Onze predikantatractementen.

Het vraagstuk, hoe onze predikantstractementen verbeterd kunnen worden, trekt gelukkig in steeds breeder kring de aandacht. Metterdaad is de toestand dan ook onhoudbaar geworden, en indien niet afdoende maatregelen genomen worden, zou straks het oordeel Gods over de Kerk komen. Er zou een predikantennood ontstaan, waardoor de Kerken zelf het bitterst zouden lijden.

Natuurlijk baat het niet, dat men daarbij in het algemeen op verhooging van tractementen aandringt. Menige Kerkeraad meent dan al zeer veel gedaan te hebben, wanneer hij een paar honderd gulden op het tractement toelegt. Waarbij men dan vergeet, dat het vraagstuk thans geheel anders staat dan voor een tiental jaren geleden. De oorlog heeft een geheele omwenteling op economisch gebied ten gevolge gehad. De arbeidersstand is plotseling naar boven gegaan en vraagt niet alleen korter werktijd, maar ook verdubbeling van loon. Het gevolg daarvan is, dat heel het leven eens zoo duur is geworden. Een inkomen van fl. 2000 is thans niet meer 'waard dan fl. 1000 vóór de oorlog begon. Met een verhooging van een 10 pCt. of 12 pCt. komt men dus allerminst uit. De geldswaarde daalde SO pCt., en wie nu nog aan een Dienaar des Woords het tractement uitkeert dat vóór den oorlog hem toegezegd was, doet hem onrecht. Hij betaalt de helft van hetgeen feitelijk hem beloofd was. Er moet daarom een geheele herziening van de tractementen plaats vinden. Ook de Staat doet dit met zijn ambtenaren, en de Kerk kan hier niet achterwege blijven. De arbeider in het Evangelie is niet minder dan de arbeider in het maatschappelijke leven sijn loon waardig. Wanneer bij de totstandkoming van de nieuwe Onderwijswet een hoofd van een school f 3000 salaris zal ontvangen benevens vrije woning, dan is het een oii^houdbare toestand, dat aan een predikant niet meer dan f 1500 è. f 1600 wordt uitgekeerd. De positie van een predikant zou daardoor zoo gedeprimeerd worden, dat hij nog beneden een schoolmeester kwam te staan.

Vandaar dat de vraag aan d? orde is gekomen, hoeveel het minimum-bedrag van het predikants-tractement behoort te wezen. Deze vraag dient beantwoord te worden, opdat de Kerken weten, waaraan zij zich bij de regeling hebben te houden. Natuurlijk niet, alsof een Synode of Classis zulk een minimumsalaris voor alle Kerken gebiedend kan voorschrijven. Daartoe heeft ze de bevoegdheid niet, want dat zou de zelfstandigheid der plaatselijke Kerk aantasten. Maar wel, opdat iedere Kerk voor zichzelf zal weten, wat naar de behoefte van den tegenwoordigen tijd het salaris is, dat aan een predikant toekomt.

Nu is men zoowél in een vergadering van Hervormde predikanten, als bij de Oud-Roomsche Kerk tot de conclusie gekomen, dat het minimumsalaris f 2500 behoort te bedragen, behalve vrije pastorie en vrijdom van belasting. In de Classis Haarlem der Gereformeerde Kerken is dit bedrag reeds vastgesteld. En in deze wellicht toevallige overeenkomst ligt wel een vingerwijzing, dat dit bedrag zeker als minimum-eisch mag gesteld worden.

’Te hoog is het zeker niet. Het blijft nog f 500 beneden hetgeen volgens de nieuwe wet een schoolhoofd verdienen zal. Op den duur zal men ook bij dit minimum-bedrag dus niet kunnen stilstaan, maar zullen de tractementen der predikanten althans zoo hoog moeten worden opgevoerd, dat zij minstens met dat van een hoofd der school gelijk komen te staan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen