Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Chocoladeketel en calvinisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Chocoladeketel en calvinisme

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vriendenhand bezorgde mij een artikel uit „In de Rechte Straat" van oktober 1979 met het opschrift: „Geestrijk vocht en Heilige Geest". Met name de hieropvolgende zin „Bij de chocoladeketel en de water- en melkkaraf kweekt ge geen geslacht van kloeke calvinisten" en de daaraan verbonden conclusies trokken de aandacht.

Men dient de uitspraak van Dr. Kuyper te zien in het raam van het moment, waarop en de aanleiding, van waaruit dit woord werd gesproken en er zeker geen consekwenties aan te verbinden t.a.v. de houding van calvinisten en gereformeerden in kerk en staat Dr. Kuyper schreef deze woorden neer in de Heraut van 5 december 1880, toen er enige kritiek was geuit ten aanzien van het wijngebruik aan de feestdis bij de opening van de Vrije Universiteit. Allicht was Dr. Kuyper enigermate geprikkeld door deze critiek, daar het bij een matig gebruik gebleven was.

Er is geen sprake van, dat Dr. Kuyper zich ooit terug zou kunnen vinden in hetgeen in uw blad uit deze uitspraak gepuurd wordt. Er gaat namelijk aan zijn uitspraak nog iets vooraf. „Uilenspiegel, zelden aardig, heeft van die feestdis gezegd, dat de Gereformeerden er geen mensen naar waren om water in hun wijn te doen," schrijft hij eerst.

Men mag gerust aannemen, gelet op dit begin, dat Dr. Kuyper in schertsende zin heeft gesproken. Wanneer hij namelijk ernstig spreekt over drank en drankgebruik, komen we heel andere uitspraken tegen. In 1896 schrijft hij over de „kanker van het alcoholisme" uit zijn dagen en concludeert: „Al vat men ook alles samen, wat de eenzijdigste onthouders kwaad van deze pestilentie gesproken hebben, dan zal men, ook al kon men de felheid der aanklacht in scherpheid van woordenkeus verdubbelen, er nog nimmer in slagen in hare volle breedte en lengte de vernielende heilloze werking van deze demonische kanker te beschrijven". (Heraut-artikel 12).

Hij hoopt dat de Gereformeerden, die hun vrijheid tot „streling van het vlees" gebruiken en zich hetzij aan sterke drank, hetzij aan wijn te buiten gaan, uit zijn protest in de Heraut ontwaren mogen, hoe „weinig zij van de Gereformeerde beginselen kennen en hoe verkeerd zij de Gereformeerde naam verstaan. „Bij de oprichting van de Gereformeerde Vereniging voor Drankbestrijding in 1900 (zij viert dit jaar dus een jubileum!) roept hij deze van harte het welkom toe en zegt, dat „de kracht van het verenigingsleven hier niet ongebruikt mag blijven en dat ook deze vereniging een zeer nuttige taak zal kunnen vervullen".

Zijn arbeid als minister noopte Dr. Kuyper zich indringend bezig te houden met het drankgebruik en zijn gevaren. Met zijn Drankwet tracht hij de gelegenheid tot dat gebruik te beperken. Hij ziet dit als eenplicht van de overheid. En hij voegt er aan toe: „Hierbij behoort men evenwel steeds te bedenken, dat het gebruik thuis óók gevaren met zich brengt en dat, vooral waar het regelmatig geschiedt, het behoort te verdwijnen". Een goede zijde der onthoudersbeweging acht hij, dat ze de verkeerde gewoonte om elke middag een alcoholische prikkel te nemen, gebroken heeft.

In de lijn van deze gedachte ligt het, wanneer Dr. Kuyper in 1916 in Antirev. Staatkunde deel II blz. 288 schrijft „Het zij ook hier erkend, dat het alcoholkwaad zulke proportieën kan aannemen, dat tenslotte volstrekte breking ermee het krachtigste, zo niet het enige middel zal blijken om het in zijn misbruik te keren." In 1919 gaat hij dan een stap - de beslissende stap - verder. In De Standaard van 15 okt 1919 schrijft hij: „Het wordt meer dan tijd, om met het oog op anders niet te stuiten misbruik, onszelf tijdelijk bij de geheelonthouders aan te sluiten. De drank ùuit uw huis en vàn uw tafel!"

Thans, 60 jaar later, worden wij geconfronteerd met een ontstellende toename van het drankgebruik met zijn funeste gevolgen in misbruik en verslaving, in ernstiger mate dan Dr. Kuyper heeft gekend. Zijn uitspraak uit 1919 is waard in praktijk te worden gebracht, terwijl zijn uitspraak uit 1880 thans als curiositeit kan worden aangemerkt.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1980

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Chocoladeketel en calvinisme

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1980

In de Rechte Straat | 32 Pagina's