Naar aanleiding van

Amsterdam, 12 Novemher 1919.

Naar aanleiding van de afkeurende motie, die de Ring Sneek en omstreken van onzen Gereformeerden Jongelingsbond aannam tegen het bekende Instituut van Dalmeijer tot zelfontwikkeling, en die wre op verzoek van dezen Ring in De Heraut opnamen, heeft de heer Dalmeijer aan enkele vooraanstaande mannen onder ons een oordeel gevraagd over dit Instituut, en hij verzoekt ons nu, bij w^ijze van eereherstel, dit oordeel evenzeer in ons blad te plaatsen.

Aan dit verzoek willen we gaarne voldoen. Het oordeel dezer heeren luidt aldus:

Het Nationaal Instituut voor Zelfontwikkeling (voorheen Dalmeijer's Instituut voor Zelfontwikkeling) vraagt ons om ons oordeel over zijn Cursussen ea onze aanbeveling.

Die geven wij in het volgende:

Deze Cursussen stellen zich ten doel in den geest van den Cursist den strijd aan te binden tegen besluiteloosheid, weifelzucht, halfheid, traagheid, tegen gemis aan voortvarendheid en cordaatheid. Dit doel is te prijzen. Vooral waar Concentratie van den geest zoo noodig is om te kunnen woekeren met zijne talenten zoowel in den dienst van Gods Koninkrijk, in den dagelijkschen arbeid, voor handel en bedrijf en in het gezin, juichen wij het doel van dit werk toe.

Of dat doel te bereiken is? Wij hebben het voor ons zelf niet noodig gevonden het te beproeven. Maar zeer talrijk zijn de getuigenissen van hen, die zeggen er uitstekend baat bij te hebben gevonden. En bij persoonlijk onderzoek werd ons dit mondeling met overtuiging door hoogst geloofwaardige menschen bevestigd. Wij kunnen ons dit zeer goed verklaren en raden dus het middel zelf, den inhoud en de methode zohder eenig bezwaar aan.

Of wij daarmee nochtans dezen Cursus, zooals hij daar ligt, zonder voorbehoud aanbeve ?

Niet zonder voorbehoud. Immers is hij geschreven in de taal en uitdrukkingswij je van den wereldschen wijze, zonder beslist Bij beischen ondergrond. Dit geeft twee bezwaren: Ie. de Christen dient zich bij alle diepere voornemens wel duidelijk bewust te zijn van het > Bid en werkc. Dit geschiedt hier niet. 2e. Deze Cursus bevat afwijkende beschouwingen en zegt ook overigens goede dingen op voor ons vreemde, een enkele maal zelfs stuitende wijze.

Liefst zagen wij, dat de Heer Dalmeijer het geheele werk opnieuw liet opbouwen in aansluiting aan de Christelijke gedachte en terminologie b.v. van onzen Catechismus door een geoefend ethicus. Dan werd deze Cursus een practisch raadsman, die ons kon leeren hoe wij in gebed en naarstigheid ons konden reinigen van de genoemde slechte gewoonten, die ons, niet het minst ons Nederlanders, vaak deerlijk in den weg zitten.

Met dezen wensch heeft de Heer Dalmeijer zich in beginsel gaarne vereenigd, doch wij erkennen de moeilijkheden, die een dergelijke bewerking belemmeren.

Zoolang wij die dan ook niet hebben, bevelen wij deze Cursussen toch met vrijmoedigheid aan, doch met dit voorbehoud dat men ze gebruikt met gave des onderscheids en, wanneer minder onderlegden en knapen ze gebruiken, dit dient te geschieden onder leiding van mannen en vrouwen van dieper kennis en inzicht.

Onder deze beperking gebruikt, kunnen zij in dezen tijd van geestelijke vermoeidheid en verzwakking, ook in onze kringen tot nut en zegen ziJQ, gelijk zij dat voor duizenden reeds zijn geweest.

(i.g.) H. BAVINCK.

(i.g.) H. J. VAN WIJLEN,

(i.g.) A. JONKMAN,

(i.g.) J. E. VONKENBERG.

Amsterdam, 6 October 1919.

Zooals men ziet, is de aanbeveling van dit Instituut niet dan onder zeer ernstige reserve gegeven, want er wordt erkend, dat de Bijbelsche ondergrond, die toch voor de karaktervorming zeker van het grootste belang is, bij dezen cursus geheel ontbreekt.

Mogen we hier nog aan toevoegen, dat dit oordeel ook vrijwel langs de quaestie, waarom het gaat, heenglijdt. In de motie van afkeuring van den Sneeker ring werd niet gesproken over deze cursussen, maar over »de lectuur door Dalmeijer's Instituut verspreid en aanbevolen", die »de doorwerking van de beginselen der 'nieuwe Theosophie bevordert*

Da zaak is nl. deze, dat de heer Dalmeijer, die dit Instituut voor Zelfontwikkeling heeft opgericht, tegelijk uitgever is, die verschillende werken uitgeeft en aanbeveelt, welke zoogenaamd mede dieneri moeten om den mensch tot deze zelfontwikkeling te brengen. Aan degenen, die deze practische cursussen volgen, wordt deze lectuur warm aanbevolen om het beoogde doel: de zelf-ontwikkeling te kunnen bereiken. En al dragen deze practische cursussen zelf een neutraal karakter, deze litteratuur van Dalmeijer is zeker allerminst neutraal. Ze heeft zeer bepaald de strekking om, zooals de bedoelde Ring het uitdrukte, de beginselen der nieuwe Theosophie te bevorderen. Zelfs kan nog sterker gezegd worden, dat de heer Dalmeijer, altoos onder de leus, dat de mensch tot ontwikkeling van al de krachten, die in hem schuilen, komen moet, daartoe allerlei zeer gevaarlijke middelen aanbeveelt, als magnetisme, telepathie, hypnotisme en zoïsme. Van welken aard deze litteratuur is moge uit een enkel voorbeeld blijken. In een boekje door hem uitgegeven onder den titel «Gezondheid, vrede, kracht, geluk, succes is binnen in u< en^dat geschreven is door Mrs. Elisabeth Towne, wordt gezegd, dat de daarin aangeprezen methode niet falen zal om den ernstigen beoefenaar een overvloed van kracht te onthullen in zich zelven, die hem duidelijk en ten volle zal bewijzen, dat het woord: »het Koninkrijk der hemelen is binnen in u* geen holle phrase is. Dit nu is ergerlijke profanie, want deze wonderbare kracht bestaat niet in de werking des Heiligen Geestes in ons, maar volgens de schrijfster daarin, dat het solar plexus (dat wil zeggen het zenuwcentrum achter de maag) trilgolvingen van scheppende kracht uitstroomt. Omdat de mensch dit solar plexus bezit, noemt de schrijfster den mensch »de zon van Godt en schrijft ze zelfs op blz. 16: »door oefening kunt ge uw zonnecentrum (d. i. dit zenuwcentrum) leeren, steeds den wil tot het goede te doen uitstroomen. Op deze wijze heb ik den hemel gevonden. Laat uw licht alzoo schijnen, dat de menschen uw goede werken zien en zeg tot u zelve: Ik ben God, die in den hemel is.f (blz. 16).

Van verdere aanhalingen uit deze geschriften zullen we ons onthouden. Er blijkt genoeg uit deze aanhalingen, dat achter deze methode van zelfontwikkeling, zooals de heer Dalmeyer haar aanpredikt, zeer gevaarlijke elementen schuilen. Gevaarlijk niet alleen uit religieus, maar ook uit psychologisch oogpunt. Want telepathie, suggestie, magnetisme, en wat meer van »occulte< krachten tot deze zelfontwikkeling hier worden aanbevolen, zijn waarlijk geen onschuldige zaken.

En nu kan men natuurlijk wel zeggen, dat ieder de practische cursussen tot zelfontwikkeling door het Instituut gegeven, volgen kan, zonder van deze lectuur kennis te nemen of daardoor zich te laten beïnvloeden, maar het h toch o. i. niet zonder gevaar, wanneer men jonge menschen, door dit Dalmeyer's Instituut aan te bevelen, bloot stelt aan een leiding, die zulke lectuur hun aanbeveelt als het ware middel om tot zelfontwikkeling te komen.

Vermoedelijk zullen de heeren, die dit oordeel onderteekenden, alleen kennis hebben genomen van de zoogenaamde »practische cursussen", maar niet van de »lectuur* die door Dalmeyer verspreid en in deze cursussen wordt aanbevolen, anders zou een zeer scherpe veroordeeling van deze lectuur zeker niet ontbroken hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen