die dagen te waarschuwen, dat ze dit middel ter genezing, door den Heere genadiglijk gegeven, niet zouden verachten. Blijkbaar waren er Christenen, die in hun ziekte naar déze gave niet omzagen, er geen gebruik van maakten, om wat reden dan ook. Dit prijst de Apostel niet, maar hij keurt het af, en zegt dat waar de Heere die gave, de gave der gezondmaking, aan sommigen gegeven heeft, het noodig is van die gave gebruik te maken, en in geval van ziekte de ouderlingen tot zich te roepen.

In betrekking tot het zalven met olie zegt Calvijn, is het niet waarschijnlijk dat men zonder onderscheid olie daarbij voegde, maar alleen gis er zekere hope van herstelling was, want tegelijk met de kracht was den kerkdienaren óók gegeven een oordeer des onderscheids, opdat ze het teeken door misbruik niet ontheiligden. Voorts zegt Calvijn, dat die olie niet als een medicijn moet worden aangemerkt, zooals sommigen beweren, doch «Is een uitwendig teeken daarbij komende. En eindelijk zegt hij, dat dit uitwendig teeken ten onrechte door de Roomsche Kerk als Sacrament van het laatste oliesel wordt gehouden, omdat de zaak zelve tijdelijk was, en niet meer bestaat. Het is onredelijk, het uitwendige teeken in stand te houden als de zaak zelve heeft opgehouden te bestaan. Dat de gave der gezondmaking'tijdelijk geweest is, moet elk bekennen'en de zaak zelf bewijst het.

Wat betreft dat zalven met olie, zijn ook nog TVel eens andere gedachten uitgesproken. Sommigen zeggen dat in het Oosten dit een gebruik-is om daardoor een tseken van liefde en sympathie te geven. Denk aan de zalving in Bethanië, toen Maria Jezus zalfde uit die die alabasteren kruik met zéér kostbare zalf. Zoo zou ook het zalven met olie door de ouderlingen der gemeente zeer wel bedoeld kunnen zijn als een handeling, waardoor de 'broeders aan den kranke hun liefde bewezen, om alzoo hem te troosten in zijne beproeving. Meerdere uitspraken en ^uitleggingen zullen wij ni.et bijbrengen. Het is genoeg om te zien, dat die olie als uitwendig teeken geheel bijkomstig was, en dat het aankwam op de gave der gezondmaking, te dien tijd door den Heere aan sommigen geschonken.

De gezondmaking zelve was en bleef het werk des Heeren. De ouderlingen die de gave der gezondmaking hadden, konden niet meer doen dan over (of voor) de kranken bidden. Maar voor de genezing zelve gelden de onmiddellijk daarop volgende woorden: de Heere ÏZI hem oprichtenl De tijd van die bijzondere gave is voorbij. De Heere heeft bij de stichting der kerk die charismatas gegeven ter bevestiging van de leer des Evangelies, En - daarom heeft in zekeren zin dit Schriftwoord historische waarde.

Toch ligt er een practische toepassing in, die we vinden kunnen in do uitlegging van Calvijn. Calvijn immer» zeide: de bedoeling des Apostels is de gemeente voor te houden, dat lij geroepen is tegen de ziekte gebruik te maken van het door God gegeven middel.

Tegen allen die bij ziekte van den weg der middelen niet willen weten, en lijdelijk onder het bestel des Heeren willen verkeeren, geldt dit woord van den Apostel: neen, ali gij krank lijt, en de Heere geeft een middel, dan is het uw roeping dat middel te gebruiken.

Gaf de Heere toen aan sommigen de gave der gezondmaking, schuldig itond hij die het verzuimde. En ifieden ten dage zijn wij gehouden de middelen te gebruiken die de Heere nu geeft. En wordt er bate gevonden, dan is het niet de geneesheer, en niet de artsenij die ons genezing bracht, maar dan geldt nog heden ten dage: de Heere zal hem oprichten. Maar èn toen èn nu moet bij het gebruik der middelen hèt gebed opgaan tot den Heere, of Hij de middelen genadig wil zegenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1918

De Heraut | 4 Pagina's