Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Nieuwe Courant stond het volgende stuk over Dr. A, Kuyper's'beteekenis voor het Calvinistische volksdeel; dat we hier gaarne overnemen.

Nu Dr. Kuyper is heengegaan, treedt het duidelijker dan ooit aan den dag, welk een groote vereering het calvinistisch volksdeel aan deze groote figuur toedraagt. AI was hij het laatste tiental jaren meer en meer op den achtergrond getreden, toch vergat men hem en zijn werk niet. Dat zou ook niet kunnen, want de persoon van Dr. Kuyper is zoodanig verweven met de geschiedenis van de opkomst der Antirevolutionaire partij, den schoolstrijd en de doleantie, dat men aan deze drie niet kan denken zonder dat zich de persoon van Kuyper op den voorgrond dringt. Men schat zijn beteekenis voor deze drie niet naar waarde als men zegt dat hij daarin een groot aandeel heeft gehad. Hij was er de ziel, de drijfkracht van. Zonder hem zijn zij ondenkbaar.

Wat het calvinistisch volksdeel in Nederland in Kuyper zag, was niet een bekwame' politicus en theoloog, een welsprekend redenaar met veel kennis en inzicht. Zeker ook dat, maar dergelijke mannen heeft het er meer gehad. In Kuyper zag het oneindig veel meer. Hij was de Mozes die het uitleidde uit het huis der dienstbaarheid, de profeet die door zijn woord hen wist te bezielen tot groote daden, de denker en geleerde die het calvinisme kleedde in een nieuw gewaad en die nieuwe terreinen ontdekte waar het zijn beginselen kon doen gelden, de staatsman die den strijd voor de vrije school mede als zijn levenswerk beschouwde, de theoloog, die niet alleen in zijn studeerkamer schreef over theologische en kerkelijke vraagstukken, maar die ook zijn getrouwen durfde oproepen om met hen te strijden voor de zuivering der kerk. Dit alles en nog zoo veel meer zag men in hem dien men ging beschouwen als den van God gegeven leider. Men heeft wel eens gespot met dien naam, doch hij die iets kan voelen voor de vereering die het calvinistische volk had voor Kuyper, een vereering die zich niet beperkte tot Kuyper den staatsman, maar idie oneindig veel meer omvatte, die zal ook hierin niets vreemds vinden.

De tijd is nog niet daar dat de historie over een man als Kuyper, die door de eene groep hartstochtelijk vereerd en door de andere niet minder hartstochtelijk gehaat wer3, een onbevangen oordeel kan vellen. Wij willen hier ook geen oordeel geven, doch wensohen ons te beperken - tot de verhouding van Kuyper tot het calvinistische volksdeel.

Wil men leeren verstaan waaraan de aanhankelijkheid en liefde waarmede breede kringen van ons volk dezen grooten man aankleefden, haar ontstaan te danken hebben, dan moet met den blik terugwerpen op den tijd die nu 50 en 60 jaar achter ons ligt. Nederland van 1860 en 1870 is niet hetzelfde als Nederland van 1910 en 1920. Men behoeft de groote verdeeldheid, die zich in onzen tijd op allerlei gebied openbaart, niet te bewonderen, 'doch de verhoudingen van nu zijn o.i. beter en eerlijker dan die in het Nederland van 1860. We geven toe er was in dien tijd uiterlijk meer vrede en eensgezindheid dan nu, maar waren dat niet meer uiterlijke kenteekeningen dan afspiegelingen van de werkelijkheid? Mi? te de breede massa niet allen invloed in de kerk zoowel als in den staat en waren er niet valerlei coterietjes die in allerlei kring den toon aangavon' Er was veel halfslachtigheid en gebrek aan dijrf Men was wars van uitersten en trachtte in alles den veiligen middenweg te bewandelen. De letterkundige voortbrengselen uit dien tijd geven ons geen hoog denkbeeld van het Nederland van dien tijd. Er heerschte alom een geest van beaepenheid, dufheid en onwaarachtigheid. De traditioneele orthodoxie heerschte nog in naam, doch zij miste kracht en leven omdat bij velen de orthodoxie niet meer was • oen sleur en een conventie, ivaarmee men niet durfde breken om de buitenwereld, doch waaraan men voor het innerlijk gemoedsleven geen waarde hechtte.

De moderne theologie, die in 1860 in ons land openlijk optrad, brak met het geloof aan al die oude begrippen en uitdrukkingen, die voor velen slechts klanken waren, waaraan zij geen geloof meer hechtten. De scheidslijn, die men vroeger niet had willen erkennen, was nu voor ieder zichtbaar. Het opkomen der moderne richting noopte ook de orthodoxie zich opnieuw te bezinnen op den inhoud der oude dogma's. De uitersten, de calvinisten, die in de Ned. Herv. Kerk bijna geen invloed meer hadden, namen vooral na 1870 voortdurend in kracht toe. Het was de natuurlijke reactie van de uitersten der orthodoxie op het ontstaan der moderne richting. De calvinistische orthodoxie leefde riog in breede volkslagen ten plattelande, doch het ontbrak haar aan leidslieden. De ontwikkelden hielden er geen rekening mee en besehouwdeii het als een speciaal verschijnsel-van de Veluwe en dergelijke streken. In de kerkelijke besturen en aan de universiteiten was het niet in tel. Kuyper heeft dat overblijfsel uit de 17e eeuw nieuw leven ingeblazen. Hij heeft de orthodoxe massa weten te bezielen, hij heeft haar weggehaald uit haar conventikels, heeft haar idealen geschonken en den drang tot organisatie bijgebracht." Hij heeft haar niet alleen het contact met het groote verleden doen gevoelen, maar heeft haar ook het besef bijgebracht dat het calvinisme nog een roeping heeft voor den modernen tijd. In de „Heraut" schreeèf hij week aan week zijn artikelen, een taak van zoo grooten omvang, dat een normaal mensch daaraan voor zijn dagelijkschen arbeid genoeg zou hebben. De hoofdartikelen, die hij in dit blad schreef, vulden de geheele voorpagina en daarnaast schreef hij dan nog zijn meditaties. In die hoofdartikelen trad de diepe denker en theoloog naar voren, die bij de ontwikkeling van zijn denkbeelden blijk gaf van zijn groote geleerdheid. In de meditaties beluisterde men de stem van de mystiek en van den innig godsdienstigen mensch.

Die hoofdartikelen, die steeds deel uitmaakten van een lange reeks, zijn later in boekformaat uitgegeven en uitgedijd tot breede standaardwerken. De meditaties zijn eveneens gebundeld en worden door het calvinistische volk nog steeds druk gelezen, niet alleen in ons land, maar ook daarbuiten, met name in Amerika en Hongarije.

Op alles wat hij deed zette Kuyper den stempel zijner persoonlijkheid. Waar hij een rol speelde was het steeds een hoofdrol, zoo ook in de kerkelijke beweging die men aanduidt ^met den naam van doleantie. We hebben boven reeds geschetst hoe het in ons land met de kerkelijke toestanden in de jaren voor de doleantie gesteld was. Een man als Kuyper kon zich bij die toestanden niet neerleggen. Hij, die als theologisch student een bekroning ontving voor zijn beantwoording der door de Groningsche theologische faculteit uitgeschreven prijsvraag óver het werk van Calvijn en a Lasco, kwam in Beesd, zijn eerste gemeente, in aanraking met de calvinistische kleine luyden. Hij werd daar voor het calvinisme gewonnen en van nu af aan wierp hq zich op als de kampioen voor dat calvinisme. Van Beesd ging Kuyper naar Utrecht en reeds daar traden de verschillen tusschen hem en de ethisch getinte theologen, vroeger zijn geestverwanten, aan den dag. Van Utrecht ging het naar Amsterdam, welke stad het tooneel is geweest van Kuyper's meest gewiohtigen arbeid. Hier toch had de doleantie plaats, hier werd de Vrije Universiteit gesticht, van hier uit gaf Kuyper jarenlang leiding aan de Antirevolutionairen en schreef hij zijn hoofdartikelen en driestarren voor „De Standaard". De splitsing lier Vrije Universiteit, die ten tijde der oprichting een ondernemen scheen dat gedoemd was om te mislukken, is later voor de ontwikkeling en den verderen uitbouw van het calvinisme van groote beteekenis gebleken. Kuyper zag in dat, als hij geen eigen gereformeerde inrichting voor hooger onderwijs kreeg, die leiders kon kweeken, de oplossing van het calvinisme slechts tijdelijk zou zijn. Hoewel hij met bijna onoverkoombare moeilijkheden te kampen had en vele zijner medestanders nog niet ten volle beseften welk een groote rol die gereformeerde hoogeschool zou spelen, heeft hij zijn plannen toch doorgezet. Hij heeft er zelf gedoceerd en er een geslacht theologen " gekweekt, dat nu nog spreekt van zijn colleges als van onvergetelijke uren. Dictaten van die colleges van Kuyper doen nu nog de ronde.

T« Amsterdam trad Kuyper met kracht naar voren als strijder voor de zuiverheid der kerk. Daaruit is ten slotte de doleantie mede voortgekomen. Zijn krachtige figuur, die degenen die zijn opvattingen deelden, volkomen beheerschte en zich door hun bezieling gedragen wist, leende zich er niet voor om strijd te voeren met classicale besturen over allerlei formeele quaesties. Hij wilde, ja hij voelde dat hij zieh niet mocht neerleggen bij de besluiten der kerkelijke besturen, die niet stonden op den grondslag der Dordtsche leerregelen. Men heeft het verwijt geuit dat hij revolutionair sturen. Het was echter een optreden dat geheel lag in de lijn van het calvinisme, dat zich alleen gebonden acht door het Woord Gods en zich het recht toeeigent de kerk te zuiveren van die elementen, die h.i. niet op dien grondslag staan. Men moge over het optreden van Kuyper in dé kerkelijke beweging te Amsterdam van ongeveer 1880 tot 1886 en met name over de bekende paneelzagerij denken zoo men wil, men kan niet beweren dat het in strijd was met het calvinisme. Het was juist een uiting van de kloekheid en stoerheid van het oude calvinisme, die onder Kuyper's bezielenden invloed weer naar buiten trad.

Het is ook hoofdzakelijk onder Kuyper's invloed geweest, dat het calvinistisch type, zooals zich dat uit in de gereformeerde kerken, 'aan den dag getreden is en zich geopenbaard he^ft als het zich openbaarde. Vrijgemaakt van het synodale juk kon het calvinisme zich'daar ontplooien naar eigen behoefte. Voor den geest van mijding en onthouding stelde Kuyper in de plaats zijn leuze: Pro Rege, waaronder hij alle levensterreinen voor de eere Gods en voor het calvinisme opeischte. Hij bood een volkomen afgerond stelsel voor alle terreinen des levens, dat steun en vastheid j; af. Kuyper was calvinist in zijn staatkunde zoowel als in zijn theologie en hij wist in beide de juiste snaren bij het calvinistische volk te treffen. Zeker, hÜ heeft door zijn autocratisch optreden menigeen van ^ich vervreemd, maar het calvinistische volk vereerde hem met een bijna bovenaardsche vereerihg. Het zag in hem den held en den man Gods. Voor een deel kwam dat door Kuyper's groote gaven, maar het kwam ook omdat niemand dat volk begreep als hij het begreep.

De buitenstaander die alleen den Kuyper van de politiek kende, zag in hem vaak den starren fanaticus, wien alle gevoel vreemd was. Hij begrijpt die vereering voor Kuyper niet, omdat ihem de psycihc van de calviais4isobje Jdeine luyden ten eenenmale vreemd is. Slechts zij die weten wat er leeft in de ziel van het calvinistische, volk kunnen den religieuzen mensch in Kuyper benaderen, die een andere mensch is dan de mensch Kuyper zooals die ons gewoonlijk afgeschilderd wordt.

In Kuyper verliest het Nederlandsche calvinisme een universeel genie, wiens gelijke het in zijn geschiedenis niet kan aanwijzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 november 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 november 1920

De Heraut | 4 Pagina's