Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

XII.

Eerst door scherp te onderscheiden tuS' schen de Synodale organisatie, door Koning Willem I aan de Kerk opgelegd, en de plaatselijke Kerken, die in deze organisatie zijn opgenomen, kan een zuiverder oordeel over de Hervormde Kerk gevormd worden. Als Synodale organisatie genomen vertoont zij in menig opzicht het type van een valsche Kerk, maar van de plaatselijke Kerken, die onder deze Synodale organisatie gevangen zitten, kan dit niet gezegd worden.

Nu is het zeker waar, dat de Hervormde Kerk zelf van deze onderscheiding tusschen. haar organisatie en de plaatselijke !^erk niets weten wil. Niet alleen dat zij in haar Statuut of Reglement zich zelf beschouwt als een Kerkgenootschap, dat over heel het land zich uitstrekt en waarvan dë plaatselijke Kerken slechts > afdeelingen" zijn, maar ze heeft zelfs stelselmatig alles gedaan wat in haar macht was om de oorspronkelijke autonomie van deze plaatselijke kerken te vernietigen en ze van haar zelfstandig karakter te berooven. Heel de geschiedenis dezer Synodale hiërarchie is niet anders geweest dan een voortdurende poging om deze plaatselijke Kerken te berooven van haar zelfstandigheid, door in te grijpen in haar vrij beheer, haar rechtsbevoegdheid en tuchtoefening haar te ontnemen en haar onder curateele te stellen van de «hoogere bestuurs-colleges". Maar waar onzerzijds steeds tegen deze Synodale usurpatie de strijd is aangebonden, toen we nog »in de Hervormde Kerk" waren, en voor de autonomie der plaatselijke Kerk is opgekomen, daar zou het een verloochening wezen van ons standpunt, wanneer we, na zelf van deze Synodale organisatie verlost te zijn, nu plotseling de aanspraken dezer Synodale organisatie als recht erkennen gingen, de plaatselijke gemeenten als afdeelingen van het Hervormd Genootschap gingen beschouwen en den strijd om de autonomie der plaatselijke Kerk opgaven. En niet alleen, dat we zoo een streep zouden halen door heel ons eigen verleden, maar we zouden daarmede ook te kort doen aan den eisch van Gods Woord. Gods Woord kent geen genootschapskerk met plaatselijke afdeelingen, maar alleen autonome plaatselijke Kerken. Er is sprake van de Kerk te Jerusalem, te Athene, te Rome, te Rome, te Corinthe. Een andere »Kerk" dan de plaatselijke Kerk kent Gods Woord niet.Dat in de meeste bestaande Kerken, niet alleen in de Roomsche en de Hervormde Kerk, maar evenzoo in de Luthersche en de Engelsche Episcopaalsche Kerk deze „plaatselijke Kerken", zonals de Schrift ze ons teekent, schier tot onkenbaar wordens toe misvormd zijn geworden, mag voor ons geen maatstaf wezen. We hebben ook tegenover deze Kerkinstituten het bestaansrecht en het bestaan van deze plaatselijke Kerken onverbiddelijk te handhaven. Zoo hebben onze Vaderen in de 16e eeuw gedaan, toen zij uit de zoogenaamde , , parochies" der Roomsche Kerk weer de zelfstandige plaatselijke Kerk opbouwden, of wil men nog juister uitgedrukt, de plaatselijke Kerken, die in die parochie schier geheel schuil waren gegaan, weer tot openbaring brachten. En zoo hebben wij ook te doen met de plaatselijke afdeelingen van het Hervormd Genootschap. Want niet een Synodale bepaling of hiërarchisch statu ut, maarGods Woord bepaalt voor ons, wat het wezen der Kerk is. Zelfs in de Roomsche Kerk erkennen we nog het bestaan van plaatselijke Kerken, omdat daar Christ-geloovigen zijn, die in een kerkelijk verband met mander leven. Het ambt in deze plaatselijke Kerk, hoe gedeformeerd ook, blijft alleen daarom voor ons nog een ambt in Christus Kerk. En de doop door zulk een Roomschen pastoor bediend, wordt evenzoo daarom door ons voor een werkelijken Christelijken doop erkend. Indien er van de plaatselijke Kerk niets meer was overgebleven, dan zou er geen ambt en dus ook geen Sacramentsbediening wezen en de doop niet erkend mogen worden. En zoo staat het ook met de Hervormde Kerk. Wie ontkent, dat er geen plaatselijke Kerken meer in de Hervormde Kerk worden gevonden, en in hare »gemeenten" niet anders dan »afdeelingen" van het Hervormd genootschap ziet, kan ook geen »ambt" in de Hervormde Kerk erkennen en evenmin een > bediening van het Sacrament". Hij moet den doop in de Hervormde Kerk bediend, als geen sacrament, maar als een «waterbad" beschouwen. En waar het feit niet geloochend kan worden, dat het Genadeverbond Gods ook in de Hervormde Kerk niet is te niet gedaan, dal de werking des Heiligen Geestes de bediening van het Woord en de Sacramenten nog vergezelt en deze tot een Sacrament maakt, daar kan en mag het bestaan van deze plaatselijke Kerken in de Hervormde Kerk ook niet ontkend worden. Waar de Geest des Heeren werkt, daar is de Kerk.

Maar hoe beslist we daarom in tegenstelling met Prof. Fabius het bestaan van deze plaatselijke Kerken in de Hervormde Kerk meenen te moeten handhaven, toch wil dit allerminst zeggen, dat we elke afdeeling van het Hervormd Genootschap nog als een werkelijke Christelijke Kerk te erkennen of blind hebben te zijn voor de deformeerende werking, die van deze Synodale organisatie zelfs op de beste plaatselijke Kerken in de Hervormde Kerk is uitgegaan. Het spreekt wel van zelf, dat het »heerschen van zulk een hiërarchische macht van het ongeloof in de plaatselijke Kerken", gelijk Prof. Bavinck het noemt, niet enkele jaren, maar meer dan een eeuw lang, deformeerend op deze plaatselijke Kerken heeft ingewerkt, en waar die macht geheel de overhand kreeg, zij ten slotte de plaatselijke Kerk geheel verwoest en vernietigd heeft, zoodat niet anders dan een schijnkerk is overgebleven. Even beslist als we daarom weigeren een plaatselijke Kerk, waar nog het Woord en de Sacramenten zuiver bediend worden, het karakter van een Christelijke Kerk te ontzegden, omdat ze een > afdeelingc van het «Hervormd Genootschap" is, even beslist weigeren wè aan den anderen kant, een plaatselijke afdeeling van dit genootschap, waar het Woord niet meer bediend en geen Sacrament naar de instelling van Christus meer uitgereikt wordt, als een »Kerk van Christus* te erkennen, ook al vormt zulk een plaatselijke gemeente dan een onderdeel van de Hervormde Kerk als geheel. Vandaar dat we wel scherp onderscheiden moeten tusschcn deze «plaatselijke gemeen ten «en elk hunnerafzonderlijk hebben te beoordeelen naarde kenmerken, die Gods Woord en onze Belijdenis voor het bestaan der Kerk aangeven.

Deze kenmerken nu zijn voor het wezenlijk bestand der Kerk, gelijk we reeds vroeger hebben opgemerkt, de bediening van het Woord en het Sacrament, zooals deze door Christus zijn ingesteld. De vraag is dus niet, of op een bepaalde plaats nog iemand op den kansel optreedt, die zich dominé noemt en daar een religieuse toespraak houdt, maar of hij als Dienaar van Christus het Woord Gods verkondigt. En evenzoö is het ook de vraag niet, of zulk een zich noemende dominé nog zekere symbolische handelingen vereischt, wat water op de voorhoofden van kinderen sprengt of wijn en brood uitdeelt aan een tafel, maar of hij het Sacrament van Doop-en Avondmaal bedient, zooals deze door Christus zijn verordend. Alleen waar het Woord van God en het door Christus verordende Sacrament bediend wordt, hebben wij een Kerk van Christus te erkennen. Waar beide ontbreken is geen Kerk van Christus. Dat onze Belijdenis als derde kenteeken van de ware • Kerk daarbij ook nog opnoemt de uitoefening van de Christelijke tucht, is juist, maar dat is niet bedoeld in dien zin, alsof daarvan het wezenlijk bestaan der Kerk zou afhangen. Voor het welwezen der Kerk is de tucht noodzakelijk, voor haar wezen niet. Een Kerk, waarin de tucht geheel ontbreekt, loopt zeker op den duur gevaar, dat ook haar wezen zal worden aangetast. In zulk een Kerk dringt de wereld steeds meer binnen, wordt het Sacrament ontheiligd, word allerlei kettersche prediking pp den kansel toegelaten, neemt de deformatie der Kerk hand over hand toe en kan het einde van het proces wezen, dat de Kerk ophoudt te bestaan. Maar hoe gevaarlijk de toestand eener Kerk moge wezen, waar de sleutel van de tucht niet meer gebruikt wordt, op zich zelf kan daarin geen kenteeken liggen om te beoordeelen, of we met een wezenlijke Kerk of met een schijnkerk te doen hebben. Een tuchtelooze Kerk is krank, maar dood Is zulk een Kerk daarona nog niet. Ook in de gemeente van Corinthe was alleriei misstand binnengeslopen op dit gebied; er waren verkeerde dwaalleeraars opgestaan, die zelfs de opstanding der doodeu-in eigenlijken zin loochenden ; er was partijschap en verdeeldheid, want de een noemde zich naar Paulus en de ander naar Petrus; het Avondmaal werd er ontheiligd op schromelijke wijze en de tucht werd niet gebruikt, zelfs niet tegenover een zondaar, die openbaar in bloedschande leefde. Maar niettegenstaande al deze gebreken, heeft de Apostel Paulus de gemeente te Corinthe toch nog als een Kerk van Christus beschouwd. Hierin ligt het waarschuwende voorbeeld, waarop steeds door onze Vaderen gewezen is, om het karakter van een Christelijke Kerk niet te spoedig aan een gemeente te ontzeggen, hoe sterk ook de deformatie is, die in zulk een Kerk is binnengeslopen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 maart 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 maart 1919

De Heraut | 4 Pagina's