Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het heilige lot.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het heilige lot.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het lot wordt in den schoot geworpen, zegt de Spreuken-dichter, maar het geheele beleid daarvan is van den Heere, om daarmede uit te drukken, dat zelfs datgene, wat ons het meest toevallig schijnt, zooals het vallen van het lot, toch afhankelijk is van den Heere onzen God, onder wiens voorzienig bestel zelfs het meest toevallige staat.

Het gebruik van het lot is dan ook volkomen geoorloofd, wanneer er deeling moet plaats vinden tusschen goederen, waarop ieder evenveel aanspraak kan maken. Zoo wordt het lot in de Schrift telkens gebruikt, en de Spreuken-dichter wijst zelfs uitdrukkelijk op dit gebruik van het lot, wanneer hij zegt, dat »het lot de geschillen doet ophouden en scheiding maakt tusschen machtigen". (Spr. 8:18).

Zelfs kan er een heilig' gebruik van het lot gemaakt worden om als 't ware een beslissing van God den Heere te vragen, zooals geschied is, toen een nieuwe Apostel in de plaats van Judas Iscarioth gesteld worden moest en de Apostelen, na eerst met de gemeente een tweetal candidaten te hebben gesteld, nu door het lot lieten uitwijzen, wie naar Gods bestel de opvolger van Judas zou wezen. Wanneer ook nu nog bij de verkiezing van een ambtsdrager de stemmen staken en geen andere wijze van oplossing kan gevonden worden voor de moeilijkheid, bestaat er geen bezwaar tegen om het lot te werpen en daardoor de beslissing aan God den Heere over te laten.

Maar wat niet geoorloofd is en door onze Kerken steeds als een misbruik van het lot is veroordeeld, is, om wanneer men staat voor de vraag, of iemand schuldig is of niet aan een hem ten laste gelegd kwaad, dan, wanneer geen andere uitweg mogelijk is, het lot te werpen, om als 't ware een Godsoordeel uit te lokken. De heidensche matrozen aan boord van het schip, waarop Jona vluchtte, hebben wel dit middel toegepast, toen een zware storm het schip overviel, om te weten te komen, door wiens schuld dit onheil over hen kwam, maar zal al heeft God dit middel gebruikt om den schuldige toen aan te wijzen, doordat het lot op Jona viel, toch geeft dit ons geen recht om ook aldus te handelen.

Het werpen van het lot om over iemands schuld of onschuld door een Godsoordeel te laten beslissen, is een Heidensch misbruik, dat door de Kerk steeds en terecht als een verzoeken van God is afgekeurd. In de Schrift zelf vinden we dan ook, behalve in het geval van Jona, waar dit door Heidenen geschiedde, geen ander voorbeeld. Dat de Urim en Thummim, die de Hoogepriester droeg, gebruikt zijn om onbekende schuldigen aan te wijzen, zoo als blijkt uit het geval van Achan en evenzeer uit het geval van Jonathan, is juist, maar hoe dit geschied is en waarin deze Urim en Thummim bestonden, blijkt niet Bovendien behoorde dit tot de buitengewone bedeeling, waaronder Israel leefde, en kan dit voor ons evenmin tot een voorbeeld wezen, als dat onder Israel door een Godsoordeel moest uitgemaakt worden, of een vrouw, die van overspel beschuldigd was, metterdaad schuldig was of niet. Wie zou, wanneer een dergelijke vraag thans voorkwam, tot ditzelfde middel de toevlucht durven nemen, om uit te maken, of zulk een vrouw gezondigd had of niet?

Wanneer de Kerkeraad ook na ernstig onderzoek van de zaak, waarover de beschuldiging gaat, geen uitspraak kan doen, omdat er geen afdoende bewijzen voorhanden zijn, dan heeft hij, evenals de gewone rechter, zich hierbij neer te leggen. Er kan den beschuldigde op het hart worden gebonden de waarheid te spreken; zelfs zou desnoods onder eede de verklaring kunnen worden gevergd, dat de beschuldigde verklaarde geen schuld te hebben; maar verder gaan kata en mag de Kerkeraad of predikant niet. En in geen geval mag dan het lot worden geworpen, om over de schuld van den aangeklaagde uitspraak te doen. I; Jiet alleen omdat de Schrift ons hiertoe geen recht geeft en dusdanig gebruik van het lot een verzoeken van God is. maar ook omdat we geen de minste, zekerheid hebben, dat het lot dan wezenlijk den schuldige zou aanwijzen. Want al is het «beleid van het lot» in de hand des Heeren, daaruit volgt niet, dat God door middel van het lot den schuldige zal-aanwijzen, zelfs niet, al is hierom van te voren gebeden. God kan, juist omdat Hij het gebruik van het lot voor zulke beslissingen niet wil, door het lot een beslissing laten geven, die ons op een dwaalspoor zou brengen. Ook het beroep op het geval van Jona gaat niet op, omdat vooreerst het gebruik van heidensche matrozen voor ons geen regel mag wezen, en ten tweede, omdat, al heeft God toen door het lot den schuldige aangewezen, daaruit niet volgt, dat Hij dit steeds zal doen.

Dat iemand, ook wanneer hij schuldig is, dan vrij uit zou kunnen gaan, hoewel hij door een opzettelijke leugen die schuld nog verzwaard heeft, is volkomen waar. Maar onder onze aardsche rechtsbedeeling kan dat niet anders. Ook bij de gewone rechtspraak komt dit telkens voor. En men vergete daarbij niet, dat al ontkomt zulk een schuldige aan den aardschen rechter, hij daarom nog niet den hemelschen Rechter ontgaan zal, wiens oordeel te zwaardet| al wezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 mei 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Het heilige lot.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 mei 1920

De Heraut | 4 Pagina's