Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EVANGELISATIE ONDER DE UNIVERSITEITSSTUDENTEN VAN LATIJNS AMERIKA (SLOT)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVANGELISATIE ONDER DE UNIVERSITEITSSTUDENTEN VAN LATIJNS AMERIKA (SLOT)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evangelisatie aan de Latijns-Amerikaanse universiteiten

In onze Latijns-Amerikaanse situatie moeten wij de evangelisatie zien in het verlengde van de zending van de kerk, niet omdat de situatie ons daartoe dwingt, maar omdat Gods openbaring ons dat leert.. En de zending van de kerk moet gezien worden als de uitwerking van het patroon, door God getekend, zoals Paulus dat weergeeft: „……hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelf, om in de bedeling van de volheid der tijden wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide dat in de hemel is en dat op de aarde is" (Ef. 1:9-10).

Wij moeten de evangelisatie zien in het licht van de herontdekking en de verkondiging van de twee opdrachten, die we in de Bijbel vinden: de opdracht van de Schepper en de opdracht van de Verlosser.

1. De opdracht van de Schepper, Gen. 1:28; 9:1 e.v. Daar gaat het over de roeping om mens te zijn op deze aarde, die God voor ons heeft gemaakt. Deze roeping moeten wij volbrengen in de verschillende verhoudingen en op de terreinen, waar God ons geplaatst heeft: huwelijk, voortplanting en de sexualiteit, die daarop gericht is, gezin, werk en kuituur, de rustdag van elke week.

Van de andere kant is daar de zonde, die als een bittere werkelijkheid alles heeft aangetast en wanorde veroorzaakt in alle verhoudingen, wanorde tegenover God, tegenover zichzelf, tegenover de naaste en tegenover de natuur. Daarom zit er in al onze aktiviteiten sinds de erfzonde een tendenz naar ontmenselijking, naar dekadentie en korruptie. En wanneer een dokter inzicht heeft in de omvang van de ziekte, dan kan hij ook de juiste geneesmiddelen voorschrijven. En zo zullen ook wij pas de volle heerlijkheid van Gods verlossende daden verstaan, wanneer wij eerst een goed inzicht hebben gekregen in Zijn aanvankelijke bedoelingen als Schepper.

2. De opdracht van de Verlosser, Matth. 28:18-20. Als wij de evangelisatie verstaan in de zin, zoals wij zojuist uiteengezet hebben, dan betekent dit dat het Gods opdracht is om de mens te herscheppen, om zijn menszijn tot ontplooiing te brengen, om hem te bevrijden van de alles verslindende macht van de zonde en van de agent van de zonde: de duivel.

En dit voornemen van de ene God, de Schepper en de Verlosser, blijft. Dat is het wat Hij volbracht heeft in „de Nieuwe Mens", Jezus Christus, onze Heere.

Wanneer we alles in dit perspektief zien, dan wordt het voor ons duidelijk dat de evangelisatie persoonlijke, maatschappelijke en kulturele dimensies heeft. Dat houdt de roeping in om discipelen van Christus te zijn. Dat betekent dat wij pas echt mens kunnen worden, wanneer wij tot bekering en tot geloof in Christus komen. Alleen door deze bevinding (ervaring) kunnen wij langzamerhand omgevormd worden tot meer (geestelijk) gezonde mensen.

Het Evangelie moet ons in staat stellen om alles, onze kuituur en onze waardeoordelen, in het juiste licht te zien. Dat Evangelie wordt dan onze norm voor de juiste verhoudingen tussen man en vrouw, arbeid en kapitaal, rijkdom en evangelische armoede. Zulk een Evangelieverkondiging zal ons ervoor behoeden, dat wij een bepaalde struktuur een gewijd en onaantastbaar karakter gaan opdrukken, want het Koninkrijk Gods is van geheel andere orde dan welke aardse struktuur ook.

Dit is de boodschap die de universiteiten in Latijns-Amerika moeten horen. Ik zou het zo kunnen samenvatten: „Wij moeten Christus verkondigen als Heere, in de kracht van de Heilige Geest, zodat de mensen tot berouw en inkeer komen en hun vertrouwen stellen in God en Hem erkennen als de Heere over hun gedachten, de Heere in al hun werkzaamheden en in hun gehele leven. En door deze onderwerping aan Hem en Zijn geboden zullen ze zich kunnen voegen bij de nieuwe mensheid, het volk van God, de Gemeente, die het instrument in de tijd is, waardoor God Zijn eeuwig voornemen wil verwezenlijken".

Als dát de betekenis is van de term „evangelisatie", dan is het een woord met een diepe en rijke betekenis. Dan betekent het inderdaad de herschepping van de in schuld verloren en aan de zonde verslaafde mens, de vrijheid die God aan zijn kinderen schenkt, een bevrijding die haar doorwerking heeft op alle terreinen van het menselijke leven.

Toch bevat de zending van de gemeente van Christus nog veel meer. De gemeente leidt de gelovigen tot één gemeenschappelijke aanbidding. Zij bevordert de onderlinge liefde van de broederschap in Christus. Zij roept op tot dienst aan elkander, aan de huisgenoten des geloofs, maar verder ook aan alle mensen (Gal. 6:10). En vanzelfsprekend bestaat de taak van de gemeente in de evangelisatie in engere zin, zoals wij die gewoonlijk verstaan, nl. in de oproep tot bekering en tot geloof in Jezus Christus. Maar eigenlijk behoort elke uiting van de gemeente van Christus ook dit evangeliserend karakter in engere zin te hebben. In al haar aktiviteiten moet doorklinken de verkondiging dat wij slechts door wedergeboorte het Koninkrijk Gods kunnen zien en binnengaan.

Samenvattend: de evangelisatie aan de universietiten van Latijns Amerika is niet een zaak van omverwerping of omvorming van strukturen en evenmin een poging om de studenten vol te stoppen met Bijbelteksten. Ten diepste is de evangelieverkondiging niets anders dan dit: in de kracht van de Heilige Geest aan heel de universitaire gemeenschap Christus voor te stellen als de enige Zaligmaker en Heere.

De tegenwoordigheid van Christus

„Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld". Christus heeft dus Zijn aanwezigheid beloofd. Voortdurend is Hij tegenwoordig bij en in de Zijnen. Daarom zijn wij in staat om het Evangelie op de juiste wijze te verkondigen, want Evangelieverkondiging is Christus presenteren, tegenwoordigstellen door en in Zijn Woord.

Christus is aan de universiteiten van Latijns Amerika tegenwoordig door middel van Zijn discipelen — professoren, studenten en het personeel dat geen onderwijs geeft —, die Hem persoonlijk volgen en die in overeenstemming met hun roeping en met de gelegenheid die hen geboden wordt, getuigenis afleggen van de Christus in Wie zij geloven.

In dat getuigenis aangaande de Christus moeten wij laten zien wat de zin en het einddoel van de geschiedenis is, overeenkomstig de woorden van de engel tot Jozef: „En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen van de Heere gesproken is door de profeet, zeggende: … en gij zult Zijn naam heten Emmanuël; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons" (Matth. 1:22, 23). Dit is de basis van een indringend en gelovig gesprek met marxistische studenten en met aanhangers van pure wetenschapsvereerders.

De tegenwoordigheid van Christus wordt vervolgens verwezenlijkt in de verkondiging van het Evangelie: „Die u ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft" (Matth. 10:40). In die tijd betekende het ontvangen van de discipelen van Christus, dat men hen gastvrijheid aanbood en hun boodschap aanvaardde. Persoonlijke en openlijke evangelisatie is niet een zaak van mode. Ze is te allen tijde geboden.

Maar er zijn ook andere manieren van evangelisatie. Je kunt het evangelie verkondigen gedurende een eenvoudige conversatie, in Bijbelstudiekringen, door deel te nemen aan allerlei samenkomsten om daar de evangelische visie te presenteren, en daarmee Christus Zelf.

De tegenwoordigheid van Christus kan ook op andere manieren ervaren worden. „Wederom zeg Ik u: Indien er twee van u samenstemmen op de aarde over enige zaak, die zij zouden mogen begeren, dat die hun zal geschieden van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Want waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar ben Ik in het midden van hen" (Matth. 18:19, 20).

Gebed, onderlinge gemeenschap, het elkaar vergeven, kortom de christelijke vroomheid is een andere manier, waarop Christus onder ons tegenwoordig wil zijn. De oproep tot persoonlijke en dagelijkse overgave aan de Heere mogen we dus niet van de hand wijzen als zou dat een uiting zijn van Angelsaksisch, Duits of Zwitsers mysticsme of piëtisme. Die oproep komt van Mozes en Daniël en Paulus, mensen die nog niets afwisten van onze westerse wereld met haar eigen kuituren, mensen die volledig hun roeping zagen op maatschappelijk en kerkelijk terrein, maar die een zeer innige en verborgen omgang met God kenden.

Tenslotte is er de tegenwoordigheid van Christus door de dienst, waarover we lezen in Matth. 25:31-46: „ … dat hebt gij aan Mij gedaan". Wij moeten overal „de minsten der Mijnen" de helpende hand reiken.

En hier moeten we niet komen aandragen met sentimentele, eigen-gefantaseerde uitspraken zoals: „Christus is aanwezig in alle armen en verdrukten". Christus is slechts daar, waar Hij in geloof en verbrokenheid des harten werd ontvangen. En dat heeft niets te maken met een maatschappelijke toestand of status.

Geen hulpverleningsprogram, geen profetische stem die oproept tot gerechtigheid voor hen die geen stem hebben, geen sociale of politieke aktie om de maatschappelijke strukturen om te vormen, heeft zin, wanneer die niet voortkomt uit een gemeente van gelovigen, die willen leven uit de Heere en uit Zijn Evangelie.

Lima (Peru)

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

EVANGELISATIE ONDER DE UNIVERSITEITSSTUDENTEN VAN LATIJNS AMERIKA (SLOT)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's