Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR. H. BAVINCK, CHRISTENDOM, OORLOG. VOLKENBOND. Utrecht — G. J. A. Ruys — 1920

Al gaat het in deze brochure van even 70 biadjijrien over oorlog en volkeübond, tcch is zij noch onder de ooriogs-, noch onder de poiitieke-liie'atuur ie schikken, en ook niet onder ds chris'-elijke zonder meer. Moest ik haar onder een naast-liggeod literatunrgt-nre brengen, het zou wezen het cbristelijk-eihische.

Opdat wellicht sommigen mijoer lezers met dit onder-dak brengen niet terstoods de kluti zullen kwijt raken, wil ik er even bij zeggen, dat ik «ethischt hier niet neem in tegenstelling met > gereformeerde.

Ik bedoel er alleen mee, dat deze brochure zich beweegt op het gebied der christelijke', nader nog der christelij k-gereformeerde of der gereformeerd-christelijke ethiek oftewel zedekunde.

Ik heb mijn bijzondere redenen om het ethisch karakter dezer brochure goed te doen uitkomen.

Ware zij toch uitsluitend oorlogsliteratuur, dan zou ik, wijl deze, ea dat is maar gelukkig ook, niet meer up to date is, het mijn plicht achten er geen woord over te schrijven. Ware zij uitsluitend staatkundige literatuur, dan zou ik, wijl DE HERAWT geen politiek blad is, het evenzoo mijn plicht achten het over-haar-schrij ven na te laten.

Maar het staat nu anders, en daarbij komt nog iets, waardoor ik niet aUeen uit plicht, maar ook met neiging over Yin. B.AVINCK'S brochure hier ga schrijven.

Wie toch onderwerpen als «oorloge en »volkenbond* onder het aspect der christelijke moraal beziet en dan deze onderwerpen, vanuit de christelijke ethiek, voor anderen ? vil belichten, dient met ze vertrouwd, en op de gebieden, waaraan ze verwant zijn, om het op zijn zachtst te zeggen, geen vreemdeling te wezen.

Als indirect bewijs voor de juistheid dezer stelling, zou ik kunnen verwij jen naar pubUcaties uit de oorlogsjiren, ook van Christelij ken kant, over den »wereld oorlog» waarin, hoe goed ook bedoeld, het probleem van den oorlog eer vertroebeld dan verhelderd, werd, en die daardoor een bewijzend teeken waren, dat haar auteurs met het onderwerp zelf niet of niet genoegzaam vertrouwd waren en op de aan het onderwerp verwante gebieden verkeerden ais 'n kat, bij haar eerste vluchtig bezoek aan een eerst na laag vertoef, voor haar soortgenooten interessant pakhuis.

Aan het schrijven over onderwerpen als oorlog en volkenbond zit nu eenmaal heel wat vast. Ik denk hier o. m. aan de regeetkunst, en de ekonomie, zooals ik, indien ik het thans over belletrie had, zou denken aan de esthetiek.

Voor het kunnen is, om het er niet al te s'echt af te brengen, het kennen, voor de piaklijk de theorie onmisbaar.

In dien zin is het waar, dat de leer aan het leven vooraf gaat.

R.chtig en waar denken is een kunst, maar voor haar beoefening is kennis van > de kunstleer van het denken* of de Logica lang met overbodig.

Ook regeeren is een kunst, maar ook voor haar beoefening is geschooldheid in staatsleer lang niet zoo overbodig als het in onzen demokratischen tijd, door velen wel gemeend wordt.

Maar genoeg.

De voorbeelden zijn te vermenigvuldigen, en dat, waar ik zoo even op wees, diende dan ook enkel om naar voren te brengen wat er rog bij komt, dat het schrijven over PBOF. BAVINCK'S brochure mij tot 'n plicht maakt, dien ik met genoegen vervul.

Niet alleen toch is de zedelijke baoordeeling, waaraan in deze brochure het handelen der menschen, die den Wereldoorlog hebben gevoerd en deD Volkenbond stichtten, wordt onderworpen, mij een toonbeeld van bezonken en bezonnen kritiek, maar ook aan BAVINCK'S vertrouwdheid met de objecten dier beoordeeling ea zijn TVèl thuis zijn op de gebieden waaraan iij verwant zijn, ontleent deze brochure voor mij haar waarde, 'n Waarde, die niet weinig vermeerdert doordat die objecen op hocger plan komen te staan, wijl aan hun nauwgezette waarneming zich paart de inverbandzetiing met die eerste of wilt ge laatste gronden en oorzaken waartoe ziJQ gerijpt christelijkdenken is opgeklommen.

Aan de machtige bekoring, die door dit alles van DE. BAVINCK'S CHRISTENDOM, OORLOG, VOLKENBOND op mij uitgaat doet de omsiaodigheid geen afbreuk, dat deze verhandeling, gelijk ia bet NASCHRIFT staat, > ten vorigen jare werd opgenomen in de November-en Decemberafl-vering van STEMMEN DES TWDS". Het is toch met deze verbandelmg nièt als met die bellitristische werken welke men, na lezing, opberg» om er nimmer meer zelfs naar te kijken, of ook, wat met dergelijke kunst-producten ik nog al eens doe, ze cadeau-tegeven, maar als met die, welke men zuinig bewaart, telkens weer eens naar grijpt en waarvan het herlezen dan nieuwe genieting geeft.

Is daa het latere formaat van zulke werken nog handiger voor het gebruik dan het vroegere, des te beter.

«Voor een rechte beoordeeling van den oorlog, die achter ons ligt, is het Christelijk geloof niet ionder beteekenis", — aldus PROF. BAVINCK op p. 21 van deze zijn verhandeling.

Op de voorafgaande bladzijden heeft hij het over wat 'n Duitsch geleerde zou noemen: »Van den oorlog überhaupt".

Op die bladzijden wordt dan ten eerste het standpunt van het O. T. ten aanzien van den oorlog omschreven en daarbij o. m. ook naar de krijgswet in Deut. 20 : 1—20 verwezen. Ten tweede wordt daar aangetoond, dat men te veel uit het N. T. zou aflsiden wanneer men beweerde, dat JEZUS en Zijn Apostelen eiken oorlog hebben veroordeeld.

Na dus de Schrift ten aanzien van den oorlog voorop te hebben gezet, onderscheidt hij onder de Christenen ten opzichte van de meening omtrent den oorlog, vier groepen.

Een, voor wie de oorlog niets met het Evangelie te maken heeft. E-n groep, die bij de Goostieken begint en doorloopt tot aan de hedeadaagsche dienstweigeraars.

’n Andere, die eveu'eer de antithese tusschen Gemeente en wereld cüs ziende, van meening is, dat de N.-Tische moraal en de moderne CuttuurtoestandfU volstrekt onvereenigbaar zijn.

’n Derde, die deze antithese wel ziet, maar haar toch zoekt op te heffen in een syothese, en dan meent, dat christen en meoscb. Gemeente en wereld elk hun eigen moraal hebben en dat . bij wat ik deze > dubbele moraal" zou willen noemen, de oorlog slechts is te rechtvaardigen bij opzijdezetting van de christelijke door de wereldsche moraal.

Ea eindelijk 'n vierde groep, waartoe zij behooren, > die een organisch verband trachten te leggen tusschen de Christelijke moraal en heel het menschelök leven, en dan de Christelijke moraal hervormend en vernieuwend willen laten inwerken op de gansche, ook op de hedendaagsche cultuur", (p. 11 eu 12). Van de opvatting, die in deze laatste groep voorzit, schrijft BAVINCK, idat ze ongetwijfeld het meest in de lim ligt welke door AMBROSIIJS, AUGÜSTINUS, THOMAS VAN AQUINO en CALVITN aangegeven werd en door de officieele kerken gevolgd is.”

Zij allen toch", voegt hij bier aan toe.

„handhaven het recht van den oorlog evenals van de overheid en dea eed, die ook eerst door de tonde noodzakelijk zijn geworden.

Hij merkt daarbij op, dat zij het recht van den oorlog beperken tot den „rechtvaardigen oorlog" en daarbij eea viertal regels stellen, welke hij op p. 12 en 13 vermeldt.

„Voortreffelijke biginsekn, welke, indien zij ingang en toepassing haddr n gevonden, de oorlogen in het gekerstend Europa zeker minder talrijk en ook minder hadden doen zijn”.

Dat dit niet is geschied, „is voor de belijders van het Chnsiendom een oorzaak van schaamte en droefenis, maar kan toch niet al te teleurstellend zijn, als we lettea op den toestand waarin, volgens de Schrift, van wege de sonde., wereld en merschheid verkeeren." Iets wat dan eerst voor hst naiuur-en daarna voor het mecsch-leven, met hun strijd en lijden, nader wordt toegelicht.

Ia verband met dit tweeërlei lijden en strijden ihebben", zoo herinnert hier BAVTSCK, ivelen vroeger en later de noodzakelijkheid en de doelmatigheid vaa den oorlog geleerd". Hij toont dit dan aan uit de geschiedenis der vóór-christelijke en anti-christehjke wijsbegeerte. HERAKLITUS met zijn: ide strijd is tie vader der dingen" gaat voorop, HoBBÉS en SPINOZA, HEGEL en ST.RNKR, DARWIN en NIETZ-CHE volgen.

Als terloops uit PROF. BAVINCK hier terecht 'iJQ verbazing, dat met deze beschouwingen omtrent den oorlog, gedurende de laatste oorlogsjaren, ook bedienaren van het Evangelie hun nstemming betuigden en zelfs »een lofzang aanhieven tot zijn verheerlijking". Wel ontkent hij niet, dat in die beschouwing »ook een korreltje waarheid valt te omdckken". iVoor het wijsgcerig nadenken toch is ook het ontstaan van een oorlog geen toeva', maar heeft zija oorzaken.

»Het is met den oorlog als met alle natuurlijk en zedelijk kwaad".

Maar, en weer terecht, wijst hij er op, »dat het een groot verschil maakt uit welk gezichispunt men dit natuurlijk en zedelijk kwaad beschouwt”.

Dat verschil omschrijft hij dan aldus: »In het pantheïstische evoluiiebj'steem zijn ze (deze kwaden), noodzakelijke en nuttige elementen voor de omwikkeling en vooruitgang: voor het ihtïsme zijn ze wederrechtelijke versc^ ij iselen, die desniettemin onder Gods Almachtig en liefderijk bestel ten goede kunnen medewerken".

„De laatste beschouwing heeft haar grondslag in de Heilige Schrift”.

Hiermede zijn wij terug op p. 21 der verbandelmg.

Na dus de norm of maatstaf ter beoordeeliog van den oorlog aan de Schrift te hebben ontleend, gaat PROF. BAVINCK m het volgfnd deel iijoer verhandeling naar deze norm dien oorlog m zijn oorsprong, voortgang en einde beoordeelen, welke »in 1914 over de wereld losbrak". Maar daarover een volgend maal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 maart 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 maart 1920

De Heraut | 4 Pagina's