Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

400 JAAR HEIDELBERGSE CATECHISMUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

400 JAAR HEIDELBERGSE CATECHISMUS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat hebben we eraan?

Twee woor den zijn er, die we in de Heidelbergse Catechismus telkens weer tegenkomen: het woord „nut" of „nuttigheid" („Wat nut ons?" of „Wat verkrijgen wiJ voor nuttigheid?", d.w.z. „Wa t hebben wiJ er aan?") in vijf vragen (36, 43, 45, 49 en 51) en het woord „troost", eveneens in vijf vragen (1, 2, 52, 57 en 58). Uit deze twee woor den blijkt reeds dadelijk, waarom het de schrijvers van de Catechismus te doen was, om de praktijk van het christenleven. Zij wilden geen dogmatiek schrijven in de zin van zuivere-leer-zonder-meer, zij wil den geen „waarheid" verkondigen, waarover men zou kunnen beschikken, maar zij wilden een samenvatting geven van de blijde boodschap van de bijbel, waarmee een mens leven en sterven kan. De Catechismus wil een leerboek zijn voor de praktijk van het leven.

Op goede gronden

Maar als een mens werkelijk iets aan die„troost" zal hebben, als ze hem tot „nut" zal zijn, dan moet die troost ook op goede gronden gebaseerd wezen en dan moet zeinderdaad „waar" zijn, dogmatisch-waar, maar bovenal bijbels-waar. Wanneer in onze tijd velen niet weten, waar ze „troost" moeten zoeken, wanneer er zo weinig zekerheid, geloofs-zekerheid gevonden wordt, komt dit dan niet, omdat men zijn t roost op allerlei menselijke redeneringen en opvattingen baseert en niet op Gods Woord? Alleen de „troost", de zekerheid, die dáárop gebouwd is, zal stand houden in leven en sterven.

Klaarheid over de waarheid

Dit nu was het, waar de schrijvers van de Heidelbergse Catechismus en hun opdrachtgever diep van door drongen waren. Het was de tijd der Reformatie. Luther had zijn 95 stellingen geproclameerd op 31 oktober 1517 en Calvijn zijn „Institutie" in 1536 uitgegeven en in 1559 uitgewerkt tot een volledige dogmatiek. In verschillende duitse vorstendommen, o.a. in de Paltz (zuid-west Duitsland), kreeg de Reformatie de overhand. Maar er heerste nog veel verwarring. Enerzijds waren er nog vele resten van de roomse leer en van allerlei vormen van bijgeloof onder het volk te vinden, en was er nog weinig kennis van de „enige troost in leven en in sterven". Anderzijds bestonden er ook binnen het jonge protestantisme verschillen, bijv. tussen Luther en Calvijn over het Avondmaal. Toen Frederik III Keurvorst van de Paltz werd, zag hij dadelijk de noodzaak om op kerkelijk terrein in zijn gebied klaarheid over de „waarheid" te scheppen Die „waar hei d" was voor hem persoonlijk een zaak, waar zijn hele hart bij betrokkenen zijn hele leven op gegrond was en waarvoor hij desnoods de dood wilde trotseren, zoals duidelijk bleek, toen hij in 1566 zijn keurvorstclijke waardigheid en zelfs zijn hoofd in de waagschaal stelde door het bevel van Keizer Maximiliaan II om zijn Catechismus af te schaffen, niet op te volgen. Juist omdat de „waarheid" van Gods genade in Jezus Christus voor hem een levenszaak was, wilde hij ook zijn onderdanen, die dikwijls nog in geestelijke verwarring leefden, van deze „waarheid" overtuigen, opdat ook zij daarin hun heil en troost zouden vinden.

De opstellers waren 26 en 28 jaar oud!"

Zo gaf hij aan de theologen in zijn omgeving, in het bijzonder aan de theologische hoogleraren aan de Universiteit in zijn hoofdstad Heidelberg de opdracht een leerboek (— catechismus) op te stellen, opdat jong en oud in de waarheid onderwezen zouden kunnen worden. Deze Catechismus is niet het werk van één man, selfs niet uitsluitend van twee. Vel e hoogleraren en predikanten, maar ook nietyak-theologen zijn bij de voorbereiding ervan en het overleg erover betrokken geweest. Maar toch kunnen we zeggen, dat twee van hen een bijzonder grote rol gespeeld hebben. In de eerste plaats Zacharius Ursinus ( = De Beer), 28 (!) jaar pud, geboren te Breslau, die hoogleraar was aan de Universiteit van Heidelberg. Hij is de man, die het concept van de Catechismus heeft opgesteld. Dit concept is gewerkt door Caspar Olevianus (= Von der Olewig) , 26 (!) jaar oud, geboren te Trier, die eerst hoogleraar was te Heidelberg, maar er later de voorkeur man gegeven had gewoon predikant in deze stad te worden. Hij is meer als een man van de praktijk van het kerkelij k leven te beschouwen en zal dus wel in het pijzonder voor de praktische instelling van de Catechismus hebben gezorgd. Ook Ceurvorst Frederik III zelf heeft echter dit concept nauwkeurig bestudeerd en op ommige punten eigenhandig verbeterd.

18 januari 1563

Nadat Keurvorst Frederik III een kerkvergadering had samengeroepen om zich over dit leerboek te beraden en de leden hiervan samen het H. Avondmaal nadden gevierd, werd de Heidelbergse Catechismus op 18 januari 1563 (dat is lit jaar dus 400 jaar geleden) met op één na algemene stemmen goedgekeurd. De volgende dag reeds, 19 januari 1563, heeft Keurvorst Frederik III last gegeven leze Catechismus in zijn gehele gebied in te voeren, er de jeugd uit te onderwijzen en er wekelijks uit te prediken.

Weg door de wereldgeschiedenis

Zo is de Heidelbergse Catechismus zijn weg door de geschiedenis begonnen. En niet alleen door de geschiedenis, maar door de hele wereld. Reeds in hetzelfde aar 1563, maakte de Nederlander Petrus Datheen, predikant bij de Nederlandse vluchtelingengemeente te Frankenthal in de Paltz, een vertaling in het nederlands en zo kwam de Catechismus ook in ons land. Op 1 mei 1619 werd zij door de Generale Synode te Dordrecht officiëel erkend als leerboek van de Kerk der Reformatie in de Nederlanden en als één der drie belijdenisgeschriften of „formulieren van enigheid".

Gods heilswaarheid voor ons hart

Wanneer wij thans herdenken, hoe 400 jaar geleden dit boekj e zijn loop door de Kerk begon (zelfs tot in Amerika, waar in j anuari ook herdenkings-samenkomsten zijn gehouden), dan kunnen we alleen maar God danken, voor wat hij ons daarin geschonken heeft. Nergens wordt Gods hei lswaarheid ons zo na aan het hart gelegd. En dan moge de taal en de opbouw van dit geschrift ons misschien niet meer zo liggen, wiJ danken God, dat zovelen deze troost, waarnaar men in de bange tijden in de Paltz heeft gezocht, ook in hun leven hebben gevonden en daarmee hebben kunnen leven en sterven. En wat er veranderd moge zijn, deze troost is ook in 1963 nog de enige troost, waarmee mensen het kunnen doen.

Moge de herdenking van het 400-jarig bestaan van de Heidelbergse Catechismus er toe leiden, dat we steeds meer, of opnieuw onze troost, de basis van ons leven, zoeken, niet in allerlei menselijke redeneringen en vage geloofsvoorstellingen, maar in Gods Woord en in het heil, dat Hij ons in Jezus Christus heeft geschonken. Dan mogen wij het met de apostel Paulus zeggen: „Wi j dan gerechtvaardigd uit het geloof (uit dit gel oof) hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus" (Romeinen 5:1)

PROF. MUNIZ KlEST NEDERLAND

Broeder Muñiz wil zijn theologische studies gaarne volbrengen in Nederland. Daarna hoopt hij dan predikant te kunnen worden in Spanje, indien de Here dit zo zal beschikken.

Aan deze wens van broeder Muñiz kon voldaan worden door een verblijdende samenwerking tussen één van de Vrijgemaakte Gereformeerde kerken en de Stichting „In de Rechte Straat". Die kerk verricht reeds arbeid t.b.v. de broederschap in Spanje.

Onder verantwoordelijkheid van deze kerk is br. Muñiz nu zijn studies begonnen; vooreerst ui teraard met Nederlands. Een goede leraar staat bijna dagelijks te zijnen dienste. Over de aanvang, de plaats van en de leiding bij zijn verdere studies is nog overleg gaande.

Wat is het fijn, dat br. Muñiz aldus de kans krijgt om zich te verdiepen in Gods Woord om dit later in prediking en geschrift te verkondigen aan zijn landgenoten, aan de eenvoudigen, maar ook aan de geleerden, aan zijn confraters, de priesters, en aan zijn mede-protessoren. De lezers van In de Rechte Straat zullen hem zeer zeker gedenken in hun gebeden, opdat hij tot een grote zegen mag worden voor zij vaderland.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

400 JAAR HEIDELBERGSE CATECHISMUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's