Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. ALMANAK VAN HET STUDENTENCORPS A. D. VRIJE UNIVERSITEIT 1919. — Gedrukt bij J. Clausen, St. Janstraat '38—40 Amsterdam.

De tijdgrens met overschrijdend en, bij den wel wat verlichten, maar nog besta? .nden druk der omstandigheden, minder sober van aanzien dan zijn naaste voorganger, is deze Almanak verschenen.

ZOO voor het een als het ander komt een woord van lof toe aan Redactie en Drukker.

De INHOUD vormt, tusschen het voor 'n Almanak essentieele: 'n KALENDER en het voor 'n Almanak bijkomstige, maar wat uit mercantieel belang toch lang niet onverschillig is als het er bij komt: de ADVERTENTIÈN, een vijftal RUBRIEKEN.

Over dat begm en slot valt niet veel te zeggen. Alleen, dat de verjaardag van PROF. DIEPENHORST niet op den Isten maar op den 2den Januari valt; een kleine omissie, bij de groote akribie waarmee de kalender is sa^mgesteld, echter te overzien. Over het slot alleen, dat de 41 bladzijden advertentièn een teeken zijn, dat ook deze Almanak' een voor zakenmenschen bruikbaar reclame-middel is geworden.

Meer kan ik zeggen over de vijf die p. 4—18 vullen. RUBRIEKEN,

Daarmee kom ik van den Almanak „überhaupt" tot den STUDENTEN-almanak en wel me de 4e en Se Rubriek: FARIAGO en VARIA, die daarin niet mogen ontbreken. En met de Ie, 2e en 3e: VRIJE UNIVERSITEIT, STUDENTENCORPS en MEMORABILIA tot het soortelijke verschil tusschen den Studenten-Almanak van onze V. U. en die van andere Hoogeschoolen.

ïn de Rubriek VRIJE UNIVERSITEIT vindt men alles wat een Student der V. U. van zijn Alma Mater moet weten. Maar ook voor buitenstaanders, zooals kwakjes, die nog dit jaar in invenes ornatissimi gemetamorphoseerd, met September aan de V. U. commilitones ornatissimi zullen worden, is deze Rubriek interessant.

De tweede Rubriek: STUDENTENCORPS geeit een trouw beeld van de Vereeniging: „Het Studentencorps aan de Vrije Universiteit" onder de zinspreuk: „NIL DESP^EBANDUM DEO DUCE". Daardoor is ook deze Rubriek, zoo voor de tegenwoordige corpsleden als ook weer voor de buitenstaanders, niet minder belangrijk dan de vorige. Tot de eereleden van dit corps, doch die in dezen Almanak verzuimd zijn te vermelden, behoort ook de Stichter der V. U. Prof. Dr. A. KUYPER.

Met name in het eerste gedeelte van het goed gestileerd en lezenswaardig JAARVERSLAG van den Rector Corporis, den heer A. RIGNALDA, uitgebracht op de Corps-vergadering van 4 October 1918, wordt in deze Rubriek hetgeen ik zou willen noemen den binnenkant van het tegenwoordig corpsleven in beeld gebracht. In dat JAARVERSLAG toch wordt naar voren gebracht „de verandering die sedert tien è, twintig aren in de studentenniaatschappij plaats greep". Een verandering, die dan nader wordt omschreven , als ikenmerkend door den meerderen samenhang met en grootere gelijkvormigheid an de gewone maatschappij c. Iets wat dan hierop neerkomt, dat »de hedendaagsche — de edenaar gebruikte , bij voorkeur de minder ooie uitdrukking > huidige< — Studentenwereld ebroken heeft met het isolement"; dat zij zich over het geheel »door meerderen leveusernst kenerkt"; dat zij »beseft zich niet' blind te mogen houden voor de groote problemen op olitiek en sociaal, oeconomisch en technisch, och vooral op religieus-ethisch en paedagogisch terrein», en eindelijk, dat de tegenwoordige studeutenmaatschappij ook beseft, dat zij zich > mct de stroomingen van onzen tijd heeft auseinander zu setzen, om zich althans eenigszins voldoende voor te bereiden tot de taak die haar leden straks in de maatschappij als leiders op verschillende gebieden wacht».

In dit alles ziet de redenaar dan de oorzaak der icrisis van omvangrijken en diep ingrijpenden aard, welken de Studentenwereld onzer agen, beter nog onzer jaren, doormaakt». En et is deze crisis, die, zooals hij dan nader aanoont ook de Studatenwereld der V. U. niet gespaard is.

De voor een Student der V. U. specifieke gedenkaardigheden, vindt hij in de derde RUBRIEK: EMORABILIA. Na de in 1918 gepubliceerde erken zijner Hoogleeraren, de voor hem toegankelijke Bibliotheken, en de vier Leveranciers, volgen: IN MEMORIAM'S aan Prof. SILLEVISSMIT en ain de Studenten J. THIJS, B. JP. BOUMA en . TULP.

* En nu de twee Rubrieken: FARRAGO en AEIA, welke deze STUDENTENalmanak met elijksoortige periodieken genieën heeft.

De FARRAGO of, zooals we voorheen zeiden: et MENGELWERK (p. 83-114) staat in het eeken der ^, veranderde studenten-maatschappij".

De heer G. B. W(urth) leverde een serieuze, an veel bronnen-studie en ook van bekendheid et de geschiedenis der nieuwere wijsbegeerte, etuigende verhandeling over SCHLEIERMACHER N DE ROMANTIEK. Volgt een ander, niet minder rnstig bedoeld en in geëleveèrden stijl gezet roza-stuk : LIEFDE van den heer R. v. D(eemster). ielkundig worden daarin de verbijzonderingen an de menschelijke liefde geteekend en wat er n stagit van de Goddelijke liefde doet het Christenhart weldadig aan.

Eindelijk twee GEDICHTEN, een van X en een aar heelemaal niets onderstaat.

De bouw dezer versjes is niet onverdienstelijk.

In het eerste, religieus bedoeld, dunkt mij chter de verzekering van den dichter, met gesloten oog schrijfd ik in 't donker voort" vrij verfiodig en tot God te spreken_van , , Kiijn eine handen" en „vromen mond" dunkt mij oor 'n Christen vrij zonderling.

Het tweede zingt van:

Pe Vogels van het avondland

Hebben van vrede 't Juist verstand.

Had de inzender van dit welluidend versje eze zijn bewering nu maar voldoende gestaafd, an ware in ernstige overweging te nemen nkele van deze vogels naar de aanstaande redes-conferentie te zenden. Maar van zulk e en staving heb ik in het gedicht, met den besen wil geen spoor kunnen ontdekken.

Ik kan het dan ook niet anders zien dan at de FARRAGO ditmaal gered is door de twee roza-stukken.

Neem ik daarbij echter in aanmerking, dat die twee stukken van Redactie-leden zijn en dat op 4 Oct. 1918 het Studententorps der V. U. reeds 132 leden telde, de nieuw-ingeschreven nog niet eens meegerekend (zie JAARVERSLAG p'. 35), dan dunkt mij, dat het corps zijn Almanak-redactie ditmaal toch leelijk in den steek heeft gelaten. Bij al mijn warme sympathie voor het zich auseinender setzen met de stroomingen van onzen tijd, kSn ik dan ook den wensch niet onderdrukken, dat de heeren voortaan, mee door hun Almanak, zullen toonen, dat zij, bij wat ook veranderd is, de liefde voor literaire kunst niet kwijt zijn.

Moge de onlangs aan onze Universiteit opgerichte leerstoel voor Nederland sche taal eji letteren aan de vervulling van dien wensch ten goede komen.

En nu nog de vijfde of laatste Rnbriek : VARIA.

Ware het proza-stuk LIEFDE niet nü, maar vroeger gepubliceerd, dan zou, dunkt mij, in dézen Almanak een nog niet zoo'n ongepast BEGIN-VARIUM zijn geweest:

SLECHTS WEINIGEN GELUKT HET, HARMONIE TE BRENGEN TUSSCHEN DIEPEN LEVENSERNST EN GULLE VREUGD. • R. V. D. w

Ik meen er mee, dat de Studenten ONZER k V. U. door het inzenden en keuren dezer VARIA getoond hebben tot die weinigen te be-h ooren.

Want wel dragen de VARIA van'n Studentenlmanak een eenigzins esoterisch karakter, doch g h a al zijn ook déze epkel voor ingewijden bestemd, toch is er het element der gulle vreugd van een goedmoedigen humor fn te ontdekken; iets wat ook geldt van het niet ongeestige plaatje dat er tusschen staat.

Het eigenaardige van dezen Studenten-Almanak onzer V. U. zit 'm ook hierin, dat hij zoo ta van portretten bevat.

Bij de vier In Memoriam's de welgelijkende portretten van Prof. Dr. P. A. E. SILLEVIS SMITT t en van de Studenten J. THIJS, P. BOUMA en J. TULP. Verder portretten van de onlangs opgetreden hoogleeraren Dr. A. GOSLINGA en Dr. A, A. V. .SCHELVEN. En eindelijk ook van den sedert 20 October 1.1. opgetreden RECTOR onzer Universiteit en dan op bl. 48 dat van den nieuw opgetreden SENAAT van het Studentencorps.

Ziende op de min gunstige omstandigheden waaronder deze Alm.'nak is ontstaan, maakt ze onder onze Vaderlandsche Studenten-Almanakken 'h lang niet kwaad figuur.

Aan ouders, die er aan denken hun zoons, of ook dochters, met September naar onze VRIJE UNIVERSITEIT te zenden, kan ik in gemoede raden, zich een exemplaar aan te schaffen.

Bij het lid der ADMINISTRATIE VAN DEN AL MANAK, den heer D. J. B. ALLAART, Theol. Student, Keizersgracht 162, zijn nog enkele exemplaren .verkrijgbaar.

2. DE STER DER CHRISTELIJKE WEEKBLADEN, onder leiding van H. DIEMER. Uitgever drukkerij Libertas, Goudschesingel lOS, Rotterdam.

Met verzoek tot aankondiging werd ook aan onze Redactie het eerste Nr, dezer nieuwe periodiek toegezonden.

In den kop 'n ster in beeld en 'n ster in woord, met er achter „der Cnristelijke weekbladen".

Ik had wel eens de gezichten willen zien, die de Uitgevers van onze andere Christelijke weekbladen hebben getrokken toen hun oog voor het eerst viel op den kop van dit jongst verschenene. Zooveel zullen ze er.wel van begrepen hebben, dat de heer DIEMER, als leider en uitgever van deze zijn periodiek, een zoo hoog zelfgevoel bezit, als zelfs in mondaine kringen, zooals de tooneelwereld, maar zeldzaam is. Daar toch zal 'n actrice, die zich als zoodanig van haar meerderheid boven de kameraden bewust is, niet licht zichzélf het praedikaat van „Ster" toekennen.

Met dat al is, wat de heer DIEMËR in dit Nr. TER KENNISMAKING van z'n STER vertelt, wel aanlokkend.

„De STER wil te gemoet komen aan veler verlangen naar doorwerking der Christelijke beginselen op alle terrein des levens."

, , Als breed opgezet weekblad streeft de STER naar niets meer of minder dan eenmaal het geheele cultuurleven te belichten vanuit' de Christelijke - levenssfeer."

„Zoo", dus beweert de heer DIEMER, „doet met de STER een geheel nieuw genre van periodiek zijn intrede in onze kringen."

Dan nog de verzekering, dat de STER en haar redactie-staf zich in den geestelijken strijd werpt om, door , , in te werken op alle terrein des levens de mystieke eenheid aller Christusbelijders te bevorderen."

En ook deelt de heer DIEMEE, op een andere plaats in DE STER nog mee, dat zijn blad, wat in de tijden der nieuwe en nieuwste geschiedenis van de christelijke actie nog nooit vertoond is, gebruik zal maken van het wapen der CARICATUUR, „zij het ook niet met de bedoeling het Engelsche Punch direct op zij te streven.".

Dit alles wekt niet geringe vct.vfachlingen.

De kennismaking met de overige'veelsoortige rubrieken in dit eerste Nr. en de lijst van schrijvers en schrijfsters, die den redactie-sta' van deze periodiek vormen, doet dan ook mij waar DE STER thans haar loop aanvaardt, met den heer DIEMER zeggen: „moge het zijn, langs vaste, onwrikbare banen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 januari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 januari 1919

De Heraut | 4 Pagina's