Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Comma Joanneum.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Comma Joanneum.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder het »Comma Joanneum" verstaat men de bekende plaats uit I Joh, 5 : 7, waar de textus receptus, die door onze Statenoverzetters gevolgd is, te lezen geeft: gt; Want drie zijn er, die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest en deze drie zijn één, " Zooals degenen, die met de tekstcritiek van het Nieuwe Testament op de hoogte zijn, weten, meenen schier alle nieuwere uitgevers van den tekst van het Nieuwe Testament, dat deze woorden niet van den Apostel Johannes afkomstig zijn, en worden deze woorden daarom weggelaten. Ook in de herziene vertalingen geschiedt dit zoo goed ais eenparig. Het wordt zelfs als een bewijs van verregaande achterlijkheid beschouwd, wanneer men voor de > duidelijke bewijzen" dat deze tekst onmogelijk echt kan zijn, niet het hoofd buigt, In alle beteekenisvolle handschriften van het Nieuwe Testament, die we bezitten, ontbreken toch deze woorden. En daarom, zoo heette het, was het voor ieder deskundige nu eens en voor goed uitgemaakt, dat deze tekst in den Bijbel niet hoorde. Het was een later insluipsel. En zelfs in onze kringen, wanneer men op de noodzakelijkheid van een nieuwe Bijbelvertaling wees, deed dit Comma Joanneum niet zelden opgeld. Wie als wetenschappelijk man wilde gelden, verklaarde althans dezen tekst voor onecht.

Het is misschien wel goed er daarom op te wijzen, dat dit > wetenschappelijk vonnist volstrekt nog niet zoo vaststaat. In de bekende uitgave Tekst en Uitleg, Praktische verklaring van het Neuwe Testament onder leiding van Prof. Dr. A. van Veldhuizen uitgegeven, is thans verschenen een nieuwe vertaling en toelichting van den tweeden brief van Petrus, de brieven van Johannes en den brief van Judas, bewerkt door Drs. J. Willemze. Hierna wordt het comma Joanneum wel degelijk in den tekst weer opgenomen en op blz. 45 wordt hiervan rekenschap gegeven. Terecht wijst de schrijver er op, dat het zeker is, dat de Kerkvader Cyprianus, die in de derde eeuw leefde, deze woorden vóór zich gehad heeft in een Latijnsch handschrift en het dus vaststaat, dat deze woorden niet eerst in den tekst zijn ingelascht, zooals wel beweerd is, ten gevolge van den Ariaanschen strijd over de Drieeenheid. Hoe het komt, dat deze. woorden dan toch in de handschriften ontbreken, verklaart hij zeer natuurlijk door dwaling van het oog des afschrijvers na onderbreking van den arbeid. Het sterkst echter is zijn argumentatie, wanneer hij er op wijst, dat wanneer men deze woorden weg laat, noch het voorafgaande noch het volgende meer zin heeft, en reeds daaruit afdoende blijkt, dat de bedoelde woorden tot den oorspronkelijken tekst behoord hebben.

Natuurlijk hangt van dezen tekst niet het leerstuk van de Drieeenheid af, ook al komt deze nergens in de Schrift tot klaarder uitdrukking dan hier. Ook al zou deze plaats metterdaad onecht wezen, dan blijft het leerstuk even vast voor ons staan, omdat er tal van andere teksten zijn, waaruit hetzelfde ons blijken kan. Of liever nog, de belijdenis der Kerk van de Drieeenheid Gods rust niet op enkele teksten, maar op de openbaring, die in heel de Schrift ons gegeven wordt aangaande het wezen Gods. Maar wel is het van belang er op te wijzen, dat men toch niet al te spoedig voor de zoogenaamde resultaten der critiek uit den weg moet gaan, wanneer zij den een of anderen tekst voor »onecht € verklaart. De rijke schat van handschriften, die het onderzoek aan het licht heeft getracht en die zoo nauwkeurig onderzocht zijn, heeft zeker veel er toe bijgedragen om den tekst van het Nieuwe Testament nauwkeuriger vast te stellen. Tegen dezen critischen arbeid hebben we op zichzelf geen enkel bezwaar. Integendeel, deze critische arbeid, die niet de echtheid der Schrift zelf raakt, maar alleen den ons overgeleverden tekst, heeft groote beteekenis, omdat we daardoor dichter komen bij den oorspronkelijken tekst die voor ons verloren is gegaan. Maar de fout was alleen, dat men op deze handschriften, waarin de tekst ons is overgeleverd, afgaande, te spoedig meende tot een. vaststaand resultaat te zijn gekomen, en vooral dat men daarbij te veel de uitwendige critiek liet beslissen en te weinig op den gedachtengang van den schrijver lette. De heer Willemze heeft o, i. volkomen terecht op deze fout gewezen. De al of niet echtheid van een tekst hangt niet alleen af van het aantal handschriften, waarin die tekst wordt gevonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 december 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Het Comma Joanneum.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 december 1919

De Heraut | 4 Pagina's