GEESTRIJK VOCHT EN HEILIGE GEEST

„Bij de chocoladeketel en de water- en melkkaraf kweekt ge geen geslacht van kloeke calvinisten".

Aldus Abraham Kuyper volgens een citaat in De Tijd van 6 apr. 1979 p. 25. Kuyper zei dat naar aanleiding van aanmerkingen over het drankgebruik tijdens een VU-bijeenkomst.

Ik heb de indruk dat in dit enkele zinnetje de psychische kracht, maar tevens de geestelijke zwakheid van Kuyper en zijn volgelingen kernachtig vervat ligt.

Calvinisten en gereformeerden wilden altijd stoer en kloek zijn. Alles was bij hen gericht op de wilskracht, op het doen. En ze hebben ook enorm veel gepresteerd. Denk maar aan de VU, aan de AR, enz. Dat was hun psychische kracht.

Maar het was „psyche", en geen „pneuma", een steunen op eigen kracht, zij het dat men met de mond de genade beleed. Het was geen steunen op het werk van de Heilige Geest. Men heeft het „geestrijke vocht" blijkbaar enigszins verward met de „stromen van levend water", de Heilige Geest (Joh. 7 : 37-39).

De Heilige Geest brengt niet tot stoerheid en kloekheid, maar tot ootmoed en tot vertrouwen in Zijn kracht, en daardoor tot echte, tot blijvende kracht, waarmee men Gods Koninkrijk werkelijk dienen kan. Geloofsgetuigen worden niet gevormd aan de borreltafel, maar in de gebedskamer, in stilte en tranen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen