Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus mijn voorbeeld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus mijn voorbeeld

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

WAAROM MOETEN WIJ JEZUS NAVOLGEN?

Omdat wij nu eenmaal „moeten"? Omdat het onze plicht is?

Neene beslist niet! Dan is er alle fleur af. Dan wordt het een grauwe bedoening.

Zeker, wij moeten het voorbeeld van Jezus navolgen. Het is een gebod van God.

Zo moeten man en vrouw elkaar ook liefhebben. Als ze elkander niet liefhebbene doen ze zonde. Maar wanneer zij elkaar liefhebben, omdat het nu eenmaal moet, dan hebben ze elkaar niet lief. Dan is hun huwelijk ontaard in niet veel meer dan wat lichamelijke gemeenschap. Dan is alle schoonheid uit hun verhouding weggenomen.

Zo is het ook tussen ons en Christus niet in orde, wanneer wij er onder zuchten dat wij moeten leven zoals Hij.

Als wij Jezus liefhebben, dan is het onze grootste vreugde, dat wij telkens naar Hem mogen kijken. Wij zien dan vol bewondering naar Hem op. Wij hebben Jezus zo lief, omdat zijn inwendig wezen maar ook zijn inwendig gedrag ons boeit. Het is die grote liefde, dat oneindig geduld, die strakke lijn in zijn leven, die ons boeien. In zijn ogen zien wij iets van het licht van de hemel, waaruit Hij is neergedaald. En het is dat licht, dat dan in ons ook ontsteekt het heimwee naar deze betere, deze zuivere, deze geestelijke wereld, waaruit Hij komt. O ik zou ook zo graag iets in mij hebben van deze bovenwereldse liefde, van deze greep naar de velden der oneindigheid!

Wij willen dan Jezus' voorbeeld navolgen, omdat wij Hem daarmee onze eerbied willen tonen voor zijn heilig leven. Achter onze navolging staat dan de aanbidding van Hem. En als we dan ook maar een klein beetje van zijn heiligheid in ons bemerken, dan zijn we daar zo dankbaar voor, omdat we dan weer even wat dichter bij Hem zijn gekomen, omdat dan even iets van hetzelfde licht, dat altijd door groot en stil in Hem brandt, ook in ons was gaan gloeien.

Trouwens heeft Jezus hel niet verdiend, dat wij Hem uit liefde navolgen? Hij gaf Zich aan ons in de dood des kruises. Zijn liefde overschreed alle maat. Hij redde ons van de verschrikkelijke eeuwige verwerping in de hel. Hij deed dat uit loutere erbarming. Hij was er helemaal niet toe verplicht.

Neen, iemand, die zich door de gemeenschap van het geloof heeft ingeleefd in deze liefdewil van Christus, kan niet anders dan streven naar dezelfde liefde van Christus. Het is de liefde van Jezus, die ons daartoe dringt. Het is moeilijk te beschrijven, hoe dat in zijn werk gaat. Het is dan een kracht, die van Jezus uitgaat langs de weg van het geloof en de liefde, en die ons buiten alle verstands- en wilswerking om naar Hem toe dringt. Inderdaad „dringen" is het juiste woord voor deze geheimzinnige werking. Het lijkt iets op een magnetisch velde waarin je dan gekomen bent. Er gaat dan een zuiging uit van het voorbeeld van Jezus. Wel is er iets in mije wat zich buiten deze sfeer wil plaatsen. Dat is de oude mens in mij. Maar mijn wedergeboren „ik" beweegt zich zo dicht mogelijk naar Jezus toe, om des te sterker zijn aantrekkingskracht te ervaren.

Jezus navolgen wil niet zeggen Hem nabootsen. Dat lijkt mij pretentieus. Zo zijn er mensen, die zich zelf geselen, voornamelijk om te kunnen zeggen: Zo deed Jezus, en ziet eens, ik doe precies hetzelfde. Daar kan zo gemakkelijk hoogmoed bij te pas komen.

Jezus had een geheel andere roeping in deze wereld. Hij moest dus zijn eigen weg gaan. Wanneer wij zouden proberen om Hem ook uiterlijk geheel te volgen, dan gaat het er op lijken alsof wij ons enigszins aan Christus gelijk willen maken. En we vergeten dan zo gemakkelijk de bedorvenheid van ons hart. Want ook al zouden wij b.v. in de geseling ons uitwendig gelijk maken aan Christus, dan is daarmee onze innerlijke houding nog niet hetzelfde. Terwijl wij ons zelf geselen, stijgen toch telkens weer verkeerde gedachten en begeerten in ons naar hoven. Onwillekeurig gaan we ons zelf dan toch geweldig vinden. We zijn toch heel anders dan zovele anderen. Wij zullen dan wel tegen zulke gedachten strijden, maar intussen zijn ze er toch maar. Hoe geheel anders Jezus Christus. Onder de geseling was zijn ziel in zuivere aanbiddende houding tegenover de Vader in de hemel. Geen slechte neigingen vertroebelden zijn houding van volstrekte gehoorzaamheid en onderwerping aan de wil van de Vader. En tegelijk onderging Hij alles uit pure onbaatzuchtige liefde voor ons.

HOE MOETEN WIJ DAN JEZUS NAVOLGEN?

Dat zeg Paulus zo mooi: „Laat die gezindheid in u zijn, welke ook in Christus Jezus was" Fil. 2:5.

Wij moeten dus dezelfde zielehouding aannemen als Jezus Christus. Ja, dat kunnen we natuurlijk nooit helemaal, maar we moeten ons daar telkens weer naar toe opwerken. Wij moeten a.h.w. voortdurend verblijven in de heilige ziel van Jezus en zien hoe dat offerende leven van Christus telkens voortkomt uit die innerlijke gezindheid. Wij moeten vanuit de ziel van Christus meegaan naar zijn heilige daden.

Bij Jezus is de daad ook geheel en al in overeenstemming met zijn gezindheid. Bij ons is dat onmogelijk. Jezus zelf heeft er ons ook voor gewaarschuwd: De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. Maar hoe sterker die geest in ons wordt gemaakt, des te meer macht hij krijgt over het vlees. En onze geest wordt steeds krachtiger, hoe meer wij ons verenigen met de gezindheid van Christus.

Ga dan binnen in de ziel van Christus. Zie daar die zuivere alomvattende liefde. Zie daar zijn reinheid. Zie hoe Hij bereid is om alles te verduren voor de redding der wereld. Zie daar zijn barmhartigheid, die altijd weer bereid is om te vergeven. Zie daar zijn wens tot vrede, vrede tussen God en de mensen, vrede tussen de mensen onderling. Zie hoe Hij in alles de eer van de Vader zoekt. Deze ziel staat zuiver naar buiten gekeerd, naar God en naar de mensen. In Hem zijn geen krommingen, geen half verborgen motieven, geen geheime bijbedoelingen. Alles in Hem ligt open. Hij is enkel licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.

„Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en de mensen gelijk is geworden. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises". Fil. 2:5-8 vooral.

Het is dus deze gezindheid, die wij in ons moeten aankweken: de bereidheid om alles te offeren op het altaar van de gehoorzaamheid. In het Oude Testament zien wij, hoe Abraham hierin een voorafbeelding is van Christus. Wij lezen echter ook van Abraham: „Abraham geloofde God en bet werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend Gods genoemd". Jac. 2:23. Ook Abraham heeft dus eerst in het geloof zich met God verenigd. Zo zag hij de innerlijke gesteltenissen Gods. Zo was Abraham zeker van Gods trouw aan zijn belofte. Zo kon ook Abraham de zware gang naar Moria gaan. Ik geloof nooit dat Abraham naar Moria is getrokken uit „beginsel". Zulk een offer is alleen aanvaardbaar en verheven, wanneer het wortelt in God Zelf. Ik zie Abraham daar voort trekken met de pijn in zijn hart, maar met een heel innig besef van de nabijheid Gods. Zeker, Abraham begreep God niet, maar zijn eenheid met de levende Gode die zijn vriend wase gaf de vastheid aan zijn stappen. Abraham ging vanuit God. Zijn ziel en geest en hart leefden in God.

Zo moeten ook wij leven vanuit Christus. Ook wij moeten leven in Jezus, en pas dan krijgen wij de kracht tot het offer. De glimlach van Christus verzoet dan tegelijk het offer.

Ik wil nog even de tekst aanhalen van 1 Petrus 2:21-25. „Want hiertoe (d.i. tot het dragen van leede dat wij ten onrechte lijden) zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; die geen zonde heeft gedaan en in wiens mond geen bedrog is gevonden; die. als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt; die Zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorvene voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de herder en hoeder van uw zielen".

Wat zit er veel in deze woorden. Wij moeten in de voetstappen van Christus treden. Dus achter Hem aangaan. Hij, de grote kruisdrager, gaat voorop. Hij heeft de baan vrij gemaakt voor mij. Als Hij niet voorop was gegaane dan zou ik aan het einde van een donker en misdadig leven met kruis en al in de verlorenheid zijn gestort.

Ik zie daar de voetstappen van Christus voor mij. Ik zie er nog de bloedsporen in. En stap voor stap ga ik nu achter Hem aan. De weg is steil en gaat over harde rotsen. Maar Jezus gaat mij voor. Jezus, mijn grote vriend en mijn voorbeeld.

„Hij gaf het over aan Hem, die rechtvaardig oordeelt". Ook Jezus leefde vanuit de Vader. Hij kende de rechtvaardigheid des Vaders. Hij was zeker van Zijn God, en daarom zeker van Zichzelf. Slechts op Golgotha verloor Jezus de gemeenschap met de Vader. Daar kon Hij het offer niet meer brengen vanuit de Vader. Daar moest Hij uitroepen: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten!" Daarom is dit een offer geweest zonder weerga. Dit offer kan zijns gelijke niet hebben onder de mensen.

Nog een andere plaats, waar Jezus uitdrukkelijk tot voorbeeld wordt gesteld, is bij de voetwassing. „Indien nu Ik uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen; want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij doet, gelijk Ik gedaan heb". Joh. 13:14, 15. Zoals bij alle gelijkenissen, gaat het ook hier om de kern. Wat bedoelt Jezus daarmee?

Jezus geeft ons hier een voorbeeld van nederigheid en dienende liefde.

In al deze drie citaten wordt telkens de nederigheid van Christus ten voorbeeld gesteld. Inderdaad is de hoogmoed de wortel van alle zonden en als wij er in slagen om iets van de nederigheid en de eenvoud van Jezus in ons leven te verwezenlijken, zal daardoor de beoefening van de andere deugden ook veel gemakkelijker worden.

De bron echter van alle kracht tot levensheiliging blijft de liefde. Daarom zien wij dan ook, hoe Paulns in I Cor. 13 zegt: „De liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen".

Zo moeten wij ook bij Jezus altijd weer zien op de liefde, die Hem bracht tot deze zelfontlediging, tot deze gehoorzaamheid tot de dood des kruises. Vanuit de liefde van Christus kunnen ook wij iets van zijn nederigheid verwerkelijken in ons leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's

Jezus mijn voorbeeld

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's