Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Met ons getuige worden”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Met ons getuige worden”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beginnende van den doop van Johannes, tot den dag'toe in welken hij van ons opgenomen is, één van deze met ons getuige worde van zijne opstanding. Hand. 1:22.

Het Apostclschap was door Jezus gebonden aan het heilige Twaalftal. Bij de latere uitzending onder Israël aaii het getal van Zeventig. Doch deze Zending onder Israël droeg slechts een geheel tijdelijk karakter. Toen de Zeventig geheel het heilige land wareu doorgetogen, en allerwegen de verschijning van den Messias hadden aangekondigd, keerden zij naar hun Zender terug. Ze werden van den last die hun gegeven was, ontslagen. En van dit oogenblik af was er nu eeniglijk sprake van de groote Apostolische wereldzending, waarvoor van meet af het Twaalftal was aangewezen. Toen nu Judas' verraad in dit Twaalftal een breuke sloeg, kon het niet in die onvolkomenheid blijven. Vandaar dat toen aanstonds de drang gevoeld werd, om de overgebleven elf Apostelen met een Twaalfde aan te vullen, en op die wijze de Missie weer op het volle getal te brengen. Het kon niet bij de Elf blijven. Dat aantal haalde het heilige cijfer niet. Vandaar dan ook, dat terstond na Jezus opvaren ten hemel de heilige drang gevoeld werd, om weer het volle Twaalftal Apostelen te laten optreden. En dit is toen tot stand gekomen doordien men eerst een tweetal koos, t.w. Jozef en Matthias, en uit dit tweetal werd, door werping van het lot, Matthias, als door den Heere zelf aangewezen, ora de leeggevallen plaats van Judas aan te vullen.

Toch hield ook deze tweede volheid van het Twaalftal niet lang stand. Reeds in het twaalfde Kapittel van zijn Handelingen meldt ons Lukas toch, dat Koning Herodes op het onverhoeds twee apostelen gevangen nam, Jacobus en Petrus, ze beide in den kerker opsloot, en reeds aanstonds er toe overging om Jacobus ter dood te brengen. In verband hiermede nu is 't opmerkehjk, hoe

inmiddels Paulus reeds tot het Apostolaat geroepen was. Deze roeping van Saulus trad niet in na de ter dood brenging van den Apostel Jacobus, maar reeds eer. Zoo zelfs, dat eensdeels gezegd kon worden, hoe er toen niet Twaalf, doch Dertien Apostelen gereed stonden. Dit kon niet anders dan zekere verwarring in de gedachten geven. Een verwarring die eerst daarna zich ophelderde, toen Saulus, in stee van aanstonds als Apostel op te treden, zich veeleer meerdere jaren, eerst naar Arabië en straks naar Tarsen terug trok, om eerst daarna met de overgebleven elf Apostelen als hun twaalfde man op te treden.

Niet zelden is in deze roeping van Saulus tot het Apostolaat een veroordeeling gezien van de keuze van Matthias. De overgebleven Elven, zegt men dan, hadden zich van alle ingrijpen moeten onthouden. De Heere zou • zorgen, en hÜQ kwam het optreden ten deze niet toe. Toch schijnt deze opmerking overdreven. Het Twaalftal was het heilige cijfer. Jezus zelf had zich aanvankelijk de Twaalven uitverkoren. En toen de overgebleven Elven er toe overgingen, om zich door de keuze van een plaatsvervanger voor Judas te verrijken, deden ze dit onder biddend opzien, en de keuze door het lot in 's Heeren eigen hand overgevende. Dit belet intusschen niet, dat wie het volledige bericht omtrent het Apostolaat in de Handelingen leest, niet dan uiterst moeilijk aan den indruk kan ontkomen, dat de Christus zelf reeds bezig was, om het Twaalftal wederom aan te vullen, maar dit dan eerst plaats zou grijpen op geheel wondere en buitengemeene wijze. Vooral toen Jacobus ter dood werd gebracht, en schier even te voren Saulus tot bet Apostolaat was geroepen, viel de indruk niet te weren, dat tusschen de ter dood brenging van den één en de roeping van den ander, een door Christus bedoeld verband bestond. Jacobus ging den dood in en Paulus kon in zijn plaats optreden, niet uiteraard op hetzellde oogenblik, maar dan toch in zulk een veelbeteekenend onderling verband, dat het samenstel van de Twaalf, nu Jacobus er uit was gevallen, en Paulus in zijn plaat^ kon treden, veel gewichtiger beteekenis erlangde, en geheel de verderde ontluiking vau het Christelijk geloof in het Heidenland heeft beheerscht. Formeel werd dan de breuke, die Judas zelfmoord in het Twaalftal sloeg, door de roeping van Matthias geheeld, doch eerst toen Jacobus ter dood brenging de Twaalven weer op de Elven terug sloeg, had de nieuwe completeering van het Twaalftal door de wondere roeping van Paulus plaats, en wel op zoo schitterende wijze, dat eerst Paulus het Apostolaat op zijn rijke hoogte deed stijgen, en het thans ook voor de Heidenwereld ontsloot.

Doch al blijkt de roeping van Matthias in gewicht en beteekenis van verre zelfs niet met het gebeurde op den weg van Damascus voor vergelijking vatbaar, toch leenen de Apostelen ook aan Matthias' roeping een zeer ernstig karakter. De Elven spraken het toch in hun engeren kring met groote beslistheid uit, dat er niet slechts elf^ maar twaalf van hoogerhand aangewezen Getuigen moesten zijn, om de zekerheid van het geloof in Jezus Opstanding voor geheel de toekomst van Christus Kerk vast te stellen. > Het was noodigc, zoo toch liet Petrus zich uit, »dat van de mannen die met ons omgegaan hebben van den Doop van Johannes tot op den dag van Christus Hemelvaart, toen Iiij van ons opgenomen is, één yan hen met ons getuigen worde van zijn Opstandingc. Duidelijk blijkt hieruit, hoe Petrus hier aandringt op het officieel verstrekt worden van een ambtelijk getuigenis Het gold hier geestelijke gebeurtenissen, waaromtrent de traditie vervalscht kon worden of kon verloopen. Er moest daarom, ter wille van den ernst der zaak, hier een vaste, ontwijfelbare traditie zich vestigen, die, van geslacht op geslacht overgaande, ten slotte allen twijfel omtrent de waarachtigheid van Jezus Verrijzenis zou doen wegvallen, en het muurvaste geloof aan Jezus vestigen. Opstanding in de Gemeente zou vestigen.

Het ging hier ora een geestelijk geijkte traditie. Ook naast dit Apostolisch Getuigenis is nog we! velerlei andere traditie de eeuwen ingegaan, maar i deze overige losse overlevering miste juist dat vaste, bondige en zekere, waaraan de Kerk aller eeuwen behoefte zou hebben. Men ziet 't ook in onze dagen opnieuw, hoe niet alleen de lieden der wereld met Jezus Verrijzenis den spot durven drijven, maar hoe ook tot van den kansel door tal van dusgenaamde Moderne leeraars het feit der Opstanding van Jezus stoutweg tot een onware traditie wordt verlaagd, en hoe zulke afvallige Godgeleerden er zich in beroemen, dat zij de mannen zijn, die hun toehoorders van het wangeloof aan al zulke tradities bevrijden.

Juist met het oog hierop nu is het van meet af onvermijdelijk geweest, dat naast de losse traditie, die eeniglijk door verhaal en bericht gedragen werd, een van Godswege geijkt en Kerkelijk bezegeld getuige de wereld zou ingaan. Matthias zou uiteraard, ook al ware hij niet tot Apostel gekozen, in heel zijn kring een persoonlijk getuigenis omtrent Jezus' Verrijzenis hebbeu rondgedragen. Alleen maar, dit getuigenis zou dan elk officieel karakter hebben gemist. Er lieten zich dan te Jerusalem twee mannen uu Israel denken, de één uit het Sanhedrin, die alle uitstrooisel omtrent Jezus' Verrijzenis driestweg loochende, en een ander die op de wijs van Matthias voor Jezus' Verrijzenis opkwam, en er voor pleitte. Maar wat aan Matthias ge^ tuigenis dan zou ontbroken hebben, ware het officieel karakter geweest. En dit nu juist, dat officieele karakter erlangde ook Matthias getuigenis omtrent Jezus' verrijzenis eerst, toen het Apostolaat hiervoor insprong, met heel de schare den Heere God om vaste zekerheid aanriep, en toen tenslotte in het werpen van het lot de aanwijzing van den Heere zelf gevraagd werd, om zijn officieelen getuige te bezegelen.

Natuurüjk is later het Twaalftal der Apostelen toch weer gesmaldeeld. Keer op keer hebben de Apostelen aan vervolging bloot gestaan, en ten leste zijn tal van hen den martelaarsdood gestorven, tot ten slottealleen Johannes overbleef, maar bij den inzet van de wereldbekeering moest dan toch voor het oogenblik het Apostolaat geheel compleet zijn. En die compleetheid nu heeft het Apostolaat op tweeërlei wijze verkregen. Ten eerste doordien voor Judas Iscarioth Matthias in de plaats werd gekozen. En in de tweede plaats, toen na den moord, door Koning Herodes aa.n Jacobus gepleegd, straks in Paulus van Tarsen de geloofsheld reeds bleek verschenen te zijn, die van de roeping onder de toenmalige Heidenwereld de éénig begaafde Getuige is geworden, aan wien ook wij nu nog, na bijna twintig eeuwen, de nauwste en innigste geloofsbanden in ons voelen trekken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's

„Met ons getuige worden”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's