Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Aaneensluiting van geloovigen in Hannover.

Ook in Haanover zoekt men hen, die in Christus gelooven te vergaderen. De Kerkelijke bladen brachten een oproeping tot aaneensluiting van predikanten en gemeenten van de Hannoversche Landskerk, die aldus luidt: »Onze Laadskerk dreigen groote gevaren. Het ergste IS, dat de belijdenis als bijzaak op zij geschoven of op den achtergrond gedrongen wordt, terwijl men de stelling verkondigt, dat alle richtingen in de kerk dezelfde rechten moeten hebbea. Daarom behooren allen, die aan de belijdenis vasthouden niet aaneen te sluiten. Wij hebben een ijzeren front van gelijkgezinden noodig, die onder de oude heilige banier van het onvervalschte Evangelie van den voor onze zonden gestorven en waarlijk verrezen eeuwigen Zoon Gods Jezus Christus tegenover alle vijinlige stroomiugen van deze tijd, vast blijven staan tot heil der Kerk ea tot eere des Heeren. De ondergeteekenden besloten daarom de volgende voorloopig ontworpen stellingen te publiceer en. Ie. Er wordt een veretniging van gemeenteleden en predikanten gesticht, welke de oude belijdenisgroa'd onzer kerk, gelijk deze inzonderheid in den kiemen Catechismus van Luther geboden wordt, verdedigen en tegenover alle verdetfelijke stroomingen des lijds vasthouden willen. 2e. Betuigiogeu van instemming worden aan den predikaat Goudefroy te Osnabtück gezonden. Als nu maar uit deze beweging de VIijs Evangelische Kerk geboren wordt!

Engeland. Ineensmelting van Kerken of saamwérking?

Met het oog op de geestelijke schade, die het Engelsche volk door den oorlog geleden heeft, dringt men er op aan, dat de kerken gemeenschappelijk zullen optreden. Men gewaagt van „reunion", hereeniging der kerken. Sommigen willen, dat de verschillende kerken zullen saamsmelten om meer kracht te kunnen ontwikkekn. Dr. Meyer betoogde echter op een samenkomst te Derby, dat een ineeavloeïng der kerken ondenkbaar is. De hoogkerkelijke heer William Robertson N'ooU deed uitkomen, dat „de leer der apostolische successie de werkelijke waterstroom vormt, 'welke de kerkelijke formaties van elkander scheidt". Hij wil dus, dat de Anglicaansche Ritualisten of Hoogkerkelij ken zich met geen aadersgezinden zullen vereenigen. Dr. Forsyih beweert in een vlugschrift, dat de mannen van de vrije kerken zich alleen kunnen vereenigea met hen, die erkennen dat de kern der Catholiciteit ligt in „de Evangelische successie."

Nu is het duidelijk, dat alleen zulke kerken kunnen vereenigen die ééa zijn in belijdenis en kerkregeering. Discussies, gevoerd over de mogelijüheid om bij verschil van belijdenis en kerkordtning toch te vereenigea, leiden tot niets. Als een Hoogkerkelijke veel waarde hecht aan de Benedictie of zegening, dan wordt door de „Evangelischen" daartegen ingebracht, dat dit niet meer of minder is, dan 'een jagea naar „fetisch dienst", men zoekt dan iets magisch en wel van zeer lage soort. Wanneer men weet, dat de Ritualistische richting haar ontstaan te danken heeft aan het feit, dat men in de Anglicaansche kerk de kracht van het ambt miskende, dan beseft men hoe ver zij, die de leer voor^ staan dat zij alleen als ambtsdragers in de kerken kunnen erkend worden, die hun wijding in den weg der apostolische successie verkregen hebben, afstaan van hen die leeren, dat voor saamsraelting alleen de gemeenschappelijke bc' lijdenis van het Evangelie noodig is.

Van harte hopen wij, dat de Engelsche Chris tenen zullen gevoelen, dat het voeren van discussiëa moet ophouden. De staking van het spoorwegpersoneel heeft doen zien, dat niet alleen de overwonnen volken, maar ook de overwinnende natiën gevaar loopen door het Bolsjewisme te worden meegesleept, waardoor een einde zou gemaakt worden aan alle viijheid, in de eerste plaats aan de vrijheid der Kerk. Dat het Christelijk eleoieat zicli in deze dagen moet laten geldea, zal Engeland niet een prooi van de revolutie worden, is duidelijk. Jammer is het daarom, dat van Evangelische zijde, den Ritualisten, die de meerderheid vormen in de Anglicaansche Staatskerk, fetischdienst verweten wordt. Al sympathtsesren wij allerminst met de Romaniseerende richting in de Engelsche Staatskerk, er ligt in die Ritualistische beweging in Engeland een element van waarheid. Dit te miskennen, kan niet gunstig werken. De ernst der tijden gebiedt, dat, al kan men als Kerken geen eenheid vormen, als instituut men toch saam behoort te werken om den dreigenden stroom van geloof en revolutie tegen te houden.

— Ook al critiek der jongeren.

Ook in Engeland wordt gesproken over de noodzakelijkheid, om de Christelijke leer niet meer van den kansel te verkondigen omdat deze «droog" is en daarom geen aantrekkeiykheid biedt voor het jonge volk. In tegenspraak daarmede is hetgeen eeto »old boy" in een Eogelsch blad uitsprak. Deze was uitgenoodigd om een antwoord te geven op de vraag, waarom jongelieden niet meer de Godsdienstoefeningen bijwoneo, gelijk hunne vaders deden. Hierop antwoordde hij onder anderen: omdat de Christelijke leer niet meer van den kansel verkondigd wordt, gelijk dit vroeger geschiedde. Jongemannen en jongedochters, die met huuneouders de kerk bezoeken, hebben er behoefte aan te weten, wat het Christelijk geloof is en waarom zij het moettn aaanemtn. Zij zijn in werkelijk hcid niet zoo licht en zoo zwaar als men du dikwijls voorstelt. Zeker worden de dngtn der religie onder hen besproken, en dan is het maar al te dikwijls een spartelen omdat men ge n eigen koers volgt. Want het boek „the Ariny and Religion" (het leger en de religie) heefi duidelijk aangetoond, hoe groot de onkunde is omtrent de Christelijke leer.

De gevolgtrekking die hieruit gemaakt wordt is: lattn de predikanten zoowel onderwijzen als vermanen. Ook is er geen reden te bedenken, waarom de Christelijke leer ook voor de jeugd niet aantrekkelijk zou gemaakt worden.

Men ziet hieruit hoe ook in Eageland de , jongeren" hun critiek laten hooren en hoe de^e ook aldaar niet onweersproken blijft.

— Een Canon die geen bissehop worden wilde.

Canon (kanunnik) Peter Green, van Manchester, die bij het Christelijk publiek bekend is als schiijver van artikelen in de Manchester Guardian^ werd tot bisschop van Lincoln be nocmd. Hij bedankte voor deze eer en gaf daatvan rekenschap in zija blad. De bisschopppen in de Anglicaansche kerk hebben groote inkomens en hij moet wonen in een bisschoppelijk paleis. Nu is het wel waar, dat een groot deel van het inkomen van den bisschop besteed wordt voor den arbeid in de diocese. Maar over het algemeen weet men dit niet, en daarom houdt men het er voor, dat een bisschop over een tractement beschikt, dat hem in staat stelt in weelde te leven. Dit kan echter aan de menschen duidelijk gemaakt worden. Maar men kan niet verklaren, waarom een bisschop een paleis tot woning hebben moet. Velen ergeren zich daaraan; zij kunnen niet inzien, waarom een dienaar van Christus wonen moet in een groot huis, dat natuurlijk groote uitgaven, vooral m de steden, met zich biengt. Een bissschop zou in aanzien bij het Christenvolk winnen, als hij in een bescheiden woning te midden van zijn kudde woonde. En omdat Canon Peter Green genoodzaakt zou worden, wonend in een paleis, een grooten staat te voeren, heeft hij voor zijn benoeming bedankt.

Zwitserland. Vrouwelijke Theologen in Zurich aan den arbeid.

Mej. Rosa Gutknecht, de eerste vrouw in Zwitserland die in de Theologie studeerde, heeft in Zurich wel niet den titel van predikante en ook geen slaatstractement verkregen, maar wel trad zij in dieast van > Het Blauwe Kruisc en ging zij arbeiden als leidster van een vereeniging voor kerkelijken arbeid door gemeenteleden. In verband met de twee predikanten van de parochie Grootmunster, zal zij nu werken onder de vrouwelijke leden der gemeente die »Conformirt« werden; zij zal kranken en armen bezoeken, zij zal huisbezoek doen bij de ouders van de kinderea die de catechisatie of de school verzuimden, zij zal ook trachten voeling te verkrijgen met hen die zich in de gemeente kwamen vestigen. Bij al die werkzaamheden is zij de plaaisvervangster der predikanten. De geringe omvang der Grootmunster-gemeente maakt, dat zij slechis voor zes halve dagen in de week werd aangenomen. Den overigen tijd kan zij geven voor Godsdienstonderwijs in de scholen, voor bijzondere cursussen, prediking buiten de gemeente.

Reeds heeft Rosa Gutktiecht een collega in mej. Elsa Pfister gekregen, die den dienst van den kranken predikant Ballrger waarneemt, zoodat 71] ia de gemeente Nieuwmunster catechiseert, predikt, enz.

Of dit alles in overeenstemming is met de apostolische uitspraak, dat de vrouw zwijgen zal in de gemeente?

Zweden. Een bemoedigend woord voor de Duitsche broeders.

Van den 9e tot den 11e September vergadeirde te Lund het convent der Zweadsche predikanten. Op deze samenkomst was de Duitsche predikant Ungnas van Berlijn uitgenoodigd om een woord te spreken, maar op het punt van op reis naar Zweden te gaan, had zich plotseling verhindering opgedaan. Daarom zond hij een schrijven aan de vergadering, waarin hij zijn dank uitsprak voor de hulp die van uit Zweden aan Duitsche kinderf n bewezen was, daarbij verzekerend dat de Duitsche broeders trouw bleyen in het geloof, (n verzoekend dat de Gustaaf-Adolf-liefde door de geloofsgeoooten in Duitschland zou getoond worden. Op dit schiijven werd het volgende antwoord, onderieekend door bisschop Dr. Billing van Lund en door den predikant Ds. Thulln van Ortosta, gezonden:

Drie honderd vijf ig Zweedsche predikanten, in een officieel convent te Lund vergaderd, zenden met dank voor den ontvangen groet wederkeerig den warmsten groet van trouwe wapenbroederschap van het Evangelisch geloof tot redding en sterking van het getneenschappeijk erfdeel der reformatie in de tegeowoordige ernstige crisis. Lux lucet in tenebris (het licht blinkt in de duisternis). Ook wij zingen trots alles, vast in het geloof en vervuld met hoop:

Het Rijk tnoet ons toch blijven*. Een bemoedigend woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 november 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 november 1919

De Heraut | 4 Pagina's