Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van de Comrie-tentoonstelling door de goede zorg van den heer Van Hemessen te Woubrugge georganiseerd en waardoor op Comrie weer de aandacht is gevestigd, heeft Prof. Honig in de Rotterdammer een artikel over Comrie geschreven, waarin kort de hoofdbeteekenis van zijn arbeid wordt saamgevat. Ook voor onze lezers meenen we, dat dit artikel nuttig kan wezen, waarom we er het volgende uit overnemen:

Van Comrie kan zonder overdrijving worden gezegd, dat hij tot de beste predikers van zijn tijd behoorde en dat hij zich blijkbaar beijverd heeft de lessen te volgen van hen, die, van welke richting ook, tegen de gewone fouten der toenmalige predikers waarschuwden. Zijne preeken hebben de verdienste, dat de inleiding en de toepassing over het algemeen kort zijn en goed bij den tekst passen ; dat alle schoolgeleerdheid i, s vermeden; en dat niet verschillende verklaringen van der. tekst ter sprake gebracht en één voor één bestreden worden, totdat de door den prediker voorgestane opvatting overblijft. De redenaar had een afkeer van het bezigen van vreemde woorden en van het z.g. vergeestelijken van den tekst; vermeed alle platheid van taal; sprak onomwonden zijne meening uit; toonde, dat hij het menschelijk hart door en door kende; was eveneens als Van Lodenstein scherp in het bestraffen van de zonde, maar tevens liefelijk in het vertroosten en leerzaam voor onkundigen en voor zwakken in het geloof; hij vergat noch de vermaningen van Paulus „Houd aan in het lezen" en „Bedenk deze dingen" noch het gevleugelde woord van Luther „goed gebeden is goed gestudeerd". En dat zijne preeken zoo degelijk waren, zal niemand bevreemden, die weet hoeveel studie en tijd hij er aan besteedde. Comrie maakte er geen geheim van, dat hij „door drie wekelijksche Predikatiën (twee op Zondag en één door de week) en door twee catechizatiën" in den wintertijd zóó bezet was, dat hij zich nauwelijks aan eenige andere bezigheid wijden kon, gelijk dan ook in den winter te Woubrugge geen huisbezoek werd gedaan.

Welke een goede herder Comrie ook voor de hem toebetrouwde kudde geweest moge zijn, toch heeft hij zich niet daardoor die groote populariteit verworven, waarop hij bogen ksn. Goede predikanten hebben de Gereformeerde Kerken in Nederland gelukkig wel zoovele gehad, dat iets meer noodig was om te verklaren, hoe zijn naam tot in verre geslachten voortleefde.

En dat meerdere heeft Comrie ontvangen. Voor schrijver schonk God hem meer dan één talent en juist door zijne geschriften is hij geworden en gebleven een man van beteekenis.

In het geheel gaf hij 23 werken en werkjes uit. Voor een deel zijn het oorspronkelijke, voor een deel uit het Engelsch vertaalde en voor een ander deel met zijn vriend Holtius samen vervaardigde geschriften.

Het meest bekende zijn deze:

In „Het A. B. C. des Geloofs of Verhandeling van de benaamingen des Saligmaakenden Geloofs volgens de letters van het alphabet";

2e. „Verhandeling van eenige Eigenschappen des Zaligmakenden Geloofs";

3e. „Verzameling van Leerredenen" :

4e. „Stellige en Praktikale Verklaaringe van den Heidelbergschen Catechismus":

5e. Examen van het ontwerp van Tolerantie";

6e. „Brief over de Rechtvaardigmakinge des Zondaars door onmiddellijke Toerekening der Borggerechtigheid van Christus".

Het eerste drietal is praktisch van aard. Voor duizenden zijn deze kostelijke boeken ten rijken zegen geweest.

In het tweede drietal is de Theoloog aan het woord. Voor de Gereformeerde Théologie zijn deze drie werken van blijvende beteekenis. Vooral het Examen van het Ontwerp van Tolerantie — in samenwerking met Holtius geschreven en uitgegeven — is een meesterstuk. Ieder deskundige zal eerbied hebben voor de groote kennis der geleerde auteurs en voor hunne warme verdediging van het Gereformeerde belijden.

Het levenswerk van Comrie is geweest de uiteenzetting van het wezen en de werkzaamheid van het Geloof en de handhaving van de leer der Rechtvaardiging des zondaars door de onmiddellijke toerekening van de gerechtigheid van Christus.

Geheel in overeenstemming met de Heilige Schrift leerde Comrie, dat hei, eerste werk, hetwelk de Heere doet in den zondaar, dien Hij besloten heeft te zaligen, de wedergeboorte is. Bij de wedergeboorte wekt God den zondaar, die van nature dood is in zonden en misdaden, door zijne kracht op tot een nieuw leven. Bij deze wedergeboorte nu schenkt de Heilige Geest aanstond» het geloof. Echter nog niet als eene daad of werkzaamheid, maar als een vermogen of hebbelijkheid.

In deze hebbelijkheid des geloofs, welke „het punt der vereeniging van de ziel met Christus vormt", zitten van stonde af aan in de stukken of deelen, waaruit het geloof bestaat, dat is dus: de kennis en het vertrouwen.

Edoch, het is niet genoeg, dat dit alles in kiem in de hebbelijkheid des geloofs besloten is. Uit de zaadkorrel moet de stengel, daarna de aar, ; ten laatste het koorn in de aar te voorschijn komen. Het geloof als vermogen moet tot dadelijkheid overgaan en in geloofsdaden en geloofsoefeningen openbaar worden. Welnu, onder den invloed van Gods Woord en Geest is dit dan ook het geval. De kennis en het vertrouwen treden hand aan hand aan het licht.

Zoodra het geloof als hebbelijkheid in de daad van het geloof uitkomt, richt het zich op den Christus, gelijk Hij voor ons treedt in het gewaad der Schrift, weshalve ook de Zaligmaker het voorwerp des geloofs is. Niet in dien zin alsof het geloof bij den Christus zou blijven staan. Neen, het geloof rust niet, alvorens het door den Heere Jezus tot het Vaderharte Gods doorgedrongen is. Maar alzoo, dat het geloof begint met het vluchten, het toevlucht nemen tot, het leggen van de hand op het Lam Gods, dat de zonde der wereld droeg.

Met zijn schoone en breede besprekingen van de natuur en de werkzaamheden des geloofs, beoogde Comrie een einde te maken aan de heftige disputen onder de gereformeerden over dat belangrijke onderwerp, die voor het geestelijk leven zeer schadelijk waren. Nu is het hem niet gegeven, alle gereformeerden terstond voor zijn zienswijze te winnen. Maar toch smaakte hij de voldoening, dat de vrede tusschen de broeders terugkeerde. En allengs vond zijne beschouwing zooveel ingang, dat zij ook heden ten dage vrijwel het algemeen gevoelen der Gereformeerden kan worden genoemd.

Nu heeft Comrie waarlijk niet voor 't eerst deze opvatting voorgedragen. Maar wel heeft hij haar nader ontwikkeld, haar helderderÜan ooit ontvouwd, en haar tegen verschillende bedenkingen verdedigd. En zoo zal de naam van Comrie steeds aan de gereformeerde opvatting van het geloof verbonden blijven.

Niet allereerst om broeders, die dreigden uiteen te gaan, tot elkander terug te brengen, heeft Comrie zich geworpen op het niet minder belangrijke stuk van de rechtvaardiging eens zondaars voor God. Ds. van der Os, gesteund door Prof. Schultens Jr. en Prof. yan den Honert Jr., ondergroef de reformatorische beschouwing van dit dogma. Hiertegen zijn Comrie en Holtius in verzet gekomen. En juist om het gevoelen der Reformatoren te staven, dat bij de rechtvaardiging het geloof niet als een verdienste des menschen in aanmerking komt, maar dat de rechtvaardiging geschiedt door de onmiddellijke toerekening der gerechtigheid van Christus, welke door het van God gegeven geloof toegeëigend wordt daarom juist hebben ze er met zooveel nadruk" op gewezen, dat de rechtvaardiging teruggaat tot in den Raad Gods. Eene opvatting, waarover in den grond der zaak alle gereformeerden het eens zijn. Veel smaad hebben Comrie en Holtius om hun dapper verweer en hunne doorwrochte betoogen moeten verduren. Ja, het heeft hun bijna hun ambt gekost. Helaas hebben ze ten laatste op bevel der Staten gezwegen.

Dit weinige moge genoeg zijn, om de uitspraak te rechtvaardigen, dat Comrie tot de uitnemendste gereformeerde Theologen behoord heeft en dat nog steeds de bestudeering zijner geschriften van groot nut onder Gods zegen zijn kan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's