Wat is een kind van God R IJ K!

Rijk? Ja inderdaad! Hij is zelfs zo rijk dat hij eigenlijk in de verste verte niet weet wat hij bezit.

Ook berust dit alles niet op een gevoelskwestie of een soort van akelige vroomdoenerij; en 't heeft evenmin iets met de verdiensten van een mens te maken.

Nochtans zijn 't eeuwige bezittingen waaraan in geen enkel opzicht getwijfeld behoeft te worden, want God heeft het bekend gemaakt in Zijn heilig Woord en Zijn Woord blijft!

Niet minder dan 3O posities en bezittingen worden aan de mens gegeven op het ogenblik dat hij waarachtig gelooft en dan haast ik mij er aan toe te voegen dat dit er enkele van de vele heerlijkheden zijn, die uit de goddelijke mijnschacht naar boven zijn gebracht.

U doet er goed aan zelf die aangehaalde schriftgedeelten eens biddend te raadplegen, God wil u verrijken!

1. Bij onze bekering ontdekken we dat we in het eeuwig plan van God zijn.

a. dat Hij ons van tevoren gekend heeft;

b. en bestemd heeft tot gelijkvormigheid aan het beeld Zijns Zoons;

c. dat Hij ons geroepen en gerechtvaardigd heeft, Rom. 8:29, 30;

d. dat wij uitverkoren zijn, Tit. 1:1, 2;2 Thess. 2:13. Hoe heerlijk dat te weten!

2. Dat wij in Hem de verlossing hebben door Zijn bloed, de vergeving der overtredingen, naar de rijkdom zijner genade. Ef. 1:7; Col. 1:14;

3. Dat wij verzoend zijn met God! Rom. 5:10; 2 Cor. 5:20; Col. 1:21;

4. Dat onze zonden gewassen zijn door zijn bloed. Gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God. 1 Cor. 6:11; Openb. 22:14;

5. De ware christen is wedergeboren. 1 Petr. 1:23; Joh. 3:3, 5, 7; Jac. 1:18,

6. Weet zich zonder twijfel een kind van God. Joh. 1:12, 13;

7. De christen is een nieuwe schepping, 2 Cor. 5:17; Ef. 2:10, Zijn maaksel en dit om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. 2 Cor. 5:17; Ef. 2:10;

8. De christen is levend gemaakt met Hem, en dat toen Hij al onze overdingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde;

9. De christen is door God begenadigd in de Geliefde. Ef. 1:6;

10. De christen is geheiligd (apart gezet, afgezonderd). 1 Cor. 1:30; 6:11 en dient daarom ten dienste van God te staan;

11. De christen is door één offerande tot volmaaktheid gebracht. Hebr. 10:14. Welk een positie! Hoe groot is Jezus!

12. De christen weet dat zijn overtredingen vergeven zijn. Vergeven betekent dat wij scdhuldig zijn, maar vergiffenis hebben ontvangen. Ef. 1:17; 4:32; Col. 1:14; 2:13; 3:13!

13. De Christen is genaderd tot God Ef. 2:13, want onze zonden houden ons ver van God.

Alleen door het verzoenend bloed hebben wij toegang tot God. Hebr. 10:19, 20; Jac. 4:8.

14. De christen is verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, in wien wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden. Col. 1:13;

15. De christen is gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus zelf de hoeksteen is, 1 Cor. 3:11; Ef. 2:20. Wie dat niet als fundament in zijn leven kent, doet goed Matth. 7:24-27 en Matth. 5:18 te lezen;

16. De christen is een geschenk van God aan de Zoon en is daardoor het eigendom van Jezus. Joh. 17:2, 6, 11, 12, 24;

17. De christen is een koninklijke priester! 1 Petr. 2:5, 9. Dat zit hem niet in de kleding of een opleiding die hem daartoe gereed maakt. Dat is de mens of is hij niet! Dat wordt hij alleen uit en door genade, gegrond op het evangelie;

18. De christen behoort bij het uitverkoren geslacht, bij het heilige volk. 1 Petr. 2:9.

Wat heeft Jezus ons uit een onmetelijke diepe put van zonde moeten trekken en ons gevoerd op een onpeilbare hoogte. Fil. 3:20, 21. Moet ons dat niet met David doen laten zingen zoals dat beschreven staat in Ps. 40:1-4?

19. De christen wacht een onverwrekelijke erfenis. 1 Petr. 1:4; Col. 3:24; Hebr. 9:15;

20. De christen is in hemelse betrekking met Christus.

a. Wij hebben het leven van Christus gekregen. Col. 3:4; 1 Joh. 5:10-12;

b. Wij zijn met Christus in Zijn werk verbonden. 1 Cor. 3:9; 2 Cor. 6:1; 1 Cor. 19;

c. Wij zijn met Christus in Zijn lijden verbonden. Phil. 3:10; 1 petr. 4:12, 13; 1 Cor. 12:26.

Laten wij daar niet over heen leven, ook daarin zijn wij met Christus verbonden;

d. Wij zijn met de bruid van Christus. 2 Cor. :11:2; Ef. 5:25-27; 31, 32. Er dient over ons gewaakt te; worden en Hij waakt over ons!

Dit toont mij ook dat ik de plaatselijke gemeente beslist niet mag verwaarlozen;

21. De christen is lid van Gods familie, huisgenoten Gods. Ef. 2:19, Gal. 6:10 (S.V.).

22. De christen is in iedere Persoon van de drieëenheid, en iedere Persoon is in Hem.

a. De Vader. 1 Thess. 1:1; 1 Joh. 3:24; 4:13; 16-15;

b. De Zoon. Joh. 14:20;

c. De Heilige Geest. Rom. 8:9; 1 Cor. 6:19.

De uitdrukking „in Christus" of „in Hem" bevindt zich ongeveer 100 maal in het N.T.; wij zijn totaal in Hem geënt; wij vormen een onafscheidbaar deel van de originele plant; de vereniging kan niet intiemer zijn. Rom. 6:5; 1 Cor. 12:13.

Wij zijn in Zijn hart en Hij is in ons! Glorie voor Jezus!

23. De christen mag genieten van minstens vijf werkingen van de Heilige Geest.

a. De wedergeboorte. Joh. 3:3-7,

b. Doop met de H. Geest (gedrenkt met en in) 1 Cor. 12:13, en mede daardoor lid van het lichaam van Christus,

c. Verzegeld met de H. Geest. Ef. 1:13; 4:30. Absoluut eigendom van God! Neen het is geen zegel zoals op het graf van Jezus. Het is een Goddelijk zegel! Het kan niet verbroken worden.

d. Gezalfd met de H. Geest. 2 Cor. 1:21-22; 1 Joh. 2:20, 27.

e. De christen is de woning van de H. Geest. 1 Cor. 6:19.

Het is niet het prachtige of gewone kerkgebouw wat hier bedoeld wordt, ook niet ieder mensenhart. Hier is alleen maar sprake van het hart dat gekocht en betaald is met Zijn bloed.

Hoe groo is God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, dat zij in ons willen wonen.

24. De christen is verheerlijkt.

Gods Woord zegt in Rom, 8:30:„...... endie Hij gerechtvaardigd heeft, deze heeft Hij ook verheerlijkt", zie ook Col. 3:3;

25. De christen heeft alle geestelijke zegeningen. Ef. 1:3, de christen is dus schatrijk! Openb. 3:17, 18; 1 Cor. 2:8, 9;

26. De christen heeft toegang tot God door Jezus Christus. Ef. 2:18; 3:12; Hebr. 4:14-16; 10:19;

27. De christen is het voorwerp van Gods liefde. Ef. 5:2; Joh. 13:1; 1 Joh. 3:1; Rom. 8:35-39.

Bij een goed ouderpaar kan men iets van deze gedachte begrijpen als men ziet hoe zij hun kind met liefde omringen.

Oneindig veel grotere liefde openbaart God aan de Zijnen, zodat men het met Paulus mag uitjubelen: „want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch machten, noch heden, noch toekomst, noch krachten, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus, onze Heer!'

28. De christen is het voorwerp van Gods genade, die redt Ef. 2:8, 9 en die onderricht. Tit. 2:11-13.

29. De christen is het voorwerp van Gods getrouwheid.

Fil. 1:6; 1 Thess. 5:24; Hebr. 13:5; 2 Tim. 2:13.

30. De christen is het voorwerp van Gods vrede, Fil. 4:7; Joh. 14:27; Rom. 5:1, en Christus voorbede. Hebr. 7:25; Joh. 17:9; 15-17.

Wat is een christen (Hand. 11:26), een kind van God, rijk! Je voelt je gewoonweg volkomen in Zijn armen omsloten en terwijl Zijn ogen zich voortdurend op ons richten, mogen wij dan door Zijn Geest het uitstamelen: Abba Vader, trouwe Vader!

Hoe groot zijn toch de rijkdommen van het kindschap Gods, tegenover de geestelijke armoede van het R. Katholieke stelsel, zoals deze ook in dit nummer weer tot uitdrukking komt.

Daarom neem ik de vrijheid al Gods kinderen toe te roepen: Slaat de handen in elkaar, laat geen kans op welke wijze voorbij gaan, opdat zij mede door ons getuigenis en dit gegrond op Gods Woord en gedreven door de liefde Gods, de weg mogen vinden welke leidt in Zijn armen, opdat ook zij rijk worden.

PORTUGAL IS ZO VER WEG!

Misschien zegt iemand: Waarom sc'hrijft u in dit nummer zo veel over Portugal. De Nederlandse r. katholieken denken toch immers heel anders.

ONS ANTWOORD:Indirekt hebben ook de Nederlandse r. katholieken daarmee te maken, daar immers de pausen zelf door hun radiotoespraken tot het Portugese volk de uitbundige Mariaverering aldaar bevorderen.

En vervolgens ligt Portugal heus zo ver niet meer. Door de moderne communicatiemiddelen kunnen wij via de publiciteit ook verder afgelegen landen beïnvloeden.

EEN ANDER GELUID IN SPANJE

In Triunfo van aug. 1964 lazen wij een artikel van Enrique Miret Magdalena over „Protestantes en Espana". Wij citeren daaruit :

„Indien wij ons onderwerpen aan een ernstig gewetensonderzoek, tot welke konklusies zouden we dan komen? We zouden onze schuld moet belijden, zoals de Duitse bisschoppen dat hebben gedaan bij het begin van het concilie. Zij toonden de grootheid van ziel de ernstige fouten te erkennen die de oorzaak zijn geweest van het ontstaan van de reformatie. Ook wij van onze kant moeten onze zonde belijden, dat wij de Spaanse protestant steeds als een vijand en niet als een broeder hebben beschouwd".

SPREEKBEURTEN

2 mrt om 7.30 uur te Nieuwaal, gebouw: Ons Trefpunt; 3 mrt te Noordwijkerbroek. Herv. Kerk om 7.30 uur; 16 mrt te Leiden, Marekerk om 8 uur.

19 mrt. Nieuw Beyerland, interk., 7.45 uur; 20 mrt. Noordeloos, Chr. Geref.

MEDEDELINGEN:

1. Na 10 maart beginnen we met het verzenden van de kwitanties.

2. Ook dit nummer kan worden nabesteld. Prijs: 1-3 ex. 35 ct., 4-6 ex. 30 ct., 7-9 ex. 25 ct., 10 ex. en meer 20 ct.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen